Pagina 2
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
21 Pagina's aanpassen........ 9 Luchtfoto's van oriëntatiepunten Een nieuwe combinatiepagina maken weergeven.......... 22 met de ECHOMAP Plus 70/90.... 9 Automatic Identification System..22 Een nieuwe combinatiepagina maken Symbolen van AIS-doelen....23 met de ECHOMAP Plus 60....10 Voorliggende koers en geprojecteerde Een nieuwe combinatiepagina maken koers van geactiveerde AIS-doelen..
Pagina 4
Een label toevoegen aan een Garmin Naar een opgeslagen route zoeken en Quickdraw Contours kaart....33 parallel aan deze route navigeren..43 Garmin Quickdraw Community.... 34 Een opgeslagen route verwijderen... 43 Via ActiveCaptain verbinden met de Alle opgeslagen routes Garmin Quickdraw community..34 verwijderen........
Pagina 5
52 Het detailniveau aanpassen....71 Leylijninstellingen........53 De kleurintensiteit aanpassen....72 De kielcorrectie instellen...... 54 Traditioneel, Garmin ClearVü en SideVü Bediening van de stuurautomaat op een echolood instellen......... 72 zeilboot..........55 Het zoomniveau instellen op het Vaste windsturing......55 sonarscherm........
Pagina 6
De voorliggende koers wijzigen met de Een positierapport weergeven..90 kaartplotter in de Naar een schip navigeren waarvan u koerswijzigingsstapmodus....84 de positie bijhoudt......90 Koerspatronen........84 Een waypoint maken op de positie van Het patroon 180 graden bocht een schip waarvan u de positie volgen..........
Pagina 7
De close hauled-windmeter Een SiriusXM radio-id zoeken..101 aanpassen......... 95 Een SiriusXM abonnement activeren.......... 101 Digitaal schakelen......95 De kanalengids aanpassen.....101 Een SiriusXM kanaal in de Een digitale schakelpagina toevoegen en voorkeuzelijst opslaan....102 bewerken..........95 Ontgrendelen van SiriusXM Ouderlijk Informatie over getijden, stromingen toezicht..........
Pagina 8
Gebruikersgegevens beheren en Specificaties........122 Alle modellen........122 delen..........112 Modellen van 4 inch......122 Verbinden met een Garmin toestel om Modellen van 6 inch......123 gebruikersgegevens te delen..... 112 Modellen van 7 inch......123 Bedradingsschema voor Modellen van 9 inch......124 gebruikersgegevens delen via de Specificaties sonarmodellen..
Inleiding WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. ECHOMAP Plus 40 toesteloverzicht Knoppen op toestel microSD ® geheugenkaartsleuf Voeding- en transducerconnectors Pieper LET OP Steeds als u het toestel in de beugel plaatst, dient u te controleren of het stevig in de houder zit, of de kabels volledig in het toestel en in de steun zijn geplaatst en of de vergrendelingsbeugel stevig dicht is geklikt.
Knoppen op toestel Hiermee schakelt u het toestel in en weer uit als deze knop wordt vastgehouden. Hiermee opent u een menu met snelkoppelingen waar u kort op kunt drukken om naar de schermverlichting, kleurmodus en sonartransmissie te gaan. Hiermee bladert u door de helderheidsniveaus als u meerdere malen op deze knop drukt. Hiermee kunt u op een kaart of weergave uitzoomen.
ECHOMAP Plus 60 vooraanzicht Aan-uitknop Sensor automatische schermverlichting Knoppen microSD geheugenkaartsleuf LET OP Steeds als u het toestel in de houder plaatst, dient u te controleren of het stevig in de houder zit, of de kabels volledig in het toestel en in de houder zijn geplaatst en of de vergrendelingsbeugel stevig dicht is geklikt. U hoort een duidelijke klik wanneer de vergrendelingsbeugel correct is geïnstalleerd.
Hiermee kunt u indien van toepassing een menu met opties openen voor de pagina. MENU Hiermee kunt u indien van toepassing een menu sluiten. Hiermee maakt u een schermafdruk als deze knop wordt vastgehouden. ECHOMAP Plus 60 connectorweergave POWER Voeding en gegevens delen NMEA 2000 ®...
ECHOMAP Plus 70/90 vooraanzicht Aan-uitknop Sensor automatische schermverlichting Aanraakscherm Snelkoppelingsknoppen microSD geheugenkaartsleuf Knoppen op toestel Hiermee schakelt u het toestel in en weer uit als deze knop wordt vastgehouden. Hiermee opent u een menu met snelkoppelingen waar u kort op kunt drukken om naar de schermver...
ConnectorweergaveECHOMAP Plus 70/90 POWER Voeding en NMEA 0183 toestellen NMEA 2000 NMEA 2000 netwerk SONAR 12-pins transducer Panoptix LiveScope sonar of Garmin Marine Network voor het delen van sonar, kaarten en ™ ™ ® PANOPTIX gebruikersgegevens LET OP Bedek ongebruikte aansluitingen met de weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten.
Vermogen > Zet tstl in slaapst om de kaartplotter in de stand-bymodus te zetten, indien beschikbaar. De handleidingen op internet bekijken U kunt de nieuwste gebruikershandleiding en vertaalde versies daarvan downloaden van de Garmin website. 1 Ga naar garmin.com/manuals/echomapplus60-70-90. 2 Selecteer de Gebruikershandleiding.
Als het toestel het satellietsignaal verliest, verschijnt een knipperend vraagteken boven de indicator van de bootpositie ( ) op de kaart. Ga voor meer informatie over GPS naar garmin.com/aboutGPS. Voor hulp bij het ontvangen van GPS-signalen, (Mijn toestel ontvangt geen GPS-signalen, pagina 120).
• Als u de schermachtergrondafbeelding van het startscherm wilt wijzigen, selecteert u Achtergrond en selecteert u een afbeelding. Pagina's aanpassen Een nieuwe combinatiepagina maken met de ECHOMAP Plus 70/90 U kunt naar wens een aangepaste combinatiepagina maken. 1 Selecteer Combinaties > Aanpassen > Voeg toe.
