Samenvatting van Inhoud voor Garmin ECHOMAP UHD2 6 SV
Pagina 1
ECHOMAP UHD2 6/7/9 SV ™ Gebruikershandleiding...
Pagina 2
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Pagina 3
7 De oriëntatie van de windsensor Een snelkoppelingsknop toewijzen..7 wijzigen..........14 Het type boot instellen......7 Bootgegevens bekijken op een Garmin De schermverlichting aanpassen... 7 horloge........... 15 De kleurmodus aanpassen..... 7 Kaarten en 3D-kaartweergaven..15 De kaartplotter automatisch inschakelen..........
Pagina 4
Satellietbeelden op de navigatiekaart Water in kaart brengen met de functie weergeven.......... 23 Garmin Quickdraw contouren....34 Luchtfoto's van oriëntatiepunten Een label toevoegen aan een Garmin weergeven.......... 23 Quickdraw Contours kaart....34 Automatic Identification System..23 Garmin Quickdraw Community.... 35 Symbolen van AIS-doelen....
Pagina 5
Waypoints..........40 De kleur van het actieve spoor instellen..........49 Uw huidige positie als waypoint markeren..........40 De actieve track opslaan....49 Een waypoint op een andere positie Een lijst met opgeslagen sporen maken..........41 weergeven.......... 49 Een MOB-locatie markeren....41 Een opgeslagen spoor bewerken..
Pagina 6
60 Een frequentievoorinstelling Gesplitst zoomscherm voor maken..........79 echoloodweergave......60 De A-Scope inschakelen....79 Garmin ClearVü sonarweergave..61 Panoptix echolood instellen....80 Garmin SideVü™ sonarweergave..62 Kijkhoek en zoomniveau van RealVü SideVü scanning-technologie... 63 aanpassen......... 80 Afstanden meten op het De RealVü...
Pagina 7
Panoptix Instellingen voor installatie De reactie van de stuurautomaat van transducer........82 aanpassen..........91 De boegcorrectie instellen.... 83 De stuurautomaatbediening op een Garmin horloge inschakelen....92 Het kompas kalibreren....83 Acties van de stuurautomaatknoppen Sonarinstellingen voor LiveScope en aanpassen......... 92 Perspectief..........84 Reactor™...
Pagina 8
Inkomende noodoproepen....100 Het aantal motoren configureren........ 107 Naar een schip in nood navigeren.. 100 De tankniveausensoren Noodoproepen (man-over-boord) configureren........ 108 uitvoeren via een marifoon..... 100 De getoonde gegevens wijzigen. 108 Positie bijhouden........ 100 Instellingen voor Yamaha Een positierapport weergeven..100 motorgegevens......108 Naar een schip navigeren waarvan u Mercury®...
Pagina 9
Mercury overlay cruisecontrol..118 Het volume aanpassen....126 Gegevens van Mercury motor.... 118 Het geluidsniveau aanpassen..127 De Mercury motoroverlay Het mediavolume dempen..... 127 toevoegen........118 Automatische volumeaanpassing op Mercury motoroverlay..... 119 basis van snelheid......127 De instelling Sportuitlaat voor de Automatische volumeaanpassing Mercury motor inschakelen....
Pagina 10
ActiveCaptain en Garmin Express..150 De afstand ten opzichte van de kust aanpassen........140 Garmin Express app......151 Communicatie-instellingen....141 De Garmin Express app installeren op een computer........151 Aangesloten toestellen weergeven 141 Uw toestel registeren via de Garmin NMEA 2000 instellingen....141 Express app........
Pagina 11
Software-updates......153 De nieuwe software op een geheugenkaart laden met Garmin Express.........153 De toestelsoftware bijwerken met een geheugenkaart...... 154 Het scherm schoonmaken....154 Afbeeldingen op een geheugenkaart bekijken..........154 Schermafbeeldingen......154 Schermafbeeldingen vastleggen..154 Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren......155 Problemen oplossen......155 Mijn toestel ontvangt geen GPS-...
Pagina 13
Op de ® ondersteuningspagina's vindt u de antwoorden op veelgestelde vragen en kunt u software en kaartupdates downloaden. Tevens vindt u daar de contactgegevens van de Garmin ondersteuning voor als u vragen hebt. vooraanzicht Aan-uitknop...
Pagina 14
Poort voor transducerkabel Garmin Marine Network kabelpoort voor aansluiting op compatibele Panoptix ™ , GCV ™ ECHOMAP toestellen NETWORK OPMERKING: Dit toestel is niet compatibel met sommige Garmin Marine Network toestellen zoals GPSMAP , GSD en radartoestellen. ® ™ LET OP Bedek ongebruikte aansluitingen met de weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten.
Pagina 15
3 Selecteer Open. De handleidingen op internet bekijken U kunt de nieuwste gebruikershandleiding en vertaalde versies daarvan downloaden van de Garmin website. De gebruikershandleiding bevat instructies voor het gebruik van de toestelfuncties en informatie over regelgeving. 1 Ga naar garmin.com/manuals/ECHOMAP_UHD2_579Xsv/.
Pagina 16
Als het toestel het satellietsignaal verliest, verschijnt een knipperend vraagteken boven de indicator van de bootpositie ( ) op de kaart. Ga voor meer informatie over GPS naar garmin.com/aboutGPS. Voor hulp bij het ontvangen van GPS-signalen, Mijn toestel ontvangt geen GPS-signalen, pagina 155.
Pagina 17
De kaartplotter aanpassen Menubalk De menubalk onder aan het scherm geeft toegang tot een groot aantal functies van de kaartplotter, het optiemenu en het startscherm. Schakelt de stuurautomaat in en uit (indien aangesloten op een compatibel stuurautomaatsysteem) Markeer Maakt een waypoint op uw locatie Hiermee opent u het startscherm Start TIP: Tik en sleep om door de items op het startscherm te bladeren.
Pagina 18
Als er meerdere schermen zijn geïnstalleerd op het Garmin Marine Network, kunt u ze groeperen in een station. Een station zorgt ervoor dat schermen samenwerken, en niet als aparte schermen functioneren. U kunt de schermlay-out op ieder scherm aanpassen en alle schermen verschillend maken.
Pagina 19
De categorie-items opnieuw rangschikken U kunt het scherm aanpassen door de items in de categorieën te herschikken. 1 Selecteer een categorie om aan te passen, zoals Kaarten 2 Houd de knop ingedrukt die u wilt verplaatsen, zoals Navigatiekaart, totdat het menu wordt weergegeven. 3 Selecteer Rangschikken.
Pagina 20
Pagina's aanpassen Het startscherm aanpassen U kunt de afbeelding aanpassen die wordt weergegeven wanneer de kaartplotter wordt ingeschakeld. Voor de beste pasvorm moet de afbeelding 50 MB of minder zijn en voldoen aan de aanbevolen afmetingen (Aanbevolen afmetingen beginafbeelding, pagina 8). 1 Plaats een geheugenkaart met de afbeelding die u wilt gebruiken.
Pagina 21
Een nieuwe combinatiepagina maken U kunt naar wens een aangepaste combinatiepagina maken. 1 Selecteer Combo > Voeg combo toe. 2 Selecteer een venster. 3 Selecteer een functie voor het venster. 4 Herhaal deze stappen voor elk venster op de pagina. 5 Houd een venster vast om het te rangschikken.
Pagina 22
ActiveCaptain ® WAARSCHUWING Met deze functie kunnen gebruikers informatie verzenden. Garmin doet geen uitspraken over de nauwkeurigheid, volledigheid of actualiteit van door gebruikers ingediende informatie. Elk gebruik van of vertrouwen op door gebruikers ingediende informatie is op eigen risico. De ActiveCaptain app biedt een verbinding met uw ECHOMAP UHD2 kaartplotter, kaarten en de ActiveCaptain community voor connected varen.
Pagina 23
Aan de slag met de ActiveCaptain app U kunt een mobiel toestel verbinden met het ECHOMAP UHD2 toestel met behulp van de ActiveCaptain app. Dankzij de app kunt u op snelle en eenvoudige wijze communiceren met uw ECHOMAP UHD2 toestel en taken uitvoeren, zoals registreren, gegevens delen en de toestelsoftware bijwerken.
Pagina 24
Nadat u een kaart of gebied voor het eerst hebt gedownload, worden de updates automatisch uitgevoerd telkens wanneer u ActiveCaptain opent. Als u een volledige kaart downloadt, kunt u de Garmin Express app gebruiken om de kaart naar een ™...
Pagina 25
Twee ECHOMAP UHD2 toestellen draadloos verbinden om gebruikersgegevens en sonar te delen U kunt twee ECHOMAP UHD2 toestellen draadloos verbinden om gebruikersgegevens en sonar te delen. Gebruikersgegevens worden automatisch gedeeld tussen de twee toestellen terwijl ze zijn verbonden. Voor het delen van sonar moet u mogelijk een sonarbron selecteren (Sonargegevens delen, pagina 13).
Pagina 26
Het Wi‑Fi netwerk beheren De Wi‑Fi host wijzigen Als er meerdere kaartplotters met Wi‑Fi -technologie op het Garmin maritieme netwerk zijn, kunt u wijzigen welke kaartplotter de Wi‑Fi host is. Dit kan van pas komen als u problemen hebt met Wi‑Fi communicatie. De optie om de Wi‑Fi host te wijzigen biedt u de mogelijkheid om een kaartplotter te selecteren die zich dichter bij...
Pagina 27
Bootgegevens bekijken op een Garmin horloge U kunt verbinding maken tussen een compatibel Garmin horloge en een compatibele kaartplotter om gegevens van de kaartplotter weer te geven. 1 Breng het Garmin horloge binnen bereik (3 m) van de kaartplotter. 2 Selecteer vanuit het horlogeklokweergavescherm START > Bootgegevens > START.
Pagina 28
ActiveCaptain app voordat u toegang hebt tot alle kaartfuncties op uw kaartplotter. Een abonnement op een waterkaart activeren Voordat u alle functies van Garmin Navionics+ kaarten kunt gebruiken die vooraf op uw toestel zijn geïnstalleerd of op een geheugenkaart zijn gekocht, moet u uw abonnement activeren met de ActiveCaptain app.
Pagina 29
Navigatiekaart en viskaart OPMERKING: In sommige gebieden is de viskaart beschikbaar bij premiumkaarten. De Navigatiekaart is geoptimaliseerd voor navigatie. U plant een koers, bekijkt de kaartinformatie en gebruikt de kaart als navigatiehulpmiddel. Selecteer Kaarten > Navigatiekaart om de Navigatiekaart te openen. De Viskaart verschaft een gedetailleerde weergave met meer informatie over de bodem en over vissen.
Pagina 30
Een afstand op de kaart meten 1 Selecteer een locatie op een kaart. 2 Selecteer Meet. Op uw huidige locatie op het scherm wordt een punaise weergegeven. De afstand en de hoek vanaf de pin staan vermeld in de hoek. TIP: Als u de punaise en afstandsmeting vanaf de huidige cursorpositie opnieuw wilt instellen, selecteert u Stel referentie in.
Pagina 31
Navigeren naar een punt op de kaart WAARSCHUWING Alle route- en navigatielijnen die op de kaartplotter worden weergegeven, zijn alleen bedoeld als algemene routebegeleiding of om de juiste vaarwegen te herkennen, en zijn niet bedoeld om precies te worden gevolgd. Neem altijd de navigatiekenmerken en omstandigheden op het water in acht als u navigeert om te voorkomen dat u aan de grond loopt of er gevaarlijke situaties optreden, hetgeen kan resulteren in schade aan het vaartuig, persoonlijk letsel of overlijden.
Pagina 32
Let tijdens het volgen van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen. OPMERKING: Niet alle modellen ondersteunen alle kaarten. Met optionele premiumkaarten, zoals Garmin Navionics Vision+ ™ , haalt u het beste uit uw kaartplotter. Naast gedetailleerde navigatiekaarten kunnen premiumkaarten de volgende functies bevatten, die beschikbaar zijn in...
Pagina 33
Fish Eye 3D kaartweergave Aan de hand van de dieptecontouren van premiumkaarten zoals Garmin Navionics Vision+ geeft de Fish Eye 3D kaartweergave een onderwaterweergave van de bodem van de zee of het meer. Doelen onder water, zoals vissen, worden aangeduid met rode, groene en gele bollen. Rood verwijst hierbij naar de grootste objecten en groen naar de kleinste objecten.
Pagina 34
Bewegende indicaties voor getijden en stromingen WAARSCHUWING Informatie over getijden en stromingen is uitsluitend bedoeld ter informatie. Het is uw verantwoordelijkheid om alle aanwijzingen met betrekking tot water in acht te nemen, zich bewust te blijven van de omgeving en te allen tijde een veilig oordeel in, op en rondom water te vellen.
Pagina 35
Satellietbeelden op de navigatiekaart weergeven OPMERKING: In sommige gebieden is deze functie beschikbaar bij premiumkaarten. U kunt op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge resolutie gebruiken voor weergave van het land of de zee, of beide. OPMERKING: Als deze functie is ingeschakeld, worden de satellietbeelden alleen bij lagere zoomniveaus met een hoge resolutie weergegeven.
Pagina 36
Symbolen van AIS-doelen Symbool Beschrijving AIS-schip. Het schip geeft AIS-informatie. De richting waarin het driehoekje wijst, geeft de richting aan waarin het AIS-schip vaart. Het doel is geselecteerd. Het doel is geactiveerd. Het object wordt groter op de kaart. Een groene lijn die aan het object vastzit, geeft de voorliggende koers van het object aan.
Pagina 37
Voorliggende koers en geprojecteerde koers van geactiveerde AIS-doelen Wanneer informatie over de voorliggende koers en over de COG (koers over de grond) door een geactiveerd AIS-doel wordt aangeleverd, wordt de voorliggende koers van het doel als een lijn die aan het symbool van het AIS-doel vastzit op de kaart weergegeven.
Pagina 38
AIS-schepen op een kaart of 3D-kaartweergave weergeven Voordat u AIS kunt gebruiken, moet u de kaartplotter aansluiten op een extern AIS-toestel en signalen van een actieve transponder van andere schepen ontvangen. U kunt instellen hoe andere schepen op een kaart of een 3D-kaartweergave worden weergegeven. Het weergavebereik dat voor één kaart of één 3D-kaartweergave wordt opgegeven, heeft alleen betrekking op die kaart of 3D-kaartweergave.
Pagina 39
AIS-navigatiehulpmiddelen Onder IS-navigatiehulpmiddelen (ATON) vallen alle types navigatiehulpmiddelen die over de AIS-radio worden uitgezonden. ATONs worden op de kaarten weergegeven en hebben identificatiegegevens, zoals positie en type. Er zijn drie hoofdcategorieën AIS ATONs. Echte ATONs bestaan fysiek en verzenden hun identificatie- en positiegegevens vanaf hun werkelijke locatie.
Pagina 40
AIS-noodsignaal Zelfstandig werkend AIS-noodsignaaltoestel dat uw positie uitzendt indien het in noodgevallen worden geactiveerd. De kaartplotter kan signalen ontvangen van Search and Rescue Transmitters (SART), Emergency Position Indicating Radio Beacons (EPRIB), en andere Man Overboord-signalen. Noodsignaal-uitzendingen zijn andere uitzendingen dan standaard-AIS-uitzendingen, dus zien ze er ook anders uit op de kaartplotter. In plaats van een noodsignaal-uitzending te volgen om een aanvaring te voorkomen, kunt u een noodsignaal-uitzending volgen om een vaartuig of persoon in nood te lokaliseren en te helpen.
Pagina 41
Overige schepen: Hiermee past u de manier aan waarop andere vaartuigen worden getoond (Instellingen laag Overige schepen, pagina 31). Water: Hiermee toont en verbergt u diepte-elementen (Instellingen waterlaag, pagina 32). Quickdraw Contours: Hiermee toont en verbergt u Garmin Quickdraw Contours data (Garmin Quickdraw Contouren instellingen, pagina 37). Kaarten en 3D-kaartweergaven...
Pagina 42
Instellingen kaartlaag Selecteer > Lagen > Kaart op een kaart. Satellietfoto's: Bij gebruik van bepaalde premiumkaarten kunt u op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge resolutie weergeven van het land of van zowel het land als de zee (Satellietbeelden op de navigatiekaart weergeven, pagina 23).
Pagina 43
Leylijninstellingen Sluit een windsensor aan op de kaartplotter om de leylijnfuncties te gebruiken. In de zeilmodus (Het type boot instellen voor zeilfuncties, pagina 52) kunt u leylijnen weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg handig zijn tijdens zeilraces. Selecteer vanuit de navigatiekaart, >...
Pagina 44
U kunt maximaal tien dieptebereiken instellen. Als u in binnenwater vist, blijft de kaart overzichtelijker als u maximaal vijf dieptebereiken instelt. De dieptebereiken zijn van toepassing op alle kaarten en alle wateroppervlakten. Sommige Garmin LakeVü en aanvullende premiumkaarten hebben standaard meerdere dieptebereikarceringen. ™...
Pagina 45
U kunt kaarten aanschaffen bij Garmin. Als u kaarten koopt bij een andere leverancier dan Garmin, kies de leverancier dan zorgvuldig voordat u tot aankoop overgaat. Wees vooral voorzichtig met online leveranciers. Als de kaart die u hebt gekocht niet wordt ondersteund, dient u deze terug te sturen naar de leverancier.
Pagina 46
3 Selecteer Beheer > Naam en voer een naam voor de kaart in. Een label toevoegen aan een Garmin Quickdraw Contours kaart U kunt labels toevoegen aan een Garmin Quickdraw Contours kaart om gevaren of nuttige punten te markeren. 1 Selecteer een locatie op de navigatiekaart.
Pagina 47
De Garmin Quickdraw Community is een gratis, openbare, online gemeenschap waarmee u kaarten kunt delen die anderen hebben gemaakt. U kunt uw Garmin Quickdraw Contours kaarten met anderen delen. Als uw toestel over Wi‑Fi technologie beschikt, kunt u naar de ActiveCaptain Community gaan via de Garmin Quickdraw app (Via ActiveCaptain verbinden met de Garmin Quickdraw community, pagina 35).
Pagina 48
Als uw toestel niet over Wi‑Fi technologie beschikt, kunt u toegang tot de Garmin Quickdraw Community krijgen via de Garmin Connect website. Als uw toestel over Wi‑Fi technologie beschikt, dient u naar de Garmin Quickdraw Community te gaan via de ActiveCaptain app (Via ActiveCaptain verbinden met de Garmin Quickdraw community, pagina 35).
Pagina 49
Analysekleuren: Hiermee stelt u de kleur van het scherm Garmin Quickdraw Contours in. Als deze instelling is ingeschakeld, laten de kleuren de kwaliteit van de opname zien. Als deze instelling is uitgeschakeld, maken de contourgebieden gebruik van standaard kaartkleuren.
Pagina 50
Auto Guidance: Maakt gebruik van de kaartgegevens en ingevoerde gegevens over uw boot om de beste doorvaartroute naar uw bestemming te bepalen. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van een compatibele premiumkaart op een compatibele kaartplotter. Een wending-voor-wending navigatieroute naar de bestemming wordt aangegeven, waarbij...
Pagina 51
Oranje: Voorzichtig! Dit segment van de route ligt mogelijk in de buurt van de drempelwaarden van de diepte- en hoogte-instellingen van Auto Guidance. Het routesegment is bijvoorbeeld oranje wanneer de route onder een brug doorgaat of zich in mogelijk ondiep water bevindt. Alleen Garmin Navionics+ en Garmin Navionics Vision+ kaarten.
Pagina 52
Zoeken naar een watersportdienstbestemming OPMERKING: In sommige gebieden is deze functie beschikbaar bij premiumkaarten. De kaartplotter bevat informatie over duizenden bestemmingen waar watersportdiensten worden aangeboden. 1 Selecteer Info > Diensten. 2 Selecteer Buitengaatsdiensten of Binnenlandse diensten. 3 Selecteer indien nodig een watersportdienstcategorie. De kaartplotter geeft een lijst met de dichtstbijzijnde posities en de afstand en peiling tot deze posities weer.
Pagina 53
Een waypoint op een andere positie maken 1 Selecteer op een kaart Info > Waypoints > Nieuw via-punt. 2 Selecteer een optie: • Om het waypoint te maken door positiecoördinaten in te voeren, selecteert u Voer coördinaten in en voert u de coördinaten in.
Pagina 54
Een opgeslagen waypoint verplaatsen 1 Selecteer Info > Waypoints. 2 Selecteer een waypoint. 3 Selecteer Bekijk > Wijzigen > Positie. 4 Geef een nieuwe locatie voor het waypoint aan: • Als u het waypoint wilt verplaatsen door middel van coördinaten, selecteert u Voer coördinaten in, voert u de nieuwe coördinaten in en selecteert u OK of Annuleer.
Pagina 55
Routes Een route is een pad van één locatie naar één of meerdere bestemmingen. Een route vanaf uw huidige locatie maken en navigeren U kunt een route op de navigatiekaart of de viskaart maken en deze meteen gaan volgen. Met deze methode wordt de route niet opgeslagen.
Pagina 56
Een opgeslagen route zoeken en navigeren Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route maken en opslaan (Een route maken en opslaan, pagina 43). 1 Selecteer Info > Routes en Auto Guidance paden. 2 Selecteer een route.
Pagina 57
Een zoekpatroon starten U kunt een zoekpatroon starten om een gebied te doorzoeken. Verschillende patronen zijn beter geschikt voor verschillende zoeksituaties. 1 Selecteer Info > Routes en Auto Guidance paden > Nieuw > Route met behulp van SAR-patroon. 2 Selecteer een patroon: •...
Pagina 58
Een Auto Guidance route maken en opslaan 1 Selecteer Info > Routes en Auto Guidance paden > Nieuw > Auto Guidance. 2 Selecteer een beginpunt en vervolgens Volgende. 3 Selecteer een bestemming en vervolgens Volgende. 4 Selecteer een optie: • Als u een obstakel wilt bekijken en de route in de buurt daarvan wilt wijzigen, selecteert u Gevaren weergeven.
Pagina 59
Guidance route weergegeven als een ononderbroken oranje lijn of een rode gestreepte lijn in Garmin Navionics+ en Garmin Navionics Vision+ kaarten, en wordt het weergegeven als een magenta en grijze gestreepte lijn in eerdere versies. Er wordt een alarmbericht weergegeven wanneer uw boot een van deze gebieden binnenvaart (Kleurcodering van de route, pagina 39).
Pagina 60
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen De instelling Afstand kustlijn geeft aan hoe dicht op de kust u de Auto Guidance-lijn wilt plaatsen. De Auto Guidance lijn wordt mogelijk verplaatst als u deze instelling tijdens het navigeren wijzigt. De beschikbare waarden voor de instelling Afstand kustlijn zijn relatief, niet absoluut.
Pagina 61
De kleur van het actieve spoor instellen 1 Selecteer Info > Sporen > Actieve spooropties > Spoorkleur. 2 Selecteer een spoorkleur. De actieve track opslaan De track die momenteel wordt geregistreerd, wordt de actieve track genoemd. 1 Selecteer Info > Sporen > Actief spoor opslaan. 2 Selecteer een optie: •...
Pagina 62
Alle opgeslagen sporen verwijderen Selecteer Info > Gebruikersgegevens beheren > Wis gebruikersgegevens > Opgeslagen sporen. Het actieve spoor volgen in tegengestelde richting De track die momenteel wordt geregistreerd, wordt de actieve track genoemd. 1 Selecteer Info > Sporen > Volg actief spoor. 2 Selecteer een optie: •...
Pagina 63
Grenzen WAARSCHUWING Deze functie is alleen een hulpmiddel waarmee u inzicht in de omgeving krijgt maar voorkomt mogelijk niet onder alle omstandigheden vastlopen of aanvaringen. Het is uw verplichting om een veilige bediening van uw vaartuig te garanderen. VOORZICHTIG De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen (Scherm- en geluidsinstellingen, pagina 136).
Pagina 64
Een grensalarm instellen Grensalarmen waarschuwen u als zich binnen een bepaalde afstand van een grens bevindt. Dit kan handig zijn als u bepaalde gebieden probeert te ontwijken of wanneer u in gebieden komt waar u zeer alert moet zijn. 1 Selecteer Info > Grenzen. 2 Selecteer een grens.
Pagina 65
Startlijnbegeleiding Startlijnbegeleiding voor zeilers biedt een visuele weergave van informatie die u nodig hebt om de startlijn te passeren op het juiste moment en met de hoogste snelheid. Als u de startlijnpinnen aan stuurboord en bakboord hebt ingesteld en de beoogde snelheid en tijd hebt ingesteld, wordt een aanlooplijn weergegeven, nadat u de racetimer hebt gestart.
Pagina 66
Polaire tabellen WAARSCHUWING Met deze functie kunt u gegevens van derden laden en gebruiken. Garmin doet geen uitspraken over de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, volledigheid of actualiteit van door derden gegenereerde gegevens. Elk gebruik van of vertrouwen op door derden gegenereerde gegevens is op eigen risico.
