Bedradingsvoorbeelden
7.4 Bedrading voor een motorthermistor
WAARSCHUWING
THERMISTORISOLATIE
Er bestaat een risico op lichamelijk letsel of schade aan
apparatuur.
•
Om te voldoen aan de PELV-isolatievereisten,
moeten thermistors zijn voorzien van versterkte
of dubbele isolatie.
VLT
+24 V
12
+24 V
13
D IN
18
D IN
19
7
7
COM
20
D IN
27
D IN
29
D IN
32
D IN
33
D IN
37
+10 V
50
A IN
53
A IN
54
COM
55
A OUT
42
COM
39
U - I
A53
Tabel 7.9 Motorthermistor
60
®
VLT
AQUA Drive FC 202
Parameters
Functie
Instelling
Parameter 1-90
[2] Thermisto-
Therm. motorbe-
ruitsch.
veiliging
Parameter 1-93
[1] Anal.
Thermistorbron
ingang 53
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
stel parameter 1-90 Therm.
motorbeveiliging in op [1]
Thermistorwaarsch. als alleen
een waarschuwing gewenst is.
Danfoss A/S © 04/2018 Alle rechten voorbehouden.
7.5 Bedrading voor regeneratie
FC
+24 V
12
+24 V
13
D IN
18
D IN
19
COM
20
D IN
27
D IN
29
D IN
32
D IN
33
D IN
37
+10 V
50
A IN
53
A IN
54
COM
55
A OUT
42
COM
39
Tabel 7.10 Regeneratie
Parameters
Functie
Instelling
Parameter 1-90 Therm
100%*
. motorbeveiliging
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Om regeneratie uit te
schakelen, verlaagt u
parameter 1-90 Therm. motorbe-
veiliging naar 0%. Als de
toepassing het remvermogen
van de motor gebruikt en
regeneratie niet is ingeschakeld,
wordt de eenheid uitgeschakeld
(trip).
MG22A210