Een nieuwe combinatiepagina maken met de ECHOMAP Plus 60 U kunt naar wens een aangepaste combinatiepagina maken. 1 Selecteer Combinaties > Aanpassen > Voeg toe. 2 Selecteer een lay-out. 3 Selecteer een gebied. 4 Selecteer een functie voor het gebied.
De gegevensoverlays aanpassen Hiermee kunt u de gegevens aanpassen in de gegevensoverlays die op het scherm worden weergegeven. 1 Selecteer een optie op basis van het type scherm dat u bekijkt: • In een volledige schermweergave selecteert u MENU > Wijzig overlays. •...
De ECHOMAP Plus 70/90 modellen zijn compatibel met de ActiveCaptain gemeenschap. De ECHOMAP Plus 40/60 modellen zijn niet compatibel met de ActiveCaptain gemeenschap. ActiveCaptain rollen In hoeverre u met het ECHOMAP Plus toestel kunt communiceren via de ActiveCaptain app is afhankelijk van uw rol. Functie Eigenaar Gast Registreer toestel, geïntegreerde kaarten en aanvullende kaarten op het account...
7 Ga naar de instellingen van uw mobiele toestel, open de pagina met Wi‑Fi ® verbindingen en breng een verbinding met het Garmin toestel tot stand aan de hand van de naam die en het wachtwoord dat u hebt ingevoerd. Smartphone meldingen inschakelen WAARSCHUWING Lees of beantwoord geen berichten tijdens het besturen van het vaartuig.
Lees of beantwoord geen berichten tijdens het besturen van het vaartuig. Als u geen aandacht geeft aan de omstandigheden op het water, kan dit resulteren in schade aan vaartuigen, lichamelijk letsel of overlijden. Voordat uw ECHOMAP Plus toestel meldingen kan ontvangen, moet u het verbinden met uw mobiele toestel en de functie Smartphone meldingen inschakelen.
De ActiveCaptain app downloadt de update naar het mobiele toestel. Als u de app opnieuw verbindt met het ECHOMAP Plus toestel, wordt de update naar het toestel overgezet. Nadat het overzetten voltooid is, wordt u gevraagd de update te installeren.
Kaarten en 3D-kaartweergaven Welke kaarten en 3D-kaartweergaven beschikbaar zijn, is afhankelijk van de gebruikte kaartgegevens en accessoires. OPMERKING: 3D-kaartweergaven zijn beschikbaar met premiumkaarten, in sommige gebieden. U kunt de kaarten en 3D-kaartweergaven openen door Kaarten te selecteren. Navigatiekaart: Geeft alle beschikbare navigatiegegevens weer die op de vooraf geïnstalleerde kaarten en eventuele extra kaarten beschikbaar zijn.
In- en uitzoomen op de kaart Het zoomniveau wordt aangegeven door het schaalnummer onder aan de kaart. Het balkje onder het schaalnummer geeft de afstand op de kaart weer. • Als u wilt uitzoomen, selecteert u • Als u wilt inzoomen, selecteert u De kaart schuiven met de knoppen U kunt de kaart verplaatsen om een ander gebied te bekijken dan waar u zich momenteel bevindt.
Een via-punt op de kaart maken 1 Selecteer op een kaart of 3D-kaartweergave een locatie of object. Er wordt een lijst met opties rechts van de kaart weergegeven. Het hangt van de locatie of het object af welke opties er in de lijst staan. 2 Selecteer Via-punt maken.
Details over navigatiekenmerken weergeven Op de navigatiekaart, de viskaart of de Perspective 3D- en Mariner's Eye 3D-kaartweergave kunt u de details over de diverse typen navigatiehulpmiddelen zoals bakens, lichten en obstructies bekijken. OPMERKING: In sommige gebieden is de viskaart beschikbaar bij premiumkaarten. OPMERKING: 3D-kaartweergaven zijn beschikbaar met premiumkaarten, in sommige gebieden.
Let tijdens het volgen van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen. OPMERKING: Niet alle modellen ondersteunen alle kaarten. Met optionele premiumkaarten, zoals Garmin Navionics Vision+ ™ , haalt u het beste uit uw kaartplotter. Naast gedetailleerde navigatiekaarten kunnen premiumkaarten de volgende functies bevatten, die beschikbaar zijn in...
Bewegende indicaties voor getijden en stromingen WAARSCHUWING Informatie over getijden en stromingen is uitsluitend bedoeld ter informatie. Het is uw verantwoordelijkheid om alle aanwijzingen met betrekking tot water in acht te nemen, zich bewust te blijven van de omgeving en te allen tijde een veilig oordeel in, op en rondom water te vellen.
Luchtfoto's van oriëntatiepunten weergeven Om luchtfoto's op de navigatiekaart te kunnen bekijken, moet in de kaartinstellingen de instelling Fotopunten zijn ingeschakeld (Kaartlagen, pagina 28). OPMERKING: In sommige gebieden is deze functie beschikbaar bij premiumkaarten. U kunt zich met behulp van luchtfoto's van oriëntatiepunten, jachthavens en havens op de omgeving oriënteren of uzelf voor aankomst alvast vertrouwd maken met (jacht)havens.
Symbolen van AIS-doelen Symbool Beschrijving AIS-schip. Het schip geeft AIS-informatie. De richting waarin het driehoekje wijst, geeft de richting aan waarin het AIS-schip vaart. Het doel is geselecteerd. Het doel is geactiveerd. Het object wordt groter op de kaart. Een groene lijn die aan het object vastzit, geeft de voorliggende koers van het object aan.
Voorliggende koers en geprojecteerde koers van geactiveerde AIS-doelen Wanneer informatie over de voorliggende koers en over de COG (koers over de grond) door een geactiveerd AIS-doel wordt aangeleverd, wordt de voorliggende koers van het doel als een lijn die aan het symbool van het AIS-doel vastzit op de kaart weergegeven.
Een veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen WAARSCHUWING Deze functie is alleen een hulpmiddel waarmee u inzicht in de omgeving krijgt maar voorkomt mogelijk niet onder alle omstandigheden vastlopen of aanvaringen. Het is uw verplichting om een veilige bediening van uw vaartuig te garanderen.
