Mechanische installatie
4.4 Bedrijfsomgeving
In omgevingen met vloeistofnevel, deeltjes of corrosieve
gassen moet u ervoor zorgen dat de IP/Type-klasse
overeenkomt met de installatieomgeving. Zie
hoofdstuk 9.4 Omgevingscondities voor specificaties met
betrekking tot de omgevingscondities.
LET OP
CONDENSATIE
Vocht kan condenseren op de elektronische
componenten en kortsluiting veroorzaken. Vermijd
installatie in gebieden waar vorst kan optreden.
Installeer een optionele kastverwarming als de frequen-
tieregelaar kouder is dan de omgevingslucht. De kans op
condensatie wordt kleiner als u de frequentieregelaar in
de stand-bymodus laat werken, zolang de vermogensdis-
sipatie ervoor zorgt dat de circuits vrij van vocht blijven.
LET OP
EXTREME OMGEVINGSCONDITIES
Warme en koude temperaturen hebben een negatieve
invloed op de prestaties en levensduur van de eenheid.
•
Gebruik de frequentieregelaar niet in
omgevingen waar de omgevingstemperatuur
hoger is dan 55 °C (131 °F).
•
De frequentieregelaar kan werken bij
temperaturen vanaf -10 °C (14 °F). Een juiste
werking bij nominale belasting is echter alleen
gegarandeerd bij temperaturen van 0 °C (32 °F)
en hoger.
•
Als de temperatuur de limieten voor de
omgevingstemperatuur overschrijdt, is extra
klimaatregeling van de kast of installatieplek
noodzakelijk.
4.4.1 Gassen
Agressieve gassen, zoals waterstofsulfide, chloor of
ammoniak, kunnen de elektrische en mechanische
componenten beschadigen. In de eenheid worden gecoate
printkaarten toegepast om de effecten van agressieve
gassen tegen te gaan. Zie hoofdstuk 9.4 Omgevingscondities
voor de specificaties en classificatie van coatings.
MG22A210
Bedieningshandleiding
4.4.2 Stof
Let op de volgende punten als u de frequentieregelaar in
een stoffige omgeving installeert:
Periodiek onderhoud
Wanneer stof zich ophoopt op elektronische componenten,
werkt dat als een isolatielaag. Deze laag vermindert de
koelcapaciteit van de componenten, waardoor de
componenten warmer worden. De warmere omgeving
verkort de levensduur van de elektronische componenten.
Voorkom dat stof zich op het koellichaam en de
ventilatoren ophoopt. Zie hoofdstuk 8 Onderhoud, diagnose
en problemen verhelpen voor meer informatie over service
en onderhoud.
Koelventilatoren
Ventilatoren zorgen voor een luchtstroom voor het koelen
van de frequentieregelaar. Als ventilatoren aan een stoffige
omgeving worden blootgesteld, kan het stof de ventilator-
lagers beschadigen, waardoor de ventilator minder lang
meegaat. Stof kan zich ook ophopen op de ventilator-
bladen, wat kan leiden tot een onbalans die voorkomt dat
de ventilatoren de eenheid adequaat kunnen koelen.
4.4.3 Explosiegevaarlijke omgevingen
WAARSCHUWING
EXPLOSIEGEVAARLIJKE OMGEVING
Installeer de frequentieregelaar niet in een explosiege-
vaarlijke omgeving. Installeer de frequentieregelaar in
een kast buiten deze zone. Het niet opvolgen van deze
aanbevelingen vergroot de kans op ernstig of dodelijk
letsel.
Systemen in explosiegevaarlijke omgevingen moeten aan
speciale voorwaarden voldoen. EU-richtlijn 94/9/EG (ATEX
95) classificeert het gebruik van elektronische apparatuur
in explosiegevaarlijke omgevingen.
•
•
Motoren met bescherming volgens klasse d
Vereisen geen goedkeuring. Speciale bedrading en
omkasting zijn wel vereist.
Motoren met bescherming volgens klasse e
Bij gebruik van een ATEX-goedgekeurde PTC-bewakings-
voorziening zoals de VLT
hoeft de installatie geen afzonderlijke goedkeuring te
hebben van een aangewezen instantie.
Danfoss A/S © 04/2018 Alle rechten voorbehouden.
Klasse d specificeert dat vonken die eventueel
ontstaan, binnen een beschermd gebied worden
gehouden.
Klasse e verbiedt het ontstaan van vonken.
®
PTC Thermistor Card MCB 112
4
4
13