Pagina 67
Een polaire tabel handmatig importeren Als u het bestand met de polaire tabel opslaat als polar.plr en het in de map Garmin/polars/ op de geheugenkaart plaatst, importeert de kaartplotter de gegevens automatisch nadat u de geheugenkaart hebt geplaatst. Als de gegevens niet automatisch worden geïmporteerd of als u een andere set gegevens wilt laden, kunt u het importeren handmatig starten.
Pagina 68
De kielcorrectie instellen U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te compenseren voor de installatielocatie van de transducer. Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte. Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de boot.
Pagina 69
Vaste windsturing U kunt de stuurautomaat instellen om een bepaalde koers aan te houden ten opzichte van de schijnbare of ware windhoek. U moet een compatibele windsensor aansluiten op hetzelfde NMEA 2000 netwerk als de stuurautomaat om stuurmanoeuvres op basis van vaste windsturing of wind uit te voeren. Statusinformatie stuurautomaat Stand-by en worden grijs weergegeven wanneer de stuurautomaat in de stand-bymodus staat.
Pagina 70
Vaste windsturing inschakelen vanuit een vaste voorliggende koers Voordat u vaste windsturing kunt inschakelen, moet u een NMEA 2000 windsensor verbinden met de stuurautomaat. 1 Selecteer terwijl vaste voorliggende koers is geselecteerd. 2 Selecteer een optie: • Als u wilt overschakelen van vaste voorliggende koers naar schijnbare vaste windsturing, selecteert u Schijnbare vaste wind inschakelen.
Pagina 71
Als u een compatibele transducer aansluit op uw kaartplotter, kunt u uw kaartplotter gebruiken als viszoeker. Ga voor meer informatie over welke transducer het beste voldoet aan uw eisen naar garmin.com/transducers. Er zijn verschillende sonarweergaven waarmee u de vis in het gebied kunt weergeven. Welke sonarweergaven beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type transducer en sonarmodule dat is aangesloten op de kaartplotter.
Pagina 72
Het uitzenden van sonarsignalen stopzetten • Selecteer > Zenden om op het sonarscherm de actieve sonar uit te schakelen. • Druk op en selecteer Schakel alle sonartransmissie uit om alle sonartransmissies uit te schakelen. Traditioneel sonarweergave Er zijn diverse weergaven op volledig scherm beschikbaar, afhankelijk van de aangesloten transducer. In de sonarweergave Traditioneel op volledig scherm worden de sonargegevens van een transducer groot weergegeven.
Pagina 73
Garmin ClearVü sonarweergave OPMERKING: Als u Garmin ClearVü scanningsonar wilt ontvangen, hebt u een compatibele transducer nodig. Ga naar garmin.com/transducers voor informatie over compatibele transducers. Garmin ClearVü hoge-frequentie sonar geeft de visomgeving rond de boot in detail weer, inclusief gedetailleerde weergave van de structuren waar de boot overheen vaart.
Pagina 74
Garmin SideVü sonarweergave ™ OPMERKING: Niet alle modellen hebben ingebouwde Garmin SideVü sonarondersteuning. Als uw model geen ingebouwde SideVü sonar heeft, moet u een compatibele sonarmodule en compatibele SideVü transducer hebben. Als uw model wel een ingebouwde SideVü sonar heeft, moet u een compatibele SideVü transducer hebben.
Pagina 75
SideVü scanning-technologie In plaats van een meer algemene kegelvormige bundel maakt de SideVü transducer gebruik van een vlakke bundel om het water en de bodem naast uw boot te scannen. Afstanden meten op het echoloodscherm U kunt de afstand tussen twee punten in de SideVü echoloodweergave meten. 1 Selecteer in een SideVü...
Pagina 76
LiveVü Down echoloodweergave Deze echoloodweergave toont in tweedimensionale beelden wat zich onder de boot bevindt. U kunt in deze weergave ook ballen aas en scholen vis zien. Panoptix beelden van onder de boot in bewegende echoloodweergave Boot Bereik Sporen Dropshot-rig Bodem Viszoeker met sonar...
Pagina 77
LiveVü Forward echoloodweergave Deze echoloodweergave toont in tweedimensionale beelden wat zich voor de boot bevindt. U kunt in deze weergave ook ballen aas en scholen vis zien. Boot Bereik Sporen Bodem Viszoeker met sonar...
Pagina 78
RealVü 3D Forward echoloodweergave Deze echoloodweergave toont in driedimensionale beelden wat zich vóór de transducer bevindt. U kunt deze weergave gebruiken als u stilligt en de bodem en de naar de boot toe zwemmende vissen wilt zien. Kleurlegenda Boot Ping-indicator Bodem Bereik Viszoeker met sonar...
Pagina 79
RealVü 3D Down sonarweergave In deze sonarweergave worden driedimensionale beelden getoond van wat zich onder de transducer bevindt. U kunt deze weergave als u stilligt gebruiken om alles rondom uw boot te bekijken. Kleurlegenda Boot Sonarbundel Bereik Bodem Viszoeker met sonar...
Pagina 80
RealVü 3D historische echoloodwaargave In deze weergave kunt u in 3D zien wat zich achter uw boot afspeelt terwijl u vaart en de hele waterkolom van bodem tot oppervlakte in 3D weergeven. Deze weergave wordt gebruikt om vis te vinden. Kleurlegenda Boot Bereik...
Pagina 81
LiveScope sonarweergave ™ Deze sonarweergave toont een live beeld van wat zich voor of onder de boot bevindt en kan worden gebruikt om vissen en structuren te zien. Dieptegegevens Zwevende doelen of vissen Bodem van het water Perspectief-weergave Deze sonarweergave toont een live beeld van wat zich voor of onder de boot bevindt en kan worden gebruikt om vissen en structuren te zien.
Pagina 82
Flitserweergave De flitser geeft sonarinformatie weer in een ronde diepteschaal. U ziet dan wat zich onder uw boot bevindt. De schaal ziet eruit als een ring die bovenaan begint en met de klok mee oploopt. De diepte wordt aangegeven door de schaal in de ring.
Pagina 83
Als u de naam van een bron wilt wijzigen, moet u de sonarweergave voor de bron openen. Als u bijvoorbeeld de naam van de Garmin ClearVü sonarbron wilt wijzigen, moet u de Garmin ClearVü sonarweergave openen. 1 Selecteer in de sonarweergave >...
Pagina 84
Het detailniveau aanpassen U kunt het detailniveau en de ruis die op het echoloodscherm worden weergegeven, aanpassen door de versterking aan te passen voor traditionele transducers of door de helderheid aan te passen voor Garmin ClearVü transducers. Als u de signalen met de hoogste intensiteit wilt weergeven op het scherm, kunt u de versterking of de helderheid verlagen om signalen en ruis met een lagere intensiteit te verwijderen.
Pagina 85
OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van toepassing op alle modellen en transducers. Deze instellingen zijn van toepassing op de volgende typen transducers. • Traditional • Garmin ClearVü • SideVü Deze instellingen zijn niet van toepassing op Panoptix transducers.
Pagina 86
Met de instelling Automatisch kan een schuifsnelheid worden geselecteerd die is afgestemd op de snelheid van de boot, zodat doelen in het water met de juiste hoogte-breedteverhouding worden getekend en minder zijn vertekend. Bij gebruik van Garmin ClearVü/SideVü sonarweergaven of als u structuren zoekt, wordt aangeraden de instelling Automatisch te gebruiken.
Pagina 87
Het bereik aanpassen U kunt het bereik van de diepteschaal voor traditionele en Garmin ClearVü sonarweergaven aanpassen. U kunt het bereik van de breedteschaal voor de SideVü sonarweergave aanpassen. Als u toestaat dat het toestel het bereik automatisch aanpast, wordt de bodem weergegeven in het onderste of buitenste derde deel van het sonarscherm.
Pagina 88
Hoek: Hiermee markeert u het sterkste signaal van de bodem om de hardheid of zachtheid van het signaal te kunnen definiëren. Geef selectie weer: Hiermee stelt u de richting van de Garmin SideVü sonarweergave in. Vissymbolen: Hiermee stelt u in hoe de sonar zwevende doelen interpreteert.
Pagina 89
Sonaralarmen WAARSCHUWING De sonaralarmfunctie is alleen een hulpmiddel voor situationeel bewustzijn en voorkomt misschien niet onder alle omstandigheden dat u aan de grond loopt. Het is uw verplichting om een veilige bediening van het vaartuig te garanderen. VOORZICHTIG De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen (Scherm- en geluidsinstellingen, pagina 136).
