Inbedrijfstelling
LET OP
Wanneer de statusregel onder aan het LCP de tekst AUTO
EXTERN VRIJLOOP of alarm 60, Ext. vergrendeling
weergeeft, betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is,
maar dat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
Zie hoofdstuk 5.8.5 Motorwerking mogelijk maken
(klem 27) voor meer informatie.
6.3 Menu op het LCP
6.3.1.1 Modus Snelmenu
De modus Snelmenu biedt een overzicht van menu's die
worden gebruikt om de frequentieregelaar te configureren
en te bedienen. Selecteer de modus Snelmenu door op de
toets [Quick Menu] te drukken. De betreffende uitlezing
wordt op het LCP-display weergegeven.
0.0%
0.00
Quick Menus
01 My Personal Menu
02 Quick Setup
03 Function Setups
04 Smart Start
05 Changes Made
06 Loggings
07 Water and Pumps
Afbeelding 6.1 Overzicht Snelmenu
6.3.1.2 Q1 Persoonlijk menu
Persoonlijk menu wordt gebruikt om te bepalen wat er op
het display wordt weergegeven. Zie hoofdstuk 3.6 Lokaal
bedieningspaneel (LCP). Via dit menu kunnen er maximaal
50 vooraf geprogrammeerde parameters worden
weergegeven. Deze 50 parameters worden handmatig
ingevoerd via parameter 0-25 Persoonlijk menu.
6.3.1.3 Q2 Snelle setup
De parameters die staan vermeld onder Q2 Snelle setup
bevatten elementaire systeem- en motorgegevens die altijd
nodig zijn voor het configureren van de frequentieregelaar.
Zie hoofdstuk 6.4.2 Systeemgegevens invoeren voor de
setupprocedures.
MG22A210
Bedieningshandleiding
6.3.1.4 Q3 Functiesetups
De parameters die onder Q3 Functiesetups beschikbaar zijn,
bevatten gegevens voor ventilator-, compressor- en
pompfuncties. Dit menu bevat ook parameters voor het
LCP-display, vooraf in te stellen toerentallen, schaling van
analoge referenties, en 1- of multi-zonetoepassingen met
terugkoppeling.
6.3.1.5 Q4 Smart Start
Q4 Smart Start leidt de gebruiker langs de typische
parameterinstellingen die gebruikt worden om 1 van de
volgende 3 toepassingen te configureren. Gebruik de
[Info]-toets om helpinformatie weer te geven over diverse
keuzemogelijkheden, instellingen en meldingen.
6.3.1.6 Q5 Gemaakte wijz.
1(1)
Selecteer Q5 Gemaakte wijz. voor informatie over:
•
•
6.3.1.7 Q6 Logdata
Gebruik Q6 Logdata voor het opsporen van fouten.
Selecteer Logdata voor informatie over de uitlezingen in de
displayregel. De informatie wordt als grafiek weergegeven.
Alleen de in parameter 0-20 Displayregel 1.1 klein t/m
parameter 0-24 Displayregel 3 groot ingestelde displaypara-
meters kunnen worden bekeken. Er kunnen maximaal 120
voorbeelden in het geheugen worden opgeslagen voor
later gebruik.
Q6 Logdata
Parameter 0-20 Displayregel 1.1 klein
Parameter 0-21 Displayregel 1.2 klein
Parameter 0-22 Displayregel 1.3 klein
Parameter 0-23 Displayregel 2 groot
Parameter 0-24 Displayregel 3 groot
Tabel 6.1 Voorbeelden gelogde parameters
6.3.1.8 Q7 Water en pompen
De parameters die onder Q7 Water en pompen beschikbaar
zijn, bevatten gegevens voor ventilator-, compressor- en
pompfuncties.
Danfoss A/S © 04/2018 Alle rechten voorbehouden.
de 10 laatste wijzigingen
wijzigingen ten opzichte van de standaardin-
stelling
6
Referentie [Eenh.]
Anal. ingang 53 [V]
Motorstroom [A]
Frequentie [Hz]
Terugk. [Eenh]
49
6