AIS-navigatiehulpmiddelen Onder IS-navigatiehulpmiddelen (ATON) vallen alle types navigatiehulpmiddelen die over de AIS-radio worden uitgezonden. ATONs worden op de kaarten weergegeven en hebben identificatiegegevens, zoals positie en type. Er zijn drie hoofdcategorieën AIS ATONs. Echte ATONs bestaan fysiek en verzenden hun identificatie- en positiegegevens vanaf hun werkelijke locatie.
AIS-noodsignaal Zelfstandig werkend AIS-noodsignaaltoestel dat uw positie uitzendt indien het in noodgevallen worden geactiveerd. De kaartplotter kan signalen ontvangen van Search and Rescue Transmitters (SART), Emergency Position Indicating Radio Beacons (EPRIB), en andere Man Overboord-signalen. Noodsignaal-uitzendingen zijn andere uitzendingen dan standaard-AIS-uitzendingen, dus zien ze er ook anders uit op de kaartplotter. In plaats van een noodsignaal-uitzending te volgen om een aanvaring te voorkomen, kunt u een noodsignaal-uitzending volgen om een vaartuig of persoon in nood te lokaliseren en te helpen.
Overige schepen: Hiermee past u de manier aan waarop andere vaartuigen worden getoond (Instellingen laag Overige schepen, pagina 31). Water: Hiermee toont en verbergt u diepte-elementen (Instellingen waterlaag, pagina 31). Quickdraw Contours: Hiermee toont en verbergt u Garmin Quickdraw Contours data (Garmin Quickdraw Contouren instellingen, pagina 36). Kaarten en 3D-kaartweergaven...
Pagina 37
Instellingen kaartlaag Selecteer MENU > Lagen > Kaart op een kaart. Satellietfoto's: Bij gebruik van bepaalde premiumkaarten kunt u op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge resolutie weergeven van het land of van zowel het land als de zee (Satellietbeelden op de navigatiekaart weergeven, pagina 21).
Leylijninstellingen Sluit een windsensor aan op de kaartplotter om de leylijnfuncties te gebruiken. In de zeilmodus (Het type boot instellen, pagina 11) kunt u leylijnen weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg handig zijn tijdens zeilraces. Selecteer op de navigatiekaart MENU > Lagen > Mijn boot > Leylijnen. Markeren: Hiermee stelt u in hoe de leylijnen op de kaart worden weergegeven.
Pagina 39
Instellingen laag Overige schepen OPMERKING: Deze opties vereisen aangesloten accessoires, zoals een AIS ontvanger of marifoon. Selecteer MENU > Lagen > Overige schepen op een kaart. DSC: Hiermee stelt u in hoe DSC-schepen en -sporen op de kaart worden weergegeven. Ook wordt de DSC-lijst getoond.
U kunt kaarten aanschaffen bij Garmin. Als u kaarten koopt bij een andere leverancier dan Garmin, kies de leverancier dan zorgvuldig voordat u tot aankoop overgaat. Wees vooral voorzichtig met online leveranciers. Als de kaart die u hebt gekocht niet wordt ondersteund, dient u deze terug te sturen naar de leverancier.
3 Selecteer Beheer > Naam en voer een naam voor de kaart in. Een label toevoegen aan een Garmin Quickdraw Contours kaart U kunt labels toevoegen aan een Garmin Quickdraw Contours kaart om gevaren of nuttige punten te markeren. 1 Selecteer een locatie op de navigatiekaart.
(Via Garmin Connect verbinden met de Garmin Quickdraw community, pagina 34). Via ActiveCaptain verbinden met de Garmin Quickdraw community 1 Open de ActiveCaptain app op uw mobiele toestel en maak verbinding met het ECHOMAP Plus toestel (Aan de slag met de ActiveCaptain app, pagina 13).
Pagina 43
Als uw toestel niet over Wi‑Fi technologie beschikt, kunt u toegang tot de Garmin Quickdraw Community krijgen via de Garmin Connect website. Als uw toestel over Wi‑Fi technologie beschikt, dient u naar de Garmin Quickdraw Community te gaan via de ActiveCaptain app (Via ActiveCaptain verbinden met de Garmin Quickdraw community, pagina 34).
Analysekleuren: Hiermee stelt u de kleur van het scherm Garmin Quickdraw Contours in. Als deze instelling is ingeschakeld, laten de kleuren de kwaliteit van de opname zien. Als deze instelling is uitgeschakeld, maken de contourgebieden gebruik van standaard kaartkleuren.
Auto Guidance: Maakt gebruik van de kaartgegevens en ingevoerde gegevens over uw boot om de beste doorvaartroute naar uw bestemming te bepalen. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van een compatibele premiumkaart op een compatibele kaartplotter. Een wending-voor-wending navigatieroute naar de bestemming wordt aangegeven, waarbij...
Auto Guidance. Het routesegment is bijvoorbeeld rood gestreept wanneer de route onder een zeer lage brug doorgaat of zich in ondiep water bevindt. Deze lijn is alleen rood gestreept op Garmin Navionics+ en Garmin Navionics Vision+ kaarten. De lijn is magenta en grijs gestreept in eerdere versies van de kaarten.
Zoeken naar een watersportdienstbestemming OPMERKING: In sommige gebieden is deze functie beschikbaar bij premiumkaarten. De kaartplotter bevat informatie over duizenden bestemmingen waar watersportdiensten worden aangeboden. 1 Selecteer Navigatie-info. 2 Selecteer Buitengaatsdiensten of Binnenlandse diensten. 3 Selecteer indien nodig een watersportdienstcategorie. De kaartplotter geeft een lijst met de dichtstbijzijnde posities en de afstand en peiling tot deze posities weer.
Een waypoint op een andere positie maken 1 Selecteer op een kaart Navigatie-info > Waypoints > Nieuw via-punt. 2 Selecteer een optie: • Om het waypoint te maken door positiecoördinaten in te voeren, selecteert u Voer coördinaten in en voert u de coördinaten in.
Een opgeslagen waypoint verplaatsen 1 Selecteer Navigatie-info > Waypoints. 2 Selecteer een waypoint. 3 Selecteer Bekijk > Wijzigen > Positie. 4 Geef een nieuwe locatie voor het waypoint aan: • Als u het waypoint wilt verplaatsen door middel van coördinaten, selecteert u Voer coördinaten in, voert u de nieuwe coördinaten in en selecteert u OK of Annuleer.