Pagina 90
Selecteer optie in een geschikte sonarweergave. • Selecteer in een Traditioneel sonarscherm > Echoloodinstelling > Installatie. • Selecteer in een Garmin ClearVü sonarweergave > ClearVü instellingen > Installatie. • Selecteer in een Garmin SideVü sonarweergave > SideVü instellen > Installatie.
Pagina 91
De transducerfrequentie selecteren OPMERKING: U kunt niet de frequentie voor alle sonarweergaven en transducers aanpassen. U kunt selecteren welke frequenties in het sonarscherm worden weergegeven. LET OP Wees u altijd bewust van lokale voorschriften inzake sonarfrequenties. Om groepen orka's te beschermen, kan het bijvoorbeeld verboden zijn om frequenties tussen 50 en 80 kHz te gebruiken binnen een halve mijl van een groep orka's.
Pagina 92
Panoptix echolood instellen Kijkhoek en zoomniveau van RealVü aanpassen U kunt de kijkhoek van de RealVü echoloodweergaven wijzigen. U kunt ook in- en uitzoomen op de weergave. Selecteer in een RealVü echoloodweergave een optie: • Om de kijkhoek diagonaal te wijzigen selecteert u •...
Pagina 93
De zendhoek van de LiveVü en FrontVü transducer instellen Deze functie is alleen beschikbaar met RealVü geschikte Panoptix transducers, zoals de PS30, PS31, en PS60. U kunt de zendhoek van de transducer wijzigen om de transducer te richten op een bepaald gebied. Bijvoorbeeld om een bal aas te volgen of om een boom in beeld te brengen die u passeert.
Pagina 94
LiveVü en FrontVü lay-outinstellingen Selecteer in een LiveVü of FrontVü Panoptix sonarweergave > Echoloodinstelling > Lay-out. Grid overlay: Geeft een raster van bereiklijnen weer. Scroll-geschiedenis: Hiermee wordt de sonargeschiedenis aan de zijkant van het scherm weergegeven. Bundelpictogram: Hiermee selecteert u het pictogram dat wordt gebruikt om de richting van de transducerbundel weer te geven.
Pagina 95
De boegcorrectie instellen Voor Forward View Panoptix transducers, kunt u een boegcorrectie toepassen om de voorwaartse afstand te compenseren voor de installatielocatie van de transducer. Hierdoor kunt u naar voren kijken vanaf de boeg in plaats van vanaf de installatielocatie van de transducer. Deze functie is van toepassing op Panoptix transducers in de sonarweergaven FrontVü, LiveVü...
Pagina 96
Sonarinstellingen voor LiveScope en Perspectief Vanuit de sonarweergave LiveScope of Perspectief selecteert u Verst.: Hiermee kunt u het detailniveau en de ruis die op het sonarscherm wordt weergegeven, aanpassen. Als u de signalen met de hoogste intensiteit wilt weergeven op het scherm, kunt u de versterking verlagen om signalen met een lagere intensiteit en ruis te verwijderen.
Pagina 97
Sonar instellen voor LiveScope en Perspectief Selecteer in de sonarweergave LiveScope of Perspectief > Echoloodinstelling. Presentatie: Hiermee kunt u de presentatie van het sonarscherm configureren (Presentatie-instellingen voor LiveScope en Perspectief, pagina 85). Lay-out: Hiermee kunt u de lay-out van het sonarscherm configureren (Lay-outinstellingen voor LiveScope en Perspectief, pagina 85).
Pagina 98
Het systeem maakt tevens handmatige besturing en verschillende modi voor automatische stuurfuncties en patronen mogelijk. Als de kaartplotter is verbonden met een compatibel Garmin stuurautomaatsysteem kunt u de stuurautomaat vanaf de kaartplotter aanzetten en aansturen. Ga voor meer informatie over compatibele Garmin stuurautomaatsystemen naar garmin.com.
Pagina 99
2 Selecteer een bron. Als de geselecteerde koersbron niet beschikbaar is, geeft het stuurautomaatscherm geen gegevens weer. Het stuurautomaatscherm openen Voordat u het stuurautomaatscherm kunt openen, moet u een compatibele Garmin stuurautomaat installeren en configureren. Selecteer Schip > Autopiloot. Het stuurautomaatscherm...
Pagina 100
Werkelijke koers (in de stand-bymodus) Gewenste koers (wanneer ingeschakeld) Werkelijke koers Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is) Draai stapsgewijs naar bakboord (om de gewenste voorliggende koers aan te passen met het weerge geven aantal graden) Draai stapsgewijs naar stuurboord (om de gewenste voorliggende koers aan te passen met het weerge geven aantal graden) Roerpositieaanduiding (beschikbaar als een roersensor is aangesloten) De grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen...
Pagina 101
Overlaybalk voor de stuurautomaat OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle stuurautomaatmodellen. Status stuurautomaat Schakelt de vaste voorliggende koers in of uit Stuurt naar links Werkelijke koers Roerpositieaanduiding (alleen beschikbaar als een roersensor is aangesloten) Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is) Stuurt naar rechts Schakelt het laatst gebruikte stuurpatroon in Schakelt de modus Route volgen in (alleen beschikbaar als de stuurautomaat in de stand-bymodus staat...
Pagina 102
De voorliggende koers wijzigen met de kaartplotter in de koerswijzigingsstapmodus 1 Schakel een vaste voorliggende koers in (De stuurautomaat inschakelen, pagina 89). 2 Selecteer een optie: • Selecteer <1° of 1°> voor een koerswijziging van 1°. • Selecteer <<10° of 10°>> voor een koerswijziging van 10°. •...
Pagina 103
Een cirkelbaanpatroon volgen U kunt het cirkelbaanpatroon gebruiken om de boot in een doorlopende cirkel rondom een actief via-punt te sturen. De omvang van de cirkel wordt bepaald door uw afstand het actieve via-punt wanneer het cirkelbaanpatroon wordt ingezet. 1 Selecteer in het stuurautomaatscherm >...
Pagina 104
2 Volg de instructies op het scherm. Acties van de stuurautomaatknoppen aanpassen Voordat u de acties van de stuurautomaatknoppen kunt instellen, moet u een compatibele Garmin stuurautomaat installeren en configureren. U kunt maximaal drie stuurautomaatacties selecteren die uw Garmin horloge uitvoert.
Pagina 105
U kunt de software voor de afstandsbediening van de Reactor stuurautomaat bijwerken met behulp van de kaartplotter. 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer. 2 Ga naar garmin.com/software/autopilot_remote_controlen selecteer Software. 3 Selecteer Download. 4 Lees en accepteer de voorwaarden.
Pagina 106
Yamaha stuurautomaatscherm Werkelijke koers Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is) Instellingen Yamaha stuurautomaat Selecteer in een Yamaha motorscherm > Instelling stuurautomaat. Patroon instellen: Hiermee kunt u een stuurautomaatpatroon selecteren. Richting: Hiermee stelt u een bakboord- of stuurboordrichting voor het patroon in. Afstand: Hiermee stelt u de afstand voor het patroon in.
Pagina 107
Overlaybalk voor de Yamaha stuurautomaat Stuurautomaatmodus Werkelijke koers Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is) Hiermee opent u het volledige scherm en menu van de stuurautomaat Force elektrische motor bedienen ® WAARSCHUWING Laat de motor niet draaien wanneer de schroef uit het water is. Contact met de draaiende schroef kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Pagina 108
2 Schakel het Wi‑Fi netwerk op de kaartplotter in (Het Wi‑Fi netwerk instellen, pagina 12). 3 Als er meerdere kaartplotters zijn aangesloten op het Garmin Marine Network, zorg er dan voor dat deze kaartplotter de host is van het Wi‑Fi netwerk (De Wi‑Fi host wijzigen, pagina 14).
Pagina 109
Bedieningsbalk trollingmotor Met de bedieningsbalk van de trollingmotor kunt u een Force trollingmotor bedienen en de status van de motor bekijken. Selecteer een item om het te activeren. De knop licht op wanneer deze wordt geselecteerd. Selecteer het item opnieuw om het te deactiveren. Accustatus trollingmotor.
Pagina 110
Elektrische motorinstellingen Selecteer vanuit de trollingmotorbalk Kalibreer: Kalibreert het kompas van de trollingmotor (Het kompas van de trollingmotor kalibreren, pagina 98) en stelt de boegcorrectie van de trollingmotor in (De boegcorrectie instellen, pagina 99). Ankerversterking: Hiermee stelt u de reactie van de elektrische motor in wanneer de modus virtueel anker is ingeschakeld.
