Onderhoud, diagnose en prob...
Probleem verhelpen
•
Controleer of de voedingskaart defect is.
WAARSCHUWING 48, 1,8 V-voeding laag
De 1,8 V DC-voeding die op de stuurkaart wordt gebruikt,
valt buiten de toegestane begrenzingen. De voeding wordt
gemeten op de stuurkaart.
Probleem verhelpen
•
Controleer of de stuurkaart defect is.
•
Controleer op overspanning wanneer er een
optiekaart aanwezig is.
WAARSCHUWING 49, Snelheidsbegrenzing
Als het toerental buiten het in parameter 4-11 Motorsnelh.
lage begr. [RPM] en parameter 4-13 Motorsnelh. hoge begr.
[RPM] ingestelde bereik valt, geeft de frequentieregelaar
een waarschuwing weer. Als het toerental lager is dan de
in parameter 1-86 Uitsch lg snelh [tpm] ingestelde
begrenzing (behalve tijdens het starten of stoppen) wordt
de frequentieregelaar uitgeschakeld.
ALARM 50, AMA kalibratie mislukt
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de
serviceafdeling van Danfoss.
ALARM 51, AMA controleer U
De instellingen voor motorspanning, motorstroom en
motorvermogen zijn verkeerd.
Probleem verhelpen
•
Controleer de instellingen van parameter 1-20 tot
1-25.
ALARM 52, AMA lage I
nom
De motorstroom is te laag.
Probleem verhelpen
•
Controleer de instellingen in
parameter 1-24 Motorstroom.
ALARM 53, AMA motor te groot
De motor is te groot om een AMA te kunnen uitvoeren.
ALARM 54, AMA motor te klein
De motor is te klein om een AMA te kunnen uitvoeren.
ALARM 55, AMA parameter buiten bereik
Er kan geen AMA worden uitgevoerd, omdat de parameter-
instellingen voor de motor buiten het toegestane bereik
vallen.
ALARM 56, AMA onderbroken door gebruiker
De AMA is onderbroken door de gebruiker.
ALARM 57, AMA interne fout
Probeer AMA opnieuw te starten. Bij herhaaldelijk
herstarten kan de motor oververhit raken.
ALARM 58, AMA interne fout
Neem contact op met de Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 59, Stroomgrens
De stroom is hoger dan de waarde in
parameter 4-18 Stroombegr.. Controleer of de motorge-
gevens in parameter 1-20 tot 1-25 correct zijn ingesteld.
MG22A210
Bedieningshandleiding
en I
nom
nom
Danfoss A/S © 04/2018 Alle rechten voorbehouden.
Verhoog zo nodig de stroomgrens. Verzeker u ervan dat
het systeem veilig kan werken bij een hogere limiet.
WAARSCHUWING 60, Ext. vergrendeling
Een digitaal ingangssignaal geeft een foutconditie buiten
de frequentieregelaar aan. De frequentieregelaar is
uitgeschakeld door een externe vergrendeling. Hef de
externefoutconditie op. Om terug te keren naar normaal
bedrijf moet 24 V DC worden geschakeld op de klem die is
geprogrammeerd voor externe vergrendeling. Vervolgens
moet er een resetsignaal worden verstuurd.
WAARSCHUWING 61, Volgfout
Het door het terugkoppelingsapparaat gemeten toerental
wijkt af van het berekende motortoerental. De functie
Waarschuwing/Alarm/Uitschakelen is in te stellen in
parameter 4-30 Motorterugkoppelingsverliesfunctie. De
toegestane fout is in te stellen in parameter 4-31 Motorte-
rugkoppelingssnelh. fout. De toegestane fouttijd is in te
stellen in parameter 4-32 Motorterugkoppelingsverliestime-
out. Deze functie kan nuttig zijn tijdens de
inbedrijfstellingsprocedure.
WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op maximale
begrenzing
Als de uitgangsfrequentie de in parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq. ingestelde waarde bereikt, genereert de
frequentieregelaar een waarschuwing. De waarschuwing
verdwijnt wanneer de uitgangsfrequentie tot onder de
maximale waarde daalt. Als de frequentieregelaar niet in
staat is om de frequentie te beperken, wordt de frequen-
tieregelaar uitgeschakeld en genereert hij een alarm. Dat
laatste kan zich voordoen in de fluxmodus, als de frequen-
tieregelaar de controle over de motor verliest.
Probleem verhelpen
•
Controleer de toepassing op mogelijke oorzaken.
•
Verhoog de maximale uitgangsfrequentie.
Verzeker u ervan dat het systeem veilig kan
werken bij een hogere uitgangsfrequentie.
ALARM 63, Mechanische rem laag
De huidige motorstroom heeft het niveau van de remvrij-
gavestroom niet overschreden binnen de ingestelde tijd
voor de startvertraging.
WAARSCHUWING 64, Spanningslimiet
De combinatie van belasting en toerental vereist een
motorspanning die hoger is dan de feitelijke DC-tussen-
kringspanning.
WAARSCHUWING/ALARM 65, Overtemperatuur stuurkaart
De uitschakeltemperatuur voor de stuurkaart is 85 °C
(185 °F).
Probleem verhelpen
•
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen
de limieten valt.
•
Controleer op verstopte filters.
•
Controleer de werking van de ventilator.
•
Controleer de stuurkaart.
8
8
73