Routes Een route is een pad van één locatie naar één of meerdere bestemmingen. Een route vanaf uw huidige locatie maken en navigeren U kunt een route op de navigatiekaart of de viskaart maken en deze meteen gaan volgen. Met deze methode wordt de route niet opgeslagen.
Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route maken en opslaan. 1 Selecteer Navigatie-info > Routes. 2 Selecteer een route. 3 Selecteer Navigeren naar.
Alle opgeslagen routes verwijderen Selecteer Navigatie-info > Beheer gegevens > Wis gebruikergegevens > Routes. Auto Guidance WAARSCHUWING De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het volgen van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
Een Auto Guidance route aanpassen 1 Selecteer Navigatie-info > Routes. 2 Selecteer een route en vervolgens Wijzigen > Pad aanpassen. TIP: Als u een Auto Guidance route volgt, selecteert u de route op de navigatiekaart en daarna Pad aanpassen. 3 Selecteer een locatie op de route. 4 Selecteer een optie: •...
Guidance route weergegeven als een ononderbroken oranje lijn of een rode gestreepte lijn in Garmin Navionics+ en Garmin Navionics Vision+ kaarten, en wordt het weergegeven als een magenta en grijze gestreepte lijn in eerdere versies. Er wordt een alarmbericht weergegeven wanneer uw boot een van deze gebieden binnenvaart (Kleurcodering van de route, pagina 38).
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen De instelling Afstand kustlijn geeft aan hoe dicht op de kust u de Auto Guidance-lijn wilt plaatsen. De Auto Guidance lijn wordt mogelijk verplaatst als u deze instelling tijdens het navigeren wijzigt. De beschikbare waarden voor de instelling Afstand kustlijn zijn relatief, niet absoluut.
De kleur van het actieve spoor instellen 1 Selecteer Navigatie-info > Sporen > Actieve spooropties > Spoorkleur. 2 Selecteer een spoorkleur. De actieve track opslaan De track die momenteel wordt geregistreerd, wordt de actieve track genoemd. 1 Selecteer Navigatie-info > Sporen > Actief spoor opslaan. 2 Selecteer een optie: •...
Alle opgeslagen sporen verwijderen Selecteer Navigatie-info > Beheer gegevens > Wis gebruikergegevens > Opgeslagen sporen. Het actieve spoor volgen in tegengestelde richting De track die momenteel wordt geregistreerd, wordt de actieve track genoemd. 1 Selecteer Navigatie-info > Sporen > Volg actief spoor. 2 Selecteer een optie: •...
Grenzen WAARSCHUWING Deze functie is alleen een hulpmiddel waarmee u inzicht in de omgeving krijgt maar voorkomt mogelijk niet onder alle omstandigheden vastlopen of aanvaringen. Het is uw verplichting om een veilige bediening van uw vaartuig te garanderen. VOORZICHTIG De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen (Systeeminstellingen, pagina 103).
Een grensalarm instellen Grensalarmen waarschuwen u als zich binnen een bepaalde afstand van een grens bevindt. Dit kan handig zijn als u bepaalde gebieden probeert te ontwijken of wanneer u in gebieden komt waar u zeer alert moet zijn. 1 Selecteer Navigatie-info > Grenzen. 2 Selecteer een grens.
Startlijnbegeleiding Startlijnbegeleiding voor zeilers biedt een visuele weergave van informatie die u nodig hebt om de startlijn te passeren op het juiste moment en met de hoogste snelheid. Als u de startlijnpinnen aan stuurboord en bakboord hebt ingesteld en de beoogde snelheid en tijd hebt ingesteld, wordt een aanlooplijn weergegeven, nadat u de racetimer hebt gestart.
Leylijninstellingen Sluit een windsensor aan op de kaartplotter om de leylijnfuncties te gebruiken. In de zeilmodus (Het type boot instellen, pagina 11) kunt u leylijnen weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg handig zijn tijdens zeilraces. Selecteer op de navigatiekaart MENU > Lagen > Mijn boot > Leylijnen. Markeren: Hiermee stelt u in hoe de leylijnen op de kaart worden weergegeven.
De kielcorrectie instellen U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te compenseren voor de installatielocatie van de transducer. Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte. Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de boot.
Bediening van de stuurautomaat op een zeilboot WAARSCHUWING U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen.
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste voorliggende koers 1 Schakel een vaste voorliggende koers in (De stuurautomaat inschakelen, pagina 83). 2 Selecteer MENU. 3 Selecteer een optie. De stuurautomaat stuurt uw boot door een overstag- of gijpmanoeuvre. Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste windsturing Voordat u vaste windsturing kunt inschakelen, moet er een windsensor zijn geïnstalleerd.
Als u een compatibele transducer aansluit op uw kaartplotter, kunt u uw kaartplotter gebruiken als viszoeker. Ga voor meer informatie over welke transducer het beste voldoet aan uw eisen naar garmin.com/transducers. Er zijn verschillende sonarweergaven waarmee u de vis in het gebied kunt weergeven. Welke sonarweergaven beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type transducer en sonarmodule dat is aangesloten op de kaartplotter.
Traditioneel sonarweergave Er zijn diverse weergaven op volledig scherm beschikbaar, afhankelijk van de aangesloten transducer. In de sonarweergave Traditioneel op volledig scherm worden de sonargegevens van een transducer groot weergegeven. De diepteschaal rechts op het scherm geeft de diepte van de waargenomen objecten weer, terwijl het scherm van rechts naar links schuift.
Flitserweergave De flitser geeft sonarinformatie weer in een ronde diepteschaal. U ziet dan wat zich onder uw boot bevindt. De schaal ziet eruit als een ring die bovenaan begint en met de klok mee oploopt. De diepte wordt aangegeven door de schaal in de ring.
Snelkoppelingen voor de pagina Flitser Op toestellen met een touchscreen kunt u communiceren met de flitser en a-scopes. Versleep het zoomgebied om het te verplaatsen. Selecteer om het bereik aan te passen. Selecteer om de frequentie aan te passen. Selecteer om de versterking aan te passen. Selecteer om de straalbreedte aan te passen.
Garmin ClearVü sonarweergave OPMERKING: Als u Garmin ClearVü scanningsonar wilt ontvangen, hebt u een compatibele transducer nodig. Ga naar garmin.com/transducers voor informatie over compatibele transducers. Garmin ClearVü hoge-frequentie sonar geeft de visomgeving rond de boot in detail weer, inclusief gedetailleerde weergave van de structuren waar de boot overheen vaart.
™ Niet alle modellen hebben ingebouwde Garmin SideVü echoloodondersteuning. Als uw model geen ingebouwde SideVü echolood heeft, moet u een compatibele echoloodmodule en compatibele SideVü transducer hebben. Als uw model wel een ingebouwde SideVü echolood heeft, moet u een compatibele SideVü transducer hebben.
SideVü scanning-technologie In plaats van een meer algemene kegelvormige bundel maakt de SideVü transducer gebruik van een vlakke bundel om het water en de bodem naast uw boot te scannen. Afstanden meten op het echoloodscherm U kunt de afstand tussen twee punten in de SideVü echoloodweergave meten. 1 Selecteer in een SideVü...
LiveVü Down echoloodweergave Deze echoloodweergave toont in tweedimensionale beelden wat zich onder de boot bevindt. U kunt in deze weergave ook ballen aas en scholen vis zien. Panoptix beelden van onder de boot in bewegende echoloodweergave Boot Bereik Sporen Dropshot-rig Bodem Viszoeker met sonar...
LiveVü Forward echoloodweergave Deze echoloodweergave toont in tweedimensionale beelden wat zich voor de boot bevindt. U kunt in deze weergave ook ballen aas en scholen vis zien. Boot Bereik Sporen Bodem Viszoeker met sonar...
RealVü 3D Forward echoloodweergave Deze echoloodweergave toont in driedimensionale beelden wat zich vóór de transducer bevindt. U kunt deze weergave gebruiken als u stilligt en de bodem en de naar de boot toe zwemmende vissen wilt zien. Kleurlegenda Boot Ping-indicator Bodem Bereik Viszoeker met sonar...
RealVü 3D Down sonarweergave In deze sonarweergave worden driedimensionale beelden getoond van wat zich onder de transducer bevindt. U kunt deze weergave als u stilligt gebruiken om alles rondom uw boot te bekijken. Kleurlegenda Boot Sonarbundel Bereik Bodem Viszoeker met sonar...
RealVü 3D historische echoloodwaargave In deze weergave kunt u in 3D zien wat zich achter uw boot afspeelt terwijl u vaart en de hele waterkolom van bodem tot oppervlakte in 3D weergeven. Deze weergave wordt gebruikt om vis te vinden. Kleurlegenda Boot Bereik...
Zwevende doelen of vissen Bodem van het water Het transducertype selecteren Deze kaartplotter is compatibel met een aantal verschillende transducers, zoals de Garmin ClearVü ™ transducers, die beschikbaar zijn op garmin.com/transducers. Als u een transducer aansluit die bij de kaartplotter is geleverd, moet u mogelijk het transducertype instellen om de sonar correct te laten functioneren.
Als u de naam van een bron wilt wijzigen, moet u de sonarweergave voor de bron openen. Als u bijvoorbeeld de naam van de Garmin ClearVü sonarbron wilt wijzigen, moet u de Garmin ClearVü sonarweergave openen. 1 Selecteer in de sonarweergave MENU > Sonarinstelling > Bron > Wijzig naam bronnen.
Op bijvoorbeeld een ECHOMAP Plus 93sv toestel dat achterin de boot is geïnstalleerd, kunt u de sonargegevens bekijken van een ander ECHOMAP Plus toestel en Garmin ClearVü transducer die voorin de boot zijn geplaatst.
• Selecteer Omhoog of Achter om de kleurintensiteit handmatig te verhogen of te verlagen. • Selecteer Standaard als u de standaardinstelling wilt gebruiken. Traditioneel, Garmin ClearVü en SideVü echolood instellen OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van toepassing op alle modellen en transducers.
Met de instelling Automatisch kan een schuifsnelheid worden geselecteerd die is afgestemd op de snelheid van de boot, zodat doelen in het water met de juiste hoogte-breedteverhouding worden getekend en minder zijn vertekend. Bij gebruik van Garmin ClearVü/SideVü sonarweergaven of als u structuren zoekt, wordt aangeraden de instelling Automatisch te gebruiken.
Het bereik aanpassen U kunt het bereik van de diepteschaal voor traditionele en Garmin ClearVü sonarweergaven aanpassen. Als u toestaat dat het toestel het bereik automatisch aanpast, wordt de bodem weergegeven in het onderste of buitenste derde deel van het sonarscherm. Dit kan handig zijn voor het volgen van een bodem met minimale of minder grote dieptewijzigingen.
Sonaralarmen WAARSCHUWING De sonaralarmfunctie is alleen een hulpmiddel voor situationeel bewustzijn en voorkomt misschien niet onder alle omstandigheden dat u aan de grond loopt. Het is uw verplichting om een veilige bediening van het vaartuig te garanderen. Het ondiep-wateralarm is alleen een hulpmiddel voor situationeel bewustzijn en voorkomt misschien niet onder alle omstandigheden dat u aan de grond loopt.
Instellingen voor installatie van transducer OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van toepassing op alle modellen en transducers. Selecteer in een echoloodweergave MENU > Sonarinstelling > Installatie. Herstel sonarstandaarden: Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van de echoloodweergave. Transducertype: Hiermee kunt u het type transducer selecteren dat op het toestel is aangesloten. Links/rechts spiegelen: Hiermee wijzigt u de oriëntatie van de SideVü...
De transducerfrequentie selecteren OPMERKING: U kunt niet de frequentie voor alle sonarweergaven en transducers aanpassen. U kunt selecteren welke frequenties in het sonarscherm worden weergegeven. LET OP Wees u altijd bewust van lokale voorschriften inzake sonarfrequenties. Om groepen orka's te beschermen, kan het bijvoorbeeld verboden zijn om frequenties tussen 50 en 80 kHz te gebruiken binnen een halve mijl van een groep orka's.