Pagina 111
• De kaartplotter kan de posities bijhouden van schepen die positierapporten verzenden. Als een Garmin NMEA 2000 VHF radio is aangesloten op uw kaartplotter, zijn deze functies ook ingeschakeld. • Met de kaartplotter kunt u snel informatie over persoonlijke standaardoproepen instellen en verzenden naar uw Garmin VHF radio.
Pagina 112
De DSC-lijst weergeven U kunt de DSC-lijst alleen weergeven als de kaartplotter is aangesloten op een marifoon die ondersteuning biedt voor DSC. Selecteer Info > Overige schepen > DSC-lijst. Een DSC-contactpersoon toevoegen U kunt een schip toevoegen aan uw DSC-lijst. U kunt oproepen naar een DSC-contactpersoon uitvoeren vanaf de kaartplotter.
Pagina 113
Persoonlijke standaardoproepen Wanneer u de kaartplotter aansluit op een Garmin marifoon, kunt u de interface van de kaartplotter gebruiken voor het uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen. Wanneer u een persoonlijke standaardoproep uitvoert vanaf de kaartplotter, kunt u het gewenste DSC-kanaal selecteren voor de communicatie.
Pagina 114
4 Selecteer indien nodig Kanaal en selecteer een nieuw kanaal. 5 Selecteer Verzend. De kaartplotter verzendt informatie over de oproep naar de marifoon. 6 Voltooi de oproep op uw Garmin VHF radio. Een individuele routineoproep voor een AIS-doel 1 Kies een AIS-doel in een kaart of 3D-kaartweergave.
Pagina 115
De meters bekijken 1 Selecteer Schip. 2 Selecteer een gauge, zoals Schip. 3 Selecteer om een andere gauge-pagina weer te geven, indien van toepassing. Pictogrammen motorwaarschuwing Als een pictogram op de pagina met meters oplicht, duidt dit op een probleem met de motor. Waarschuwing laag oliepeil of lage oliedruk Temperatuurwaarschuwing Waarschuwing accuspanning...
Pagina 116
Meters aanpassen U kunt een meterpagina toevoegen, de indeling van de meterpagina wijzigen, de weergave van de meters wijzigen en de gegevens in elke meter wijzigen. 1 Open een meterpagina. 2 Selecteer > Wijzig meterpagina's. 3 Selecteer indien nodig een meterweergave of meter die u wilt bewerken. 4 Selecteer een optie: •...
Pagina 117
Statusalarmen voor motormeters inschakelen U kunt de kaartplotter inschakelen om statusalarmen voor de motor weer te geven. Selecteer in het motormeterscherm > Installatie > Statusalarmen > Aan. Wanneer een motoralarm wordt geactiveerd, wordt een statusalarmbericht weergegeven en wordt de meter mogelijk rood, afhankelijk van het type alarm.
Pagina 118
Gegevensvelden Houd ingedrukt om de gegevens te vervangen. Huidige tijd Houd ingedrukt om de reisgegevens te bekijken. Selecteer om de stuurautomaatbalk in en uit te schakelen (Helm Master EX). ® Selecteer om de joystick-knop voor Punt instellen-functies te configureren (Helm Master). Tankniveau-informatie Houd een tank ingedrukt om gedetailleerde sensorinformatie over het tankniveau te bekijken.
Pagina 119
Pictogrammen motorwaarschuwing Rode pictogrammen geven afwijkingen van de motor aan. LET OP Neem contact op met uw Yamaha dealer als het probleem niet gevonden of opgelost kan worden. Lage koelwaterdruk. Lage oliedruk. Stop de motor. Controleer het motorolieniveau en voeg zo nodig meer olie toe. LET OP Laat de motor niet lopen als deze indicator zichtbaar is.
Pagina 120
Helm Master EX-systeem dat is uitgerust met een stuurautomaat. Zie (Stuurautomaat, pagina 86) voor informatie over de Garmin stuurautomaat. Joystick en instelpunt: Hiermee configureert u de stuwkracht van de joystick, trimhoek en trimvoorinstelling, fijninstelling van de afstand en de vispuntinstellingen. Beschikbaar op het Helm Master systeem en het Helm Master EX systeem met een joystick.
Pagina 121
Herstel: Hiermee herstelt u de motor- en gatewaygegevens. Mercury motormeters ® OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er verbinding is met de Mercury SmartCraft Connect gateway. De beschikbare gegevens variëren afhankelijk van het motornetwerk en kunnen het toerental, het aantal motoruren, de koelvloeistofdruk, de oliedruk en andere gegevens omvatten.
Pagina 122
Het brandstofalarm instellen VOORZICHTIG De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen (Scherm- en geluidsinstellingen, pagina 136). Het niet instellen van akoestische alarmen kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen. Voordat u een brandstofniveau-alarm kunt instellen, moet u een compatibele brandstofflowsensor aansluiten op de kaartplotter.
Pagina 123
De bron van de snelheid configureren U kunt opgeven of de snelheid van het vaartuig die op de snelheidsmeter wordt weergegeven en voor windberekeningen wordt gebruikt, gebaseerd wordt op de watersnelheid of de GPS-snelheid. 1 Selecteer op de windmeter > Wijzig meterpagina's. 2 Selecteer in het venster aan de linkerkant Kompasmeter.
Pagina 124
• Selecteer Voeg BoatView afbeelding toe om een afbeelding van de boot toe te voegen. OPMERKING: U kunt de standaardafbeelding van het vaartuig gebruiken of een aangepaste afbeelding van uw vaartuig. Sla de aangepaste afbeelding op in de map /Garmin op de geheugenkaart. U kunt ook de weergave en plaatsing van de afbeelding aanpassen.
Pagina 125
Apparatuur van derden besturen die op uw boot is geïnstalleerd Power-Pole ankersysteem ® WAARSCHUWING Schakel het Power-Pole ankersysteem niet in terwijl u onderweg bent. Als u dat toch doet, kan dat leiden tot een ongeval en kunnen eigendommen beschadigd raken, of kan dit persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Als een compatibel Power-Pole ankersysteem is verbonden met het NMEA 2000 netwerk, kunt u de kaartplotter gebruiken om het Power-Pole anker te bedienen.
Pagina 126
Selecteer om het menu te openen Selecteer deze optie om de geavanceerde bootbediening in te schakelen OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer deze is aangesloten op een compatibele Garmin elektrische motor POORT Bedieningsknoppen zij-anker bakboord STBD Bedieningsknoppen zij-anker stuurboord...
Pagina 127
Power-Pole geavanceerde bootbediening Wanneer de kaartplotter is aangesloten op een compatibele Garmin elektrische motor en een compatibel Power-Pole ankersysteem, kunt u geavanceerde bootbedieningsfuncties inschakelen die zowel de Power-Pole ankers als de elektrische motor gebruiken. OPMERKING: U moet Ankervergr. inschakelen op de elektrische motor voordat u de geavanceerde bootbediening kunt inschakelen.
Pagina 128
Voordat u de CHARGE overlay kunt toevoegen, moet u een CHARGE energiebeheersysteem op uw vaartuig installeren en aansluiten op een C-Monster bedieningssysteem. Beide systemen zijn Power-Pole producten en zijn niet geproduceerd door Garmin. Nadat u deze hardware hebt geïnstalleerd, moet u het CHARGE energiebeheersysteem en het C-Monster bedieningssysteem configureren, zodat de kaartplotter toegang heeft tot de oplaadfuncties en die kan beheren.
Pagina 129
De Mercury Troll Control overlay toevoegen Indien verbonden met een compatibele Mercury motor, kunt u de doelsnelheid instellen en aanpassen met de Mercury Troll overlay op de kaartplotter. 1 Selecteer > Wijzig overlays op de pagina waaraan u de overlay wilt toevoegen. 2 Selecteer Bovenstang of Onderste balk.
Pagina 130
Mercury overlay cruisecontrol Selecteer om de doelsnelheid te verlagen Doelsnelheid Selecteer om de doelsnelheid te verhogen Werkelijke snelheid Schakel in Selecteer om de cruisecontrol in te schakelen Schakel uit Selecteer om de cruisecontrol uit te schakelen Gegevens van Mercury motor WAARSCHUWING U bent verantwoordelijk voor het onderhoud van de motoren op uw vaartuig.
