Uitvoering
4.16
Bediening met voetbedieningseenheid (CD14)
De bedieningseenheid wordt gebruikt wanneer de laadklep in werkstand staat voor de func-
ties omhoog en omlaag. De knoppen hebben een zogenaamde dodemansbediening, wat
betekent dat wanneer de bedieningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep
onmiddellijk stopt.
3
FUNCTIES
1
Omhoog
2
Omlaag
3
Activeren
58
1
2