Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Behoefte Aan Ontvochtiging; Weergave Ventilatorregeling; Regeling Met Constant Luchtdebiet (P104) - Carrier 39CP Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4 - FUNCTIONALITEITEN

■ Behoefte aan ontvochtiging

De behoefte aan ontvochtiging wordt gelijkelijk verdeeld over de beschikbare koelbatterijen. Dit is de verdeling als er 3 koelbatterijen zijn:
Als de ontvochtiging is geactiveerd, kunnen batterijen voor de naverwarming worden aangewezen. Deze dienen voor het compenseren
van de afkoeling die het gevolg is van de ontvochtiging, en zijn geplaats achter de ontvochtigingsbatterij. De warmtebehoefte wordt
in dat geval gelijkelijk verdeeld over de beschikbare naverwarmingsbatterijen. Dit is de verdeling als er 3 naverwarmingsbatterijen zijn:

4.9 - Weergave ventilatorregeling

De regeling kan plug fans met een EC-motor of met een frequentieregelaar beheren. Het type ventilator bij de toevoer en bij de afzuiging
is instelbaar (P2 en P10).
Op de EC-motor of op de frequentieregelaar is één druksensor voorbekabeld waarmee het luchtdebiet kan worden gemeten.
De aanwezigheid en de meetschaal zijn aangegeven bij P4 en P12.
De K-waarden van de pulsie- en afzuigventilatoren (P5 en P13) moeten worden ingesteld om het debiet te kunnen berekenen. Als er
meerdere ventilatoren in dezelfde luchtstroom aanwezig zijn, vermenigvuldigt de software de gemeten waarde met het aantal in bedrijf
zijnde motoren voor het berekenen van het totale debiet.

■ Regeling met constant luchtdebiet (P104)

De debietsetpoints zijn instelbaar: Setpoints toevoerdebiet 1 / 2 (P112, P113) en setpoints afzuigdebiet 1 /2 (P128, P129)
Het PID voor het aansturen van de motoren van de toevoer wordt beheerd via P114 t/m P116 en van de motoren van de afzuiging via
P130 t/m P132
■ Pulsiedebiet
112
113
114
115
116
■ Afzuigdebiet
128
129
130
131
132
Regeling met constante druk in het pulsiekanaal (P104)
Er moet in dat geval een drukopnemer worden toegevoegd en geïnstalleerd in het luchtuitblaaskanaal. Deze opnemer moet worden
aangesloten op de hoofdautomaat. De druksensor van het pulsiekanaal wordt ingesteld met parameter P07.
De setpoints van de toevoerdruk zijn instelbaar: setpoints 1/2 (P118, P119)
De PID voor het aansturen van de motoren van de toevoer wordt beheerd via P120 t/m P122.
42
33%
0%
Behoefte aan ontvochtiging
33%
0%
Behoefte aan naverwarming
Debietsetpoint 1 van de pulsieventilator
Debietsetpoint 2 van de pulsieventilator
Proportionele band (P) van de PID van de regeling van het debiet van de pulsieventilator
Integratietijd (I) van de PID van de regeling van het debiet van de pulsieventilator
Derivatietijd (D) van de PID van de regeling van het debiet van de pulsieventilator
Debietsetpoint 1 van de extractieventilator
Debietsetpoint 2 van de extractieventilator
Proportionele band (P) van de PID van de regeling van het debiet van de extractieventilator
Integratietijd (I) van de PID van de regeling van het debiet van de extractieventilator
Derivatietijd (D) van de PID van de regeling van het debiet van de extractieventilator
100%
66%
100%
66%
100%

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave