Mechanische installatie
Motoren met bescherming volgens klasse d/e
De motor zelf biedt een ontstekingsbescherming volgens
klasse d, terwijl de motorbedrading en de aansluitom-
geving voldoen aan de e-classificatie. Gebruik een
sinusfilter op de uitgang van de frequentieregelaar om de
hoge piekspanning af te zwakken.
Gebruik het volgende als u de frequentieregelaar in een
explosiegevaarlijke omgeving gebruikt:
4
4
•
Motoren met ontstekingsbescherming volgens
klasse d of e
•
PTC-temperatuursensoren om de motortempe-
ratuur te bewaken
•
Korte motorkabels
•
Sinusfilters als er geen afgeschermde motorkabels
worden gebruikt
LET OP
SENSORBEWAKING MOTORTHERMISTOR
Frequentieregelaars met de VLT
MCB 112-optie zijn PTB-gecertificeerd voor
explosiegevaarlijke omgevingen.
4.5 Vereisten voor installatie en koeling
LET OP
Een onjuiste montage kan leiden tot oververhitting en
lagere prestaties.
Installatievereisten
•
Plaats de eenheid zo dicht mogelijk bij de motor.
Zie hoofdstuk 9.5 Kabelspecificaties voor de
maximale lengte van motorkabels.
•
Zorg voor stabiliteit van de eenheid door de
eenheid op een stevige ondergrond te monteren.
•
De behuizingen E3h en E4h kunnen als volgt
worden gemonteerd:
-
-
-
-
•
Verzeker u ervan dat de installatielocatie het
gewicht van de eenheid kan dragen.
•
Zorg voor voldoende ruimte rondom de eenheid
in verband met adequate koeling. Zie
hoofdstuk 9.9 Luchtstroom behuizing.
•
Zorg dat er voldoende ruimte is om de deur te
openen.
14
®
VLT
®
PTC Thermistor Card
Verticaal op de achterwand van het
paneel (typische installatie)
Verticaal ondersteboven op de
1)
achterwand van het paneel
Horizontaal op de rugzijde, gemonteerd
op de achterwand van het paneel
Horizontaal op de zijkant, gemonteerd
op de bodem van het paneel
Danfoss A/S © 04/2018 Alle rechten voorbehouden.
AQUA Drive FC 202
•
Zorg voor kabeldoorvoer vanaf de onderzijde.
1) Neem voor niet-typische installaties contact op met de
fabriek.
Vereisten voor koeling
•
Zorg voor vrije ruimte boven en onder de
eenheid in verband met luchtkoeling. Vereiste
vrije ruimte: 225 mm (9 in).
•
Zorg voor voldoende luchtstroming. Zie Tabel 4.1.
•
Bij temperaturen vanaf 45 °C (113 °F) tot 50 °C
(122 °F) en bij hoogtes vanaf 1000 m (3300 ft)
boven zeeniveau is reductie noodzakelijk. Zie de
design guide voor meer informatie.
De frequentieregelaar gebruikt een backchannelkoel-
concept dat de koellucht voor het koellichaam afvoert. De
koellucht voor het koellichaam voert ongeveer 90% van de
warmte af via het backchannel van de frequentieregelaar.
Het afvoeren van de backchannellucht vanuit het paneel of
de ruimte is mogelijk via de volgende sets:
•
Kanaalkoeling
Voor IP 20/Chassis-frequentieregelaars in Rittal-
kasten zijn er backchannelkoelsets leverbaar om
de koellucht voor het koellichaam vanuit het
paneel naar buiten te leiden. Deze sets beperken
de warmte in het paneel en maken het mogelijk
om kleinere deurventilatoren te gebruiken.
•
Koeling achterwand
Door boven- en onderafdekkingen op de eenheid
te installeren, kan de koellucht vanuit het
backchannel naar buiten worden geleid.
LET OP
Voor E3h- en E4h-behuizingen (IP 20/Chassis) is er op de
behuizing minimaal 1 deurventilator nodig voor het
afvoeren van de warmte die niet via het backchannel
van de frequentieregelaar wordt afgevoerd. Op deze
manier worden ook extra verliezen afgevoerd die
afkomstig zijn van andere componenten die in de
frequentieregelaar zijn geïnstalleerd. Bereken de totale
benodigde luchtstroom om de juiste ventilatormaat te
bepalen
Zorg voor de nodige luchtstroom over het koellichaam.
Frame
1)
1)
E1h
E2h
E3h
E4h
Tabel 4.1 Luchtstroom
Deurventilator/
Ventilator koellichaam
ventilator bovenzijde
[m³/h (cfm)]
[m³/h (cfm)]
510 (300)
552 (325)
1053–1206 (620–710)
595 (350)
629 (370)
1053–1206 (620–710)
994 (585)
994 (585)
MG22A210