4 - FUNCTIONALITEITEN
4.12 - Elektrische batterij
De regeling kan elektrische batterijen aansturen met maximaal 4 aan/uit trappen of 3 aan/uit trappen en een modulerende trap (triac).
De configuratie van de elektrische batterijen wordt ingesteld via de parameter P32. De elektrische batterij kan verwarming of
naverwarming leveren (P33).
De elektrische batterij is aangesloten op een uitbreidingsbord dat moet worden geconfigureerd na een verandering (P48).
Een minimum luchtdebiet is noodzakelijk voor het gebruik van de elektrische batterijen (P126). Als het debiet lager is dan deze
parameter, kunnen de elektrische batterijen niet inschakelen en verschijnt het bericht "beperkte regeling".
■ Configuratie elektrische batterij
32
33
48
126
Let op! Verlaging van het minimumdebiet kan schade aan de machine veroorzaken en leiden tot brandgevaar. De
fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als deze parameter wordt verminderd.
Als de unit een modulerende trap heeft, varieert deze het vermogen van de elektrische batterij lineair met de warmtevraag.
Om een zo rechtlijnig mogelijke vermogensaanpassing en dus een zo nauwkeurig mogelijke regeling te krijgen, moeten de trappen
hetzelfde vermogen hebben.
Verwarmingsbehoefte
P944
(%)
Verdeling van de behoefte van de elektrische batterij
941
942
943
944
Naventilatie
Als de elektrische batterij in werking is en de unit vraagt om de uitschakeling ervan, dan worden de elektrische batterijen gekoeld door
een instelbare naventilatie (P164)
164
284
285
Er zijn twee naventilatiestanden die niet tegelijk kunnen worden ingeschakeld.
- Als het goed is kan met vertraging 164 de aanraaktemperatuur worden hersteld zonder gevaar voor de toegankelijke delen. De
standaardwaarde is 240s.
- Als het goed is kan met vertraging 285 de in de elementen van de elektrische verwarmer opgeslagen energie worden verminderd
als het brandalarm wordt geactiveerd. Op die manier wordt schade aan de onderdelen van de centrale voorkomen. De
standaardwaarde is 60 s. Het is mogelijk deze vertraging te verminderen of uit te schakelen (parameter 284), maar dat kan tot
schade aan het binnenwerk van de centrale leiden. Werkzaamheden aan de centrale moeten dan ook worden uitgesteld totdat
de hitte is verdwenen.
De elektrische batterij kan worden afgeschakeld, ofwel door een aan/uit ingang (J2-U1) ofwel door het GBS.
159
48
Configuratie uitbreiding elektrische batterij
Minimum debiet werking elektrische batterij
4e trap
3e trap
P943
Percentage einde bereik trap 1 van de elektrische batterij
Percentage einde bereik trap 2 van de elektrische batterij
Percentage einde bereik trap 3 van de elektrische batterij
Percentage einde bereik trap 4 van de elektrische batterij
Tijdschakeling van de naventilatie
Postventilatie bij brandbeveiliging
Postventilatieduur bij brandbeveiliging
Selectie afschakelen elektrische batterij
Elektrische batterij
Functie elektrische batterij
2e trap
P942
1e trap
0
P941