Gebruiksaanwijzing UPster H 500 / H 500S
12
Richtlijnen voor de spoelmachine
De vaatwerkspoelmachine is gebouwd volgens de laatste stand van de techniek. Hij is
bedrijfsveilig.
Vaatwerk- en glazenspoelmachines kunnen een gevaar opleveren, wanneer dit door
niet geschoold personeel op de daarvoor bestemde manier gebruikt wordt.
OPGELET!
Verantwoordelijkheid bij onjuist gebruik
Voor schade aan de machine en/of andere objecten, veroorzaakt door fouten in de bedi-
ening, resp. het niet juist opvolgen van de bedieningsvoorschriften, vallen niet onder onze
verantwoordelijkheid. Wijzigingen aan de machine – met in het bijzonder technische aan-
passingen in de spoelmachine – zonder schriftelijke toestemming van de producent door
niet geautoriseerd personeel hebben tot gevolg dat de aanspraak en recht op garantie
komen te vervallen.
12.1 Algemene beschrijving van de spoelmachine
12.1.1 Principe van reiniging
De spoelmachine volgt het proces van een was- en naspoelproces.
De temperatuurregeling bewaakt de ingestelde wastemperatuur. Een waspomp stuurt
waswater vanuit de wastank in het wassysteem. De waterstralen worden vanuit verschil-
lende invalshoeken continue over het vaatwerk gespoeld. Hierdoor wordt een gelijkmatig
wasproces gegarandeerd.
Na het wasproces volgt het naspoelproces met schoon heet water. Het vaatwerk wordt
vanuit een apart naspoelsysteem met heet schoon water van ca. 80-83 °C nagespoeld.
Hierdoor wordt het vaatwerk voor het noodzakelijke droogproces verwarmd. Het naspo-
elwater zorgt tegelijkertijd voor regenerering van het waswater, en vermindering van de
vervuilingsgraad.
12.1.2 Zeepdosering
Het zeepdoseersysteem is geschikt voor het automatisch doseren van een vloeibaar, al-
kalisch zeepmiddel in de wastank.
Het zeepmiddel wordt via een slang vanuit de voorraadtank in de wastank gevoerd. Het
doseersysteem heeft een aanzuigende werking. De dosering geschiedt bij iedere vulling
en tijdens de start van het wasproces en is tijdgestuurd.
In de regel is een dosering van ca. 2 ml zeepmiddel per Liter waswater de juiste
hoeveelheid en concentratie. Dit kan afhankelijk van de waterkwaliteit, vaatwerk en
vervuilingsgraad van het vaatwerk tot 5 ml/l verhoogt of naar 1 ml/l verlaagd worden.
12.1.3 Naglansdosering
Het naglansdoseersysteem is geschikt voor het automatisch doseren van een vloeibaar,
alkalisch zeepmiddel in de wastank.
Het naglansmiddel wordt via een slang vanuit de voorraadtank in het schoonwatertoevoer
gevoerd. Het doseersysteem heeft een aanzuigende werking. De dosering geschiedt bij
iedere vulling van de boiler.
Juiste dosering zorgt voor een gelijkmatige waterfilm.
Bij overdosering kunnen strepen en vlekken optreden, oplossing is hoeveelheid dose-
ring verlagen.
Bij een te lage dosering blijven er druppels op het vaatwerk achter, oplossing is dose-
ring verhogen.
12.2 Geluidsemissie
Werkplek afhankelijke geluidsnorm L
70 dB
pA
9735076
Wijzigingen van uitvoering en constructie voorbehouden!
21
42
Pagina
van