Panoptix echolood instellen Zichthoek en zoomniveau van RealVü aanpassen U kunt de zichthoek van de RealVü echoloodweergaven wijzigen. U kunt ook in- en uitzoomen op de weergave. Selecteer in een RealVü echoloodweergave een optie: • Selecteer om in en uit te zoomen. •...
De zendhoek van de LiveVü en FrontVü transducer instellen Deze functie is alleen beschikbaar met RealVü geschikte Panoptix transducers, zoals de PS30, PS31, en PS60. U kunt de zendhoek van de transducer wijzigen om de transducer te richten op een bepaald gebied. Bijvoorbeeld om een bal aas te volgen of om een boom in beeld te brengen die u passeert.
RealVü Weergave-instellingen Selecteer in een RealVü sonarweergave MENU > Sonarinstelling > Presentatie. Puntkleuren: Hiermee kunt u een ander kleurenschema instellen voor de sonarweerkaatsingspunten. Bodemkleuren: Hiermee stelt u het kleurenschema voor de bodem in. Bodemstijl: Hiermee kunt u de stijl voor de bodem instellen. In diep water selecteert u de Punten optie om handmatig het bereik naar een ondiepere waarde te zetten.
Het systeem maakt tevens handmatige besturing en verschillende modi voor automatische stuurfuncties en patronen mogelijk. Als de compatibele kaartplotter verbonden is met een compatibel Garmin stuurautomaatsysteem, kunt u de stuurautomaat vanaf de kaartplotter aanzetten en aansturen.
Het stuurautomaatscherm Werkelijke koers Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is) Werkelijke koers (in de stand-bymodus) Gewenste koers (wanneer ingeschakeld) Roerpositieaanduiding (beschikbaar als een roersensor is aangesloten) Draai stapsgewijs naar bakboord (om de gewenste voorliggende koers aan te passen met het weerge geven aantal graden) Draai stapsgewijs naar stuurboord (om de gewenste voorliggende koers aan te passen met het weerge...
De koersbron van uw voorkeur selecteren LET OP Voor de beste resultaten gebruikt u het interne kompas voor de CCU van de stuurautomaat voor de koersbron. Gebruik van een GPS-kompas van derden kan resulteren in onberekenbare gegevens en buitensporige vertragingen. De stuurautomaat heeft tijdige informatie nodig en kan daarom meestal niet gebruikmaken van een GPS-kompas van derden voor GPS-locatiegegevens of snelheidsgegevens.
De voorliggende koers wijzigen met de kaartplotter in de koerswijzigingsstapmodus 1 Schakel een vaste voorliggende koers in (De stuurautomaat inschakelen, pagina 83). 2 Selecteer een optie: • Selecteer <1° of 1°> voor een koerswijziging van 1°. • Selecteer <<10° of 10°>> voor een koerswijziging van 10°. •...
Reactor stuurautomaatsysteem te bedienen. Zie voor meer informatie over het gebruik van de afstandsbediening de instructies voor Reactor stuurautomaat- afstandsbediening op garmin.com Een Reactor stuurautomaat-afstandsbediening koppelen met een kaartplotter 1 Selecteer MENU > Communicatie > Draadloze toestellen > Afstandsbediening stuurautomaat.
(Het Wi‑Fi draadloos netwerk instellen, pagina 109). 3 Als er meerdere kaartplotters zijn aangesloten op het Garmin Marine Network, zorg er dan voor dat deze kaartplotter de host is van het Wi‑Fi netwerk. 4 Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie > Draadloze toestellen > Garmin trollingmotor.
Bedieningsbalk trollingmotor Met de bedieningsbalk van de trollingmotor kunt u een Force trollingmotor bedienen en de status van de motor bekijken. Selecteer een item om het te activeren. De knop licht op wanneer deze wordt geselecteerd. Selecteer het item opnieuw om het te deactiveren. Accustatus trollingmotor.
Elektrische motorinstellingen Selecteer vanuit de trollingmotorbalk Kalibreer: Kalibreert het kompas van de trollingmotor (Het kompas van de trollingmotor kalibreren, pagina 88) en stelt de boegcorrectie van de trollingmotor in (De boegcorrectie instellen, pagina 89). Ankerversterking: Hiermee stelt u de reactie van de elektrische motor in wanneer de modus virtueel anker is ingeschakeld.
De boegcorrectie instellen Het kan zijn dat de trollingmotor niet is uitgelijnd met de middenlijn van uw boot, dit is afhankelijk van de installatiehoek. Voor de beste resultaten stelt u dan de boegcorrectie in. 1 Pas de hoek van de trollingmotor zodat deze is uitgelijnd met de middenlijn van uw boot 2 Selecteer vanuit de trollingmotorbalk >...
Een DSC-contactpersoon toevoegen U kunt een schip toevoegen aan uw DSC-lijst. U kunt oproepen naar een DSC-contactpersoon uitvoeren vanaf de kaartplotter. 1 Selecteer Navigatie-info > Overige schepen > DSC-lijst > Voeg contactpersoon toe. 2 Voer het MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity) van het schip in. 3 Voer de naam van het schip in.
Persoonlijke standaardoproepen Wanneer u de kaartplotter aansluit op een Garmin marifoon, kunt u de interface van de kaartplotter gebruiken voor het uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen. Wanneer u een persoonlijke standaardoproep uitvoert vanaf de kaartplotter, kunt u het gewenste DSC-kanaal selecteren voor de communicatie.
4 Selecteer indien nodig Kanaal en selecteer een nieuw kanaal. 5 Selecteer Verzend. De kaartplotter verzendt informatie over de oproep naar de marifoon. 6 Voltooi de oproep op uw Garmin VHF radio. Een individuele routineoproep voor een AIS-doel 1 Kies een AIS-doel in een kaart of 3D-kaartweergave.
Motor- en brandstofmeters weergeven Voordat u motor- en brandstofmeters kunt weergeven, moet u verbinding hebben met een NMEA 2000 netwerk dat motor- en brandstofgegevens kan waarnemen. Zie de installatie-instructies voor meer informatie. Selecteer Meters > Motor. Pictogrammen motorwaarschuwing Als een pictogram op de pagina met meters oplicht, duidt dit op een probleem met de motor. Waarschuwing laag oliepeil of lage oliedruk Temperatuurwaarschuwing Waarschuwing accuspanning...
