Montage
2.4.1 Afdichtingen
Let bij de montage van afdichtingen op de volgende punten:
• Bij meetbuisbekleding PFA of PTFE zijn geen afdichtingen nodig.
• Gebruik voor DIN-flenzen alleen afdichtingen conform DIN EN 1514-1.
• Gemonteerde afdichtingen mogen niet in de leiding steken.
"
Opgelet!
Gevaar voor kortsluiting! Gebruik geen elektrisch geleidende afdichtingsmassa's zoals bijv.
grafiet! Aan de binnenzijde van de meetbuis kan een elektrische geleidende laag worden
gevormd en het meetsignaal kortsluiten.
2.4.2 Aardkabel (DN 15...600 / ½...24")
Indien nodig, kunnen voor de potentiaalvereffening speciale aardkabels als toebehoren worden
besteld.
2.4.3 Montage van de aardringen (DN 15...300 / ½...12")
Onder bepaalde omstandigheden, bijv. bij beklede of niet-geaarde leidingen, moeten voor de
potentiaalvereffening extra aardringen tussen de sensor en de leidingflens worden gemonteerd.
Aardringen kunnen bij Endress+Hauser als separate toebehoren worden besteld.
"
Opgelet!
• Bij gebruik van de aardringen (inclusief afdichtingen) wordt de inbouwlengte groter!
Informatie over de afmetingen bijbehorende technische informatie op CD-ROM.
• PTFE- en PFA-bekleding Extra afdichtingen moeten tussen de aardringen en de
leidingflens worden gemonteerd.
1.
Plaats de aardring en de extra afdichting(en) tussen de meetinstrument- en de leidingflens.
2.
Schuif de bouten door de flensgaten. Trek daarna de moeren slechts zover aan, dat deze losjes vastzitten.
3.
Verdraai nu de aardring zoals getoond in de afbeelding, tot de greep tegen de bouten aanligt. Daardoor wordt de
aardring automatisch correct gecentreerd.
Trek daarna de bouten aan met het benodigde aandraaimoment ä 15.
4.
5.
Bedraad de aardringen conform het aardingsconcept van de installatie.
14
Proline Promag 53
A0008167
Endress+Hauser