Pagina 131
Mercury motoroverlay U kunt de Mercury motoroverlay gebruiken om motorgegevens te bekijken (De Mercury motoroverlay toevoegen, pagina 118). OPMERKING: Vanwege de beperkte ruimte op de overlay worden sommige items mogelijk niet weergegeven als het vaartuig meerdere motoren heeft. Toerental bakboordmotor Toerental stuurboordmotor Totaal beschikbare brandstof Brandstofverbruik Sport Exhaust bediening (indien ondersteund)
Pagina 132
Mercury Active Trim-overlay Als deze optie is ingeschakeld, kunt u de trim handmatig aanpassen. Als deze optie is ingeschakeld, kunt u schakelen tussen Mercury actieve vooraf ingestelde trimprofielen. Status van actief trimsysteem. Schakel in of Schakel uit Selecteer om het actieve trimsysteem in of uit te schakelen. Dometic Optimus functies...
Pagina 133
Overzicht van de Optimus overlaybalk Als u de overlaybalk wilt gebruiken, moet u uw Optimus systeem aansluiten op uw kaartplotter en de overlaybalk toevoegen aan de benodigde schermen (De Optimus overlaybalk activeren, pagina 120). Bedieningsmodus Optimus bedieningsknoppen Roer Stand-byknop U moet op een modusknop op de overlaybalk drukken om de modus in of uit te schakelen. Wanneer de modus is ingeschakeld, is de knop verlicht.
Pagina 134
Optimus Noodloop modus WAARSCHUWING In geval van een storing in de stuurinrichting is de Optimus Noodloop modus beschikbaar. De Noodloop modus is een overridesysteem dat de besturing van uw boot ernstig kan beperken. Deze modus is alleen voor noodgevallen als u geen hulp kunt inroepen. Ga uiterst voorzichtig te werk. Lees de Optimus gebruikershandleiding en draag altijd een reddingsvest.
Pagina 135
Overlays van stromingen en getijden Overlaybalk met getijdenstation. Overlaybalk met stromingenstation. Naam van het geselecteerde getijden- of stromingenstation. Selecteer om naar een ander getijden- of stromingenstation te gaan. Grafiek van getijden- of stromingenstation. Huidige tijd, aangegeven in de grafiek van het getijden- of stromingenstation als een witte lijn. U kunt om de tijd in de grafiek van het getijden- of stromingenstation aan te passen.
Pagina 136
Gegevens van getijdenstation, stromingenstation of zon- en maanstanden voor een andere datum weergeven 1 Selecteer Info. 2 Selecteer Getijden & strom. > Getijden, Getijden & strom. > Stromen, of Zon en maan. 3 Selecteer een optie: • Als u informatie voor een andere datum wilt weergeven, selecteert u Wijzig datum > Handmatig en voert u een datum in.
Pagina 137
™ stereo's en groepen in het netwerk bedienen met de kaartplotter. Als u een van de stereo's in het Fusion netwerk hebt aangesloten op het NMEA 2000-netwerk of het Garmin Marine Network, zou de kaartplotter de stereo's automatisch moeten detecteren.
Pagina 138
Mediaspeler-pictogrammen OPMERKING: Niet alle toestellen beschikken over deze pictogrammen. Pictogram Beschrijving Hiermee kunt u kanalen als voorkeuze instellen of verwijderen Hiermee herhaalt u alle nummers Hiermee herhaalt u één nummer Hiermee zoekt u naar AM/FM-radiozenders Hiermee gaat u naar het volgende of vorige nummer (tikken) Snel vooruit- of terugspoelen (ingedrukt houden) Hiermee schakelt u willekeurige volgorde in Hiermee verhoogt u het volume...
Pagina 139
Het geluidsniveau aanpassen U kunt de equalizer gebruiken om de geluidsniveaus op een aangesloten mediatoestel aan te passen. OPMERKING: Als het mediasysteem meerdere zones heeft, heeft het aanpassen van de toonregeling voor het geluidsniveau alleen invloed op de thuiszone. U kunt de thuiszone wijzigen om het geluidsniveau in andere zones aan te passen (De thuiszone selecteren, pagina 128).
Pagina 140
Stereozones en -groepen OPMERKING: De knop Zones wordt alleen weergegeven voor stereo's die meerdere luidsprekerzones ondersteunen. OPMERKING: De optie Groepen wordt alleen weergegeven als u meerdere Fusion stereo's op elkaar hebt aangesloten via het Fusion PartyBus netwerk. Als een aangesloten stereo is ingesteld om meerdere luidsprekerzones te ondersteunen, kunt u het geluid van de zones afzonderlijk regelen vanaf het mediascherm op de kaartplotter.
Pagina 141
Een luidsprekerzone uitschakelen Als uw aangesloten mediatoestel luidsprekerzones heeft, kunt u ongebruikte zones uitschakelen. 1 Selecteer in het mediascherm > Installatie. 2 Selecteer een aangesloten stereo. 3 Selecteer Zones. 4 Selecteer de zone die u wilt uitschakelen. 5 Selecteer Schakel in. De groene balk op de knop wordt grijs om aan te geven dat de zone is uitgeschakeld.
Pagina 142
Groepssynchronisatie Groepen die u maakt, worden standaard niet onderhouden wanneer u stereo's in de groep uitschakelt. Als u één stereo uitschakelt die aan de groep is toegevoegd, verlaat deze de groep. Als u de primaire stereo in de groep uitschakelt, wordt de groep opgeheven. U kunt groepssynchronisatie inschakelen om het groepslidmaatschap voor een stereo te behouden nadat u deze hebt uitgeschakeld.
Pagina 143
Een nummer laten herhalen 1 Selecteer een optie in het mediascherm terwijl een nummer wordt afgespeeld. • Selecteer > Herhaal. • Selecteer > Blader > Herhaal. 2 Selecteer zo nodig Enkel. OPMERKING: Niet alle mediatoestellen en -bronnen ondersteunen de optie Enkel voor de Herhaal. Alle nummers herhalen OPMERKING: Niet alle mediatoestellen en -bronnen ondersteunen de optie Alle voor de Herhaal.
Pagina 144
Voorinstellingen U kunt uw favoriete AM- en FM-stations opslaan als voorkeuzezenders. U kunt uw favoriete SiriusXM kanalen opslaan als de stereo verbonden is met een optionele SiriusXM tuner en antenne. U kunt uw favoriete DAB-zenders opslaan als de stereo is aangesloten op de juiste DAB-apparatuur en is ingesteld op de juiste tunerregio.
Pagina 145
Een DAB-station selecteren in een categorie 1 Selecteer in het DAB-mediascherm Blader > Categorieën. 2 Selecteer een categorie in de lijst. 3 Selecteer een station in de lijst. DAB-voorkeuzezenders U kunt uw favoriete DAB-stations instellen als voorkeuzezender. U kunt maximaal 15 DAB-stations instellen als voorkeuzezender. Een DAB-station als voorinstelling instellen 1 Selecteer in het DAB-mediascherm het station die u wilt opslaan als voorinstelling.
Pagina 146
De kanalengids aanpassen De kanalen van de SiriusXM radio zijn in categorieën onderverdeeld. U kunt de categorieën kanalen selecteren die in de kanalengids staan. Selecteer een optie: • Als het mediatoestel een FUSION-Link compatibele stereo is, selecteert u Media > Blader > Kanaal. •...
Pagina 147
3 Selecteer Selecteer of OK. De software van de mediaspeler bijwerken U kunt de software op compatibele aangesloten stereo's en accessoires bijwerken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de stereo op support.garmin.com voor instructies over het bijwerken van de software. Een stereo configureren vanaf de kaartplotter U kunt verschillende functies van een compatibele aangesloten stereo configureren met behulp van de kaartplotter.
Pagina 148
Scherm- en geluidsinstellingen Selecteer Instellingen > Systeem > Geluiden en scherm. Zoemer: Schakelt het signaal in en uit dat afgaat voor alarmen en selecties. Stel audio in: Hiermee stelt u de audio-uitvoer in. Schermverlichting: Hiermee kunt u de helderheid van de schermverlichting instellen. U kunt de optie Automatisch selecteren om de helderheid van de schermverlichting automatisch aan te passen op basis van het omgevingslicht.
Pagina 149
U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, alle aanvullende kaartinformatie (indien beschikbaar), de softwareversie van de optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id weergeven. U kunt deze gegevens nodig hebben om de systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens aan te schaffen.