Afzonderlijke statusalarmen voor motormeters inschakelen 1 Selecteer in het motormeterscherm MENU > Meterinstellingen > Statusalarmen > Aangepast. 2 Selecteer een of meer alarmen voor de motormeters die u wilt in- of uitschakelen. Het brandstofalarm instellen VOORZICHTIG De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen (Systeeminstellingen, pagina 103).
U kunt bijvoorbeeld de binnen- en navigatieverlichting van het vaartuig bedienen. Ook kunt u leeftankcircuits bewaken. Voor meer informatie over de aanschaf en configuratie van een digitaal schakelsysteem kunt u contact opnemen met uw Garmin dealer. Een digitale schakelpagina toevoegen en bewerken U kunt digitale schakelpagina's toevoegen en aanpassen op de kaartplotter.
Informatie over getijden, stromingen en zon en maan Informatie van getijdenstation WAARSCHUWING Informatie over getijden en stromingen is uitsluitend bedoeld ter informatie. Het is uw verantwoordelijkheid om alle aanwijzingen met betrekking tot water in acht te nemen, zich bewust te blijven van de omgeving en te allen tijde een veilig oordeel in, op en rondom water te vellen.
™ stereo's en groepen in het netwerk bedienen met de kaartplotter. Als u een van de stereo's in het Fusion netwerk hebt aangesloten op het NMEA 2000-netwerk of het Garmin Marine Network, zou de kaartplotter de stereo's automatisch moeten detecteren.
Mediatoestel en -bron selecteren U kunt de mediabron selecteren die is aangesloten op de stereo. Wanneer u meerdere stereo- of mediatoestellen hebt aangesloten op een netwerk, kunt u het toestel selecteren waarvan u muziek wilt afspelen. OPMERKING: U kunt media alleen afspelen vanaf bronnen die zijn verbonden met de stereo. OPMERKING: Niet alle functies zijn beschikbaar op alle mediatoestellen en -bronnen.
VHF-kanalen scannen Voordat u VHF kanalen kunt scannen, moet u de bron op VHF instellen. U kunt marifoonkanalen die als voorinstellingen zijn opgeslagen scannen op activiteit en automatisch overschakelen naar een actief kanaal. Selecteer in het VHF-mediascherm MENU > Scannen. De VHF-squelch aanpassen OPMERKING: Deze functie is beschikbaar op een aantal stereo's met VHF-ontvanger.
Een station als voorinstelling instellen 1 Stem vanuit een mediascherm af op het station dat u wilt opslaan als voorinstelling. 2 Selecteer Voorinstellingen > Voeg huidig kanaal toe. Voorinstelling verwijderen 1 Selecteer in een mediascherm Voorinstellingen. 2 Selecteer een voorinstelling in de lijst. 3 Selecteer Wis huidig kanaal.
Een DAB-station als voorinstelling instellen 1 Selecteer in het DAB-mediascherm het station die u wilt opslaan als voorinstelling. 2 Selecteer Blader > Voorinstellingen > Huidige opslaan. Een DAB-voorinstelling in een lijst selecteren 1 Selecteer in het DAB-mediascherm Blader > Voorinstellingen > Voorinstellingen bekijken. 2 Selecteer een voorinstelling in de lijst.
Een SiriusXM kanaal in de voorkeuzelijst opslaan U kunt uw favoriete kanalen in de voorkeuzelijst opslaan. 1 Selecteer Media. 2 Selecteer het kanaal dat u wilt opslaan als voorinstelling. 3 Selecteer een optie: • Als het mediatoestel een FUSION-Link compatibele stereo is, selecteert u Blader > Voorinstellingen. •...
De software van de mediaspeler bijwerken U kunt de software op compatibele aangesloten stereo's en accessoires bijwerken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de stereo op support.garmin.com voor instructies over het bijwerken van de software. Toestelconfiguratie De kaartplotter automatisch inschakelen U kunt instellen dat de kaartplotter automatisch aangaat als de spanning wordt ingeschakeld. Anders moet u de kaartplotter inschakelen door te drukken op Selecteer Instellingen >...
Instellingen voor satellietpositie (GPS) OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle modellen. Selecteer Instellingen > Systeem > Satellietpositionering. Skyview: Geeft de relatieve positie van GPS-satellieten aan de hemel weer. GLONASS: Schakelt GLONASS gegevens (Russisch satellietsysteem) in of uit. Als het systeem wordt gebruikt in situaties met slecht hemelzicht, kunnen GLONASS gegevens worden gebruikt in combinatie met GPS om nauwkeurigere positie-informatie te leveren.
Mijn boot instellingen OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra kaarten of toestellen vereist. Selecteer Instellingen > Mijn boot. Kielcorrectie: Corrigeert de oppervlaktemeting voor de diepte van een kiel, zodat de diepte vanaf de onderkant van de kiel kan worden gemeten in plaats vanaf de positie van de transducer (De kielcorrectie instellen, pagina 54).
De kielcorrectie instellen U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te compenseren voor de installatielocatie van de transducer. Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte. Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de boot.
De watertemperatuurcorrectie instellen De temperatuurcorrectie compenseert de temperatuurmeting van een temperatuursensor of transducer met temperatuurmeting. 1 Meet de watertemperatuur aan de hand van een temperatuursensor of transducer met temperatuurmeting die is aangesloten op het netwerk. 2 Meet de watertemperatuur met een andere temperatuursensor of een thermometer die nauwkeuriger is. 3 Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.
Seriële poort: Stelt het invoer-/uitvoerformaat voor de seriële poort in, te gebruiken voor het aansluiten van de kaartplotter op externe NMEA toestellen, computers of andere Garmin toestellen. De optie Garmin gegevensoverdracht wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt met een computer. De optie NMEA- standaard wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt met een DSC VHF radio.
Toestellen labelen: Hier kunt u de labels van de beschikbare verbonden toestellen veranderen. Toestellen en sensoren in het netwerk een naam geven U kunt een naam geven aan toestellen en sensoren die met het Garmin Marine Network en het NMEA 2000 netwerk zijn verbonden.
