4 - FUNCTIONALITEITEN
Besturingsspanning
trap DX aggregaat
Ontdooibeheer
Wanneer het DX-aggregaat een ontdooifase start, past de centrale het debiet/druk aan volgens de gekozen modus met parameter P286:
- Zonder: de centrale blijft werken volgens zijn huidige setpoint
- Reductiemodus: de centrale schakelt over naar debiet- of druksetpoints P287, P288, P289, 290.
- CTA uit: de centrale stopt tijdens het ontdooien.
286
287
288
289
290
Minimumdebiet
Er is een minimum luchtdebiet noodzakelijk voor het gebruik van de DX-batterij (P126). Als het debiet lager is dan deze parameter,
mag de DX batterij niet worden geactiveerd en verschijnt de melding "begrensde regeling" in het menu Machinestatus.
4.11.4 - Antivriesthermostaat (optie)
De vorstbeveiliging thermostaat (geselecteerd door P25) heeft een automatische reset (maar vereist een handmatige reset vanaf het
bedieningspaneel) en wordt constant bewaakt zodra de regelaar onder spanning staat.
In geval van een defect van de vorstbeveiliging, sluit de isolatieklep, de ventilatie stopt en alle ventielen van de batterijen in de centrale
openen op 100%.
Er is een vorstpreventiefunctie zodra de unit is gestopt (via het bedieningspaneel, het GBS of een gevaarstoring). Deze houdt de
ventielen van de hydraulische batterijen licht geopend (op een instelbare waarde) om een watercirculatie te handhaven (P260, P261
en P262) totdat de regeling actief is.
25
260
261
262
Om bij luchtbehandelingskasten alleen verse lucht bij het opstarten het defect antivries te voorkomen, kan met parameter P263 de
klep van de 1e verwarmingsbatterij op een andere grenswaarde worden geopend dan die van de parameter van de minimum opening
van de klep (P260 of P261 of P262) van deze 1e verwarmingsbatterij.
De klep van de 1e verwarmingsbatterij blijft op de door parameter P263 ingestelde waarde staan tot de vraag werking regeling. Wanneer
de regeling dan actief is, daalt deze waarde geleidelijk over 10 minuten van P263 tot 0%.
Het percentage toegepast op deze klep van de 1e verwarmingsbatterij is de maximumwaarde tussen deze dalende waarde en het
resultaat van de PID.
263
4.11.5 - Naventilatie koelbatterij
Wanneer een koelbatterij wordt geactiveerd en de installatie moet worden stilgelegd, kan de koelbatterij met behulp van een instelbare
naventilatie (P175) worden gedroogd. Tijdens de naventilatie staat het ventiel open volgens het openingspercentage van met de batterij
in de uit-stand. Als dit percentage niet 0 is (bijvoorbeeld omdat de waterleiding niet glycolaatvrij is), kan het gebeuren dat de batterij
niet droogt.
Deze naventilatie is verplicht om te voldoen aan de normen VDI6022 & DIN1946.
175
10V
Uit
0
10%
Setpoint pulsiedruk van het DX aggregaat voor het ontdooien
Pulsiedebiet setpoint van het DX aggregaat voor het ontdooien
Afzuigdebiet setpoint van het DX aggregaat voor het ontdooien
Setpoint extractiedruk van het DX aggregaat voor het ontdooien
Openingspercentage van het ventiel van batterij 1 uit
Openingspercentage van het ventiel van batterij 2 uit
Openingspercentage van het ventiel van batterij 3 uit
Openingspercentage van de klep van de 1e verwarmingsbatterij bij het opstarten
Ontdooibeheer van het DX-aggregaat
Antivriesthermostaat
Tijdschakeling naventilatie koelbatterij
Behoefte
DX aggregaat
100%
47