Pagina 150
Eenheden instellen Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Eenheden. Systeemeenheden: Stelt de systeemeenheid in voor het toestel. Met Aangepast > Diepte > Vadems wordt bijvoorbeeld de notatie van de diepte ingesteld op Vadems. Afwijking: Hiermee wordt de magnetische afwijking, de hoek tussen het magnetische noorden en het ware noorden, ingesteld voor uw huidige locatie.
Pagina 151
Guidance route weergegeven als een ononderbroken oranje lijn of een rode gestreepte lijn in Garmin Navionics+ en Garmin Navionics Vision+ kaarten, en wordt het weergegeven als een magenta en grijze gestreepte lijn in eerdere versies. Er wordt een alarmbericht weergegeven wanneer uw boot een van deze gebieden binnenvaart (Kleurcodering van de route, pagina 39).
Pagina 152
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen De instelling Afstand kustlijn geeft aan hoe dicht op de kust u de Auto Guidance-lijn wilt plaatsen. De Auto Guidance lijn wordt mogelijk verplaatst als u deze instelling tijdens het navigeren wijzigt. De beschikbare waarden voor de instelling Afstand kustlijn zijn relatief, niet absoluut.
Pagina 153
Toestellen labelen: Hier kunt u de labels van de beschikbare verbonden toestellen veranderen. Toestellen en sensoren in het netwerk een naam geven U kunt een naam geven aan toestellen en sensoren die met het Garmin Marine Network en het NMEA 2000 netwerk zijn verbonden.
Pagina 154
Het krabbend-ankeralarm instellen U kunt een alarm instellen als u zich buiten een toegestane straal bevindt die u hebt ingesteld bij het configureren van het alarm. WAARSCHUWING Het krabbend-ankeralarm is alleen een hulpmiddel om informatie over uw omgeving te bieden en voorkomt misschien niet onder alle omstandigheden dat u aan de grond loopt.
Pagina 155
Systeemalarmen Selecteer Instellingen > Alarmen > Systeem. Klok Stelt een wekker in. Voedingspanng: Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat afgaat als de accuspanning is gedaald tot een opgegeven voltage. GPS-nauwkeurigheid: Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat afgaat als de nauwkeurigheid van de GPS-locatie buiten een door de gebruiker gedefinieerde waarde valt.
Pagina 156
Mijn boot instellingen OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra kaarten of toestellen vereist. Selecteer Instellingen > Mijn boot. Transducers: Toont alle transducers op het netwerk. Zo kunt u transducers wisselen en diagnostische informatie bekijken (Het transducertype selecteren, pagina 71). Diepte en anker: Hiermee kunt u informatie invoeren over de kiel (De kielcorrectie instellen, pagina 56) en het...
Pagina 157
De kielcorrectie instellen U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te compenseren voor de installatielocatie van de transducer. Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte. Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de boot.
Pagina 158
De watertemperatuurcorrectie instellen De temperatuurcorrectie compenseert de temperatuurmeting van een temperatuursensor of transducer met temperatuurmeting. 1 Meet de watertemperatuur aan de hand van een temperatuursensor of transducer met temperatuurmeting die is aangesloten op het netwerk. 2 Meet de watertemperatuur met een andere temperatuursensor of een thermometer die nauwkeuriger is. 3 Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.
Pagina 159
• Als u de opgeslagen gegevens wilt wissen en de fabrieksinstellingen van het toestel wilt herstellen, koppelt u de kaartplotter los van het Garmin Marine Network, en selecteert u Gegevens verwijderen en instellingen herstellen. Dit heeft geen invloed op kaarten of software-updates.
Pagina 160
Met deze functie kunt u gegevens importeren van andere toestellen die mogelijk door derden zijn gegenereerd. Garmin doet geen uitspraken over de nauwkeurigheid, volledigheid of actualiteit van door derden gegenereerde gegevens. Het vertrouwen op of het gebruik van dergelijke gegevens is voor uw eigen risico.
Pagina 161
1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer (Geheugenkaarten plaatsen, pagina 4). 2 Open de Garmin Express toepassing. Als de Garmin Express toepassing niet op uw computer is geïnstalleerd, kunt u deze downloaden van garmin .com/express. 3 Registreer indien nodig uw toestel (Uw toestel registeren via de Garmin Express app, pagina 151).
Pagina 162
Appendix ActiveCaptain en Garmin Express Met de ActiveCaptain en Garmin Express apps kunt u uw Garmin kaartplotter en andere toestellen beheren. ActiveCaptain: De mobiele ActiveCaptain app biedt een gebruiksvriendelijke connectie tussen uw compatibele mobiele toestel en uw compatibele Garmin kaartplotter, kaarten en de Garmin Quickdraw Contours...
Pagina 163
Als de registratie is voltooid, zoekt de Garmin Express applicatie naar aanvullende kaarten en kaartupdates voor uw toestel. Om nieuwe toestellen toe te voegen met de Garmin Express app, herhaalt deze u stappen als u toestellen aan het netwerk van de kaartplotter toevoegt.
Pagina 164
U moet een lege geheugenkaart gebruiken voor kaartupdates. Tijdens het updateproces wordt de inhoud op de kaart gewist en wordt de kaart opnieuw geformatteerd. 1 Installeer de Garmin Express app op uw computer (De Garmin Express app installeren op een computer, pagina 151).
Pagina 165
De nieuwe software op een geheugenkaart laden met Garmin Express U kunt de software-update naar een geheugenkaart kopiëren via een computer met de Garmin Express app. Dit toestel ondersteunt een geheugenkaart van maximaal 32 GB microSD met de indeling FAT32 en snelheidsklasse 4 of hoger.
Pagina 166
De toestelsoftware bijwerken met een geheugenkaart Voor het bijwerken van de software met een geheugenkaart moet u beschikken over een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste software zelf op een geheugenkaart laden met behulp van de Garmin Express app (De nieuwe software op een geheugenkaart laden met Garmin Express, pagina 153).
Pagina 167
1 Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en plaats deze in een kaartlezer die is aangesloten op een computer. 2 Open in Windows Verkenner de map Garmin\scrn op de geheugenkaart. 3 Kopieer het afbeeldingsbestand van de kaart en plak dit in een willekeurige locatie op de computer.
Pagina 168
2 Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Eenheden. 3 Selecteer de juiste kaartdatum- en positieformaatinstellingen. 4 Maak het waypoint opnieuw. Contact opnemen met Garmin Support • Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en klantondersteuning.
Pagina 169
Traditionele L, M, H CHIRP: 50/77/83/200 kHz Sonarfrequenties Garmin ClearVü CHIRP: 260/455/800/1000/1200 kHz Garmin SideVü CHIRP: 260/455/800/1000/1200 kHz CHIRP: 500 W Sonarzendvermogen (RMS) Garmin ClearVü en Garmin SideVü CHIRP: 500 W Sonardiepte 701 m (2300 ft.) bij 77 kHz 6Xsv modellen Afmetingen, alleen toestel en houder (B x H x D) 206 x 131 x 67 mm (8 x 5...
Pagina 170
7Xsv modellen Afmetingen, alleen toestel en houder (B x H x D) 218 x 142 x 81 mm (8 inch) Afmetingen op beugelsteun met zonnekap (B x H x D) 261 x 166 x 99 mm (10 x 6 x 3 inch) 155 x 87 mm (6 x 3 inch) Schermgrootte (B x H) 178 mm (7 inch) diagonaal Schermresolutie (B x H) 800 x 480 pixels...
Pagina 171
NMEA 2000 PGN informatie Zenden en ontvangen Beschrijving 059392 ISO-bevestiging 059904 ISO Aanvraag 060160 ISO-transportprotocol, gegevensoverdracht 060416 ISO-transportprotocol, verbindingsbeheer - RTS-groepsfunctie 060928 ISO Adresreservering 126208 NMEA - Opdracht, aanvraag en bevestiging groepsfunctie 126993 Hartslag 126996 Productinformatie 126998 Configuratiegegevens 127250 Koers van schip 128259 Snelheid, door het water 128267...
Pagina 173
Beschrijving 129798 AIS, SAR, positierapport voor vliegtuigen 129799 Radiofrequentie/modus/vermogen 129802 AIS, veiligheidgerelateerd uitgezonden bericht 129808 DSC Call-informatie 129809 AIS, rapport met vaste gegevens, deel A 129810 AIS, rapport met vaste gegevens, deel B 130067 Route en WP-service - Route - WP-naam en -positie 130311 Omgevingsparameters 130313...
Pagina 174
Oktober 2023 GUID-900F784C-8371-433B-B263-67611C27A94C v3...