Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Naar Stuurklemmen - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
5.8.3 Relaisklemmen
RELAY 1
RELAY 2
01
02 03
04
05 06
Afbeelding 5.19 Klemmen relais 1 en relais 2
Relais 1 en relais 2. De locatie van de uitgangen
hangt af van de configuratie van de frequentiere-
gelaar. Zie hoofdstuk 3.5 Besturingsplaat.
Klemmen op de ingebouwde optionele
apparatuur. Zie de handleiding die bij de appara-
tuuroptie wordt geleverd.
Klem
Parameter
Standaard-
instelling
01, 02, 03
Parameter 5-40
[0] Geen
Functierelais [0]
04, 05, 06
Parameter 5-40
[0] Geen
Functierelais [1]
Tabel 5.4 Beschrijving relaisklemmen

5.8.4 Bedrading naar stuurklemmen

De stuurklemmen bevinden zich in de buurt van het LCP.
Stuurklemconnectors kunnen worden losgekoppeld van de
frequentieregelaar. Dat maakt het installeren eenvoudig,
zoals te zien is in Afbeelding 5.17. Naar keuze kunt u draad
met massieve kern of buigzame draad aansluiten op de
stuurklemmen. Gebruik de volgende procedures om de
stuurdraden aan te sluiten of los te koppelen.
LET OP
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
Draden aansluiten op stuurklemmen
1.
Strip 10 mm (0,4 in) van de kunststof mantel aan
het uiteinde van de draad.
2.
Steek de stuurdraad in het contact.
Draad met massieve kern: druk de
onbedekte draad in het contact. Zie
Afbeelding 5.20.
Buigzame draad: open het contact door
een kleine schroevendraaier in de sleuf
tussen de klemopening te steken en de
schroevendraaier naar binnen te
MG22A210
Bedieningshandleiding
Beschrijving
C-form relaisuitgang.
functie
Voor AC- en DC-
spanning en resistieve
of inductieve
functie
belastingen.
Danfoss A/S © 04/2018 Alle rechten voorbehouden.
drukken. Zie Afbeelding 5.21. Steek
vervolgens de gestripte draad in het
contact en verwijder de schroeven-
draaier.
3.
Trek voorzichtig aan de draad om te controleren
of de kabel stevig in het contact is geklemd.
Loszittende stuurkabels kunnen storingen in de
apparatuur of een verminderde werking tot
gevolg hebben.
12 13 18 19 27 29 32 33
Afbeelding 5.20 Stuurdraden met massieve kern aansluiten
12 13 18 19 27 29 32 33
Afbeelding 5.21 Buigzame stuurdraden aansluiten
Draden loskoppelen van de stuurklemmen
1.
Om het contact te openen, steekt u een kleine
schroevendraaier in de sleuf tussen de
klemopening en drukt u de schroevendraaier naar
binnen.
2.
Trek voorzichtig aan de draad om die uit het
contact van de stuurklem te verwijderen.
Zie hoofdstuk 9.1 Elektrische gegevens voor de draaddiktes
voor stuurklemmen en hoofdstuk 7 Bedradingsvoorbeelden
voor typische stuurbedradingsaansluitingen.
5
5
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave