Pagina 1
GEBRUIKERSHANDLEIDING INFORMATIE VOOR EIGENAREN EN GEBRUIKERS Laadplatform SCHUIFLIFT 78831TL - Vertaling van de gebruikers- handleiding in het Nederlands 2023-08-08 Moet bewaard worden in het voertuig waarop de laadklep is gemonteerd...
Inhoud Belangrijke informatie ................5 Technische ondersteuning ................ 5 Plaats van het typeplaatje ................. 5 Reserveonderdelen en accessoires ............6 Service ......................6 Afvoeren van het product ................6 Garantie ...................... 6 REACH-verordening..................10 Informatie over diagnoseclausule op afstand ........10 Privacy ...................... 11 1.10 Regelmatige inspectie ................11 1.11...
Pagina 4
Laden/lossen met platform tegen een laaddock ........35 De lading van het ene voertuig naar het andere verplaatsen ....37 Rolstop (optie) ..................38 Voor gebruik .....................42 4.10 Na gebruik ....................42 4.11 Autotilt (optioneel) ...................43 4.12 Vaste afstandsbediening (CD20) ............45 4.13 Werken met de vaste bedieningseenheid (CD3) ........49 4.14 Werken met de bedieningseenheid met spiraalkabel (CD9) ....53 4.15...
Belangrijke informatie Belangrijke informatie Voordat u de laadklep van ZEPRO gaat gebruiken, is het belangrijk dat u de inhoud van deze handleiding doorneemt en begrijpt en dan met name de paragrafen die over veiligheid gaan. De gebruikershandleiding is in de eerste plaats bedoeld om de functies en eigenschappen van de laadklep te leren kennen en hoe deze op de beste manier gebruikt kan worden.
Belangrijke informatie Reserveonderdelen en accessoires Neem voor reserveonderdelen of accessoires contact op met het dichtstbijzijnde service- centrum. Service Voor onderhoud kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde servicecentrum. Afvoeren van het product In hoofdstuk “9 Afvoeren van het product” op pagina 77 staat informatie over het afvoe- ren van het product.
Belangrijke informatie 1.6.2 Garantievoorwaarden De garantie van ZEPRO is alleen geldig als aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Klachten worden binnen de reguliere garantietermijn ingediend. • De pakbon moet in C-care ingevuld worden voordat er een garantieclaim uitgevoerd kan worden.
Pagina 8
• Externe apparatuur: Schade veroorzaakt door externe apparatuur of materialen die niet door ZEPRO zijn goedgekeurd. Bijvoorbeeld apparatuur die is aangesloten op het elektrische systeem van de laadklep. Onderdelen die eerder zijn gerepareerd zonder toestemming van de Z-Lyft.
Pagina 9
Belangrijke informatie • Externe kosten: Hulpdiensten, stand-bydiensten, reiskosten, autohuur, gederfde inkomsten, schade aan goederen. • Onderdelen zonder defect: Als er meerdere onderdelen bij de reclamatie worden opgestuurd, worden de onderde- len zonder vastgesteld defect die onder de garantie vallen, niet vergoed. Bijvoorbeeld: een elektrisch slangbreukventiel functioneert niet en zowel het ventiel als de magneet worden opgestuurd.
Z-lyften Produktion AB. Informatie over diagnoseclausule op afstand ZEPRO, of een door ZEPRO aangewezen derde, heeft te allen tijde het recht om (i) een diagnoseapparaat op afstand in, en van, de producten te installeren, onderhouden en demonteren; en (ii) het verkrijgen, verzenden, ontvangen, verzamelen, opslaan, kopiëren,...
ZEPROs privacybeleid (https://hiab.com/en/privacy-policy). Het ZEPRO-privacy- beleid is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de ZEPRO-groep. Wij wijzen u erop dat, indien u het product bij een ZEPRO-distributeur of -dealer hebt gekocht, uw persoonsgegevens door de verkoper van het product verder kunnen worden verwerkt.
Belangrijke informatie 1.11 Let op! De gebruiksaanwijzing bevat de volgende "waarschuwingsmarkeringen", die bedoeld zijn om u te waarschuwen voor omstandigheden die kunnen leiden tot problemen, incidenten, persoonlijk letsel en/of schade aan het product, enz. WAARSCHUWING! WAARSCHUWING wijst op een mogelijk risico, dat, indien er onvoldoende aandacht aan wordt geschonken, kan leiden tot ernstige en levensbedreigende verwondingen.
Oneigenlijk gebruik kan leiden tot persoonlijk letsel en//of schade aan de laadklep en het voertuig waarop het is gemonteerd. LET OP! ZEPRO is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of materiële schade die opgetreden zou zijn als gevolg van het niet opvolgen van de aanbevelingen, waarschuwingen en instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Veiligheidsvoorschriften Max. belasting In geen geval mag de laadklep worden belast met een hoger gewicht dan de maximale belasting die voor de laadklep is opgegeven. In geen geval mag het zwaartepunt van de maximale belasting verder naar buiten worden geplaatst dan de voor de laadklep opgege- ven zwaartepuntafstand.
Gebruik alleen reserveonderdelen en accessoires die zijn goedgekeurd of aanbevolen door ZEPRO. Elk ander gebruik kan leiden tot veranderingen die de werking en veiligheid van de laadklep kunnen verslechteren. Het kan ook inhouden dat de garantie voor uw laadklep niet meer geldig is.
Risico op materiële schade en levensbedreigende verwondingen. VOORZICHTIG! ZEPRO is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of materiële schade die kan zijn opgetre- den als gevolg van het niet opvolgen van de aanbevelingen, waarschuwingen en instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Om het risico op letsel aan voeten te verkleinen, moeten veiligheidsschoenen met een be- schermkap worden gedragen tijdens het werken op het platform. Hoewel het platform een antislipprofiel heeft, moet u voorzichtig zijn tijdens staan en lopen. ZEPRO raadt aan om antislip- -veiligheidsschoenen te gebruiken met een beschermende neus volgens EN ISO 20345. Risico op persoonlijk letsel.
Veiligheidsvoorschriften Beoogd gebruik WAARSCHUWING! De laadklep mag alleen worden gebruikt waarvoor hij is bedoeld, d.w.z. het laden en lossen van goederen en dit in overeenstemming met de voorschriften en aanwijzingen in deze gebruikershand- leiding. Ander gebruik is niet toegestaan omdat het de laadklep kan beschadigen en gevaarlijke situaties kan veroorzaken.
Veiligheidsvoorschriften Werkgebied Het is erg belangrijk dat de operator ervoor zorgt dat er in het werkgebied achter de laadklep geen personen of andere objecten aanwezig zijn tijdens het gebruik van de laadklep. De bediener moet ook letten op de omgeving buiten het werkgebied om naderende personen of voorwerpen die een gevaarlijke situatie zouden kunnen veroorzaken tijdig op te merken.
Veiligheidsvoorschriften 2.10 Werkpositie van de bediener Plaats het voertuig altijd zo dat de laadklep veilig bediend kan worden zonder gevaar voor en door passerend verkeer. Zorg er ook voor dat het werkgebied vrij is. WAARSCHUWING! Het voertuig moet zo staan dat de laadklep veilig bediend kan worden zonder gevaar voor en door passerend verkeer.
Constructie & functie Constructie & functie Algemeen Een ZEPRO laadklep bestaat uit een aantal hoofdcomponenten. Achterbalk, hefarmen, platform- en sledeprofielen. De laadklep wordt elektrisch-hydraulisch bediend. Een hydrau- lische pomp levert hydraulische olie aan de hydraulische werkcilinders. Het hydraulische systeem wordt aangestuurd door het besturingssysteem dat met bijbehorende bediening- seenheid wordt bediend.
Constructie & functie Hefarmen De hefarmen verbinden het platform met de achterbalk. De hydraulische cilinders zorgen voor de op- en neerbeweging van het laadplatform en voor het kantelen. Platform Het platform is gemaakt van staal of aluminium en heeft aan de bovenzijde een antislip-op- pervlak.
Constructie & functie Besturingssysteem De laadkleppen van ZEPRO kunnen worden uitgerust met meer of minder geavanceerde besturingssystemen die zijn aangepast aan het actuele product. Het besturingssysteem regelt het hydraulische systeem en daarmee de verschillende functies van de laadklep. Het systeem interpreteert de toetsaanslagen van de machinist en ook signalen van verschillen- de sensoren in de constructie van de laadklep.
Constructie & functie 3.10 Veiligheidsuitrusting 3.10.1 2-hand-bediening Om het risico op beknelling te verminderen, kan het voor het besturingssysteem en de bedieningseenheden nodig zijn om ze te bedienen met twee handen. Afhankelijk van het type laadklep en de configuratie ervan kan deze eis gelden voor alle situaties of wanneer het risico op beknelling extra groot is. 3.10.2 Beperking tot één operator De laadklep mag slechts door één persoon tegelijk worden bediend.
Constructie & functie 3.11 Bedieningseenheid Alle functies van de laadklep worden aangestuurd met één of meerdere bedieningseen- heden. De laadklep kan worden bediend met verschillende modellen vaste en bekabelde bedieningseenheden en afstandbediening (radio). Een van de bedieningseenheden is de primaire, wat betekent dat het alle mogelijke functies van de gemonteerde laadklep kan aansturen.
3.11.2 Plaats vaste bedieningseenheid De laadklep heeft van één of meerdere bedieningseenheden. Alleen ZEPRO-goedgekeur- de bedieningseenheden mogen worden gebruikt. Een vaste bedieningseenheid is op de opbouw van het voertuig of op een console onder de opbouw gemonteerd. De plaats van de...
Constructie & functie 3.12 Elektrische Autotilt De optionele elektrische autotilt-functie vereenvoudigt het gebruik van de laadklep. Autotilt-down wordt automatisch geactiveerd bij gebruik van de functie Omlaag en dan wanneer het platform naar de ondergrond gaat, op voorwaarde dat de hoek van het platform minder dan 45°...
Constructie & functie 3.13 Bescherming tegen oververhitting Het hydraulische systeem is voorzien van een thermostaat die de stuurstroom onderbreekt waardoor het risico op schade aan de motor vermindert als deze te warm wordt, wat bij- voorbeeld kan gebeuren tijdens continu/intensief gebruik. De hoeveelheid continu werk die de laadklep kan uitvoeren, wordt beïnvloed door de belasting waaraan de laadklep wordt blootgesteld en de omgevingstemperatuur.
Bedien altijd rustig, voorzichtig en met aandacht. Dit verhoogt de veiligheid en verlaagt de onderhoudskos- ten en het risico op stilstand. ZEPRO is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of materiële schade die kan zijn opgetreden als gevolg van het niet opvolgen van de aanbevelingen, waarschuwingen en instructies in deze gebruikershandleiding.
VOORZICHTIG! Zorg ervoor dat de vereiste en aangepaste verlichting aanwezig is wanneer u in het donker gaat werken. ZEPRO raad aan de laadklep te voorzien van een waarschuwingsverlichting wanneer u gaat werken op slecht verlichte plekken. Risico op persoonlijk letsel.
Uitvoering Werkpositie van de bediener Plaats het voertuig altijd zo dat de laadklep veilig bediend kan worden zonder gevaar voor en door passerend verkeer. Zorg er ook voor dat het werkgebied vrij is. WAARSCHUWING! Het voertuig moet zo staan dat de laadklep veilig bediend kan worden zonder gevaar voor en door passerend verkeer.
Om het risico op letsel aan voeten te verkleinen, moeten veiligheidsschoenen met een be- schermkap worden gedragen tijdens het werken op het platform. Hoewel het platform een antislipprofiel heeft, moet u voorzichtig zijn tijdens staan en lopen. ZEPRO raadt aan om antislip- -veiligheidsschoenen te gebruiken met een beschermende neus volgens EN ISO 20345. Risico op persoonlijk letsel.
Pagina 33
Uitvoering VOORZICHTIG! Ga indien mogelijk altijd achter de lading in de vrachtwagen staan wanneer de lading op het platform wordt gereden. Draai indien nodig de laad- en pallettruck op de laadvloer voordat u hem naar buiten rijdt. Voor de lading staan wanneer deze op het platform wordt gereden, houdt een verhoogd risico op struikelen en over de rand vallen in.
Uitvoering Laden/lossen vanaf de grond BELANGRIJK Het is verboden om met een heftruck op het platform van de laadklep te rijden. Risico op materiële schade. Houd bij het laden/lossen met een heftruck op de grond het platform in de transportstand. Het is verboden om met een heftruck op het platform van de laadklep te rijden...
Uitvoering Laden/lossen met platform tegen een laaddock BELANGRIJK Maximaal overlaadgewicht = Laadcapaciteit van de laadklep x 0,5. Overbelasting van de capa- citeit van de laadklep kan materiële schade veroorzaken. Het is niet toegestaan om met een heftruck op het platform te rijden, omdat de belasting op de laadklep dan te groot wordt.
Uitvoering 4.6.1 Het platform aan het laaddock aanpassen Wanneer het voertuig gelost wordt, gaat het platform omhoog in verhouding tot het laaddock. Kantel het platform regelmatig naar beneden. Controleer of de overlapping van het platform voldoende is (minimaal 150 mm), en of het platform veilig en stabiel op het laaddock rust.
Uitvoering De lading van het ene voertuig naar het andere verplaatsen BELANGRIJK Maximaal overlaadgewicht = Laadcapaciteit van de laadklep x 0,5. Overbelasting van de capa- citeit van de laadklep kan materiële schade veroorzaken. Het is niet toegestaan om met een heftruck op het platform te rijden, omdat de belasting op de laadklep dan te groot wordt.
Uitvoering Rolstop (optie) De rolstop is een accessoire om het risico te verminderen dat goederen met wielen ongecontroleerd gaan rollen wanneer ze op het platform worden gezet. WAARSCHUWING! Zorg dat de goederen stevig op het platform staat wanneer de laadklep wordt bediend: Er mag alleen worden gewerkt met goederen met wielen als het platform is uitgerust met werkende rolstops.
Uitvoering 4.8.1 Verend naar de open en gesloten positie De rolstop heeft een verende functie en blijft dus in de volledig open en gesloten stand staan. Activeren Resetten Model A Model B Model C...
Pagina 40
Uitvoering 4.8.2 Verend naar open positie De rolstop heeft een verende functie en blijft dus in de volledig open stand staan. Een voetbediende vergrendeling fixeert de rolstop automatisch nadat deze weer in gesloten stand wordt gedrukt. Activeren Resetten Model A Model B...
Uitvoering 4.8.3 Verend naar open stand met dubbele functie De rolstop heeft een verende functie en blijft dus in de volledig open stand staan. Een voetbediende vergrendeling fixeert de rolstop automatisch nadat deze weer in gesloten stand wordt gedrukt. De vergrendeling kan worden uitgeschakeld door hem in het smalle deel van de groef vast te zetten.
Uitvoering Voor gebruik • Bij een laadklep met een schakelaar in de cabine schakelt u de stroomtoevoer in door deze cabineschakelaar in de stand Aan te zetten. LET OP! Sommige laadkleppen kunnen worden uitgerust met timers die de bedienings- stroom na een bepaalde tijd automatisch uitschakelen. Om de timer te resetten en de bedieningsstroom in te schakelen, zet u eerst de cabineschakelaar op de stand Uit en vervolgens op de stand Aan.
Uitvoering 4.11 Autotilt (optioneel) 4.11.1 Lossen Stap 1-7 geeft een beschrijving van een volledige procedure vanaf transportstand tot het lossen van een vracht op de grond. Zie erop toe dat het gebied achter het voertuig een vlakke ondergrond heeft waar de laadklep op kan rusten.
Pagina 44
Uitvoering 4.11.2 Laden Stap 1-7 geeft een beschrijving van een volledige procedure vanaf transportstand tot het laden van een vracht in de laadruimte van het voertuig. Zie erop toe dat het gebied achter het voertuig een vlakke ondergrond heeft waar de laadklep op kan rusten.
Uitvoering 4.12 Vaste afstandsbediening (CD20) Alle functies van de laadklep worden met de afstandsbediening geregeld. De knoppen heb- ben een zogenaamde dodemansbediening, wat betekent dat wanneer de bedieningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep onmiddellijk stopt. De bedieningseenheid heeft een aangepaste lay-out voor montage aan de linker- en rechterkant van het voertuig. Bedieningseenheid gemonteerd aan de rechterkant van het voertuig Bedieningseenheid gemonteerd aan de linkerkant van het voertuig FUNCTIES...
Uitvoering 4.12.1 Van transport- naar bedrijfsstand gaan Hier wordt beschreven hoe de laadklep moet worden bediend om na transport klaar te zijn voor gebruik. Op de afbeeldingen is de bedieningseenheid gemonteerd aan de rechterkant van het voertuig. Omlaag Druk op de knop "Omlaag" (3) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snel- heid omlaag.
Uitvoering 4.12.2 Bediening in werkstand Hier wordt beschreven hoe de laadklep in werkstand wordt bediend. Op de afbeeldingen is de bedieningseenheid gemonteerd aan de rechterkant van het voertuig. Omhoog Druk op de knop "Omhoog" (1) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omhoog.
Uitvoering 4.12.3 Bediening van werk- naar transportstand Hier wordt beschreven hoe de laadklep moet worden bediend om na het laden/lossen voor- bereid te worden voor transport. Op de afbeeldingen is de bedieningseenheid gemonteerd aan de rechterkant van het voertuig. Breng de laadklep eerst Omhoog/Omlaag zodat het platform 5-10 cm van de ondergrond ver- wijderd is.
Uitvoering 4.13 Werken met de vaste bedieningseenheid (CD3) Alle functies van de laadklep worden met de afstandsbediening geregeld. De knoppen heb- ben een zogenaamde dodemansbediening, wat betekent dat wanneer de bedieningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep onmiddellijk stopt. Bedieningseenheid met hoofdschakelaar (optie).
Pagina 50
Uitvoering 4.13.1 Van transport- naar bedrijfsstand gaan