Navigatiealarmen Selecteer Instellingen > Alarmen > Navigatie. Aankomst: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u zich binnen een opgegeven afstand of tijd van een koerswijziging of bestemming bevindt. Krabbend anker: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u een opgegeven afstand afdrijft terwijl u voor anker ligt.
• Als u de opgeslagen gegevens wilt wissen en de fabrieksinstellingen van het toestel wilt herstellen, koppelt u de kaartplotter los van het Garmin Marine Network, en selecteert u Gegevens verwijderen en instellingen herstellen. Dit heeft geen invloed op kaarten of software-updates.
Verbinden met een Garmin toestel om gebruikersgegevens te delen OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op ECHOMAP Plus 70/90 toestellen. De blauwe en bruine draden kunnen alleen op NMEA 0183 toestellen worden aangesloten. U kunt het ECHOMAP Plus 40/60 toestel verbinden met een compatibel Garmin toestel om gebruikersgegevens, zoals via-punten, te delen.
U kunt waypoints en routes op toestellen van andere leveranciers importeren en exporteren. 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf. 2 Selecteer Navigatie-info > Gebruikersgegevens > Gegevensoverdracht > Bestandstype. 3 Selecteer GPX. Als u weer gegevens wilt overzetten met Garmin toestellen, selecteert u het bestandstype ADM. Gebruikersgegevens beheren en delen...
De back-upgegevens herstellen naar een kaartplotter 1 Plaats de geheugenkaart in een kaartlezer die is aangesloten op de computer. 2 Kopieer een back-upbestand van de computer naar de map Garmin\UserData op de geheugenkaart. 3 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf. 2 Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie > Garmin toestellen > Opslaan op kaart. 3 Selecteer indien nodig de geheugenkaart waarop u de systeeminformatie wilt opslaan.
Als de registratie is voltooid, zoekt de Garmin Express applicatie naar aanvullende kaarten en kaartupdates voor uw toestel. Om nieuwe toestellen toe te voegen met de Garmin Express app, herhaalt deze u stappen als u toestellen aan het netwerk van de kaartplotter toevoegt.
U kunt de mobiele ActiveCaptain app gebruiken om de toestelsoftware bij te werken (Software bijwerken met de ActiveCaptain app, pagina 15). U kunt de Garmin Express desktopapp ook gebruiken voor het bijwerken van de kaartplottersoftware (De nieuwe software op een geheugenkaart laden met Garmin Express, pagina 119).
De toestelsoftware bijwerken met een geheugenkaart Voor het bijwerken van de software met een geheugenkaart moet u beschikken over een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste software zelf op een geheugenkaart laden met behulp van de Garmin Express app (De nieuwe software op een geheugenkaart laden met Garmin Express, pagina 119).
1 Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en plaats deze in een kaartlezer die is aangesloten op een computer. 2 Open in Windows Verkenner de map Garmin\scrn op de geheugenkaart. 3 Kopieer het afbeeldingsbestand van de kaart en plak dit in een willekeurige locatie op de computer.
De tijd wordt ingesteld op basis van de GPS-positie en de tijdzone-instelling. 1 Selecteer Instellingen > Eenheden > Tijdzone. 2 Zorg dat het toestel een vaste GPS-verbinding heeft. Garmin Support Center Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals producthandleidingen, veelgestelde vragen video's, software-updates en klantondersteuning.
Max. opgenomen stroom Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. NMEA 2000 is niet beschikbaar op de ECHOMAP Plus 40 modellen. Appendix...
Modellen van 6 inch Specificatie Afmetingen Afmetingen in houder en beugelsteun met draaivoet (B x H x D) 21,8 x 13,0 x 6,2 cm (8,6 x 5,1 x 2,6 in.) 13,7 x 7,7 cm (5,4 x 3,1 in.) Schermgrootte (B x H) 15,2 cm (6,2 in.) diagonaal Schermresolutie WVGA, 400 x 800 pixels Gewicht...
NMEA 0183 informatie Zenden Telegram Beschrijving GPAPB APB: Koers- of spoorcontrole (stuurautomaat) telegram 'B' GPBOD BOD: Richting (beginpunt naar bestemming) GPBWC BWC: Richting en afstand tot waypoint GPGGA GGA: GPS-positiegegevens (Global Positioning System) GPGLL GLL: Geografische positie (breedtegraad en lengtegraad) GPGSA GSA: GNSS-DOP en actieve satellieten GPGSV...
Pagina 134
Ontvangen Telegram Beschrijving Diepte Diepte onder transducer Watertemperatuur Watersnelheid en koers Locatie van waypoint DSC-gegevens (Digital Selective Calling) Uitgebreide Digital Selective Calling Koers, afwijking en variatie Koers, magnetisch Windrichting en -snelheid Meteorologische composiet Windsnelheid en -hoek AIS VHF Data Link bericht U kunt de volledige informatie over NMEA indeling (National Marine Electronics Association) en telegrammen aanschaffen op www.nmea.org.
NMEA 2000 PGN informatie Zenden en ontvangen Beschrijving 059392 ISO bevestiging 059904 ISO-aanvraag 060928 ISO adresreservering 126208 NMEA: Opdracht, aanvraag en bevestiging groepfunctie 126996 Productinformatie 127250 Voorliggende koers van vaartuig 128259 Snelheid: Door het water 128267 Waterdiepte 129539 GNSS DOP's 129799 Radiofrequentie, modus en vermogen 130306...
Pagina 136
Ontvangen Beschrijving 127245 Roer 127250 Voorliggende koers van vaartuig 127488 Motorparameters: Snelle update 127489 Motorparameters: Dynamisch 127493 Transmissieparameters: Dynamisch 127498 Motorparameters: Vaste gegevens 127505 Vloeistofniveau 129038 AIS klasse A positierapport 129039 AIS klasse B positierapport 129040 AIS klasse B uitgebreid positierapport 129794 AIS klasse A vaste gegevens en vaargegevens 129798...
Pagina 138
Mei 2023 GUID-4B2EE31F-9CD8-4C0D-89A0-3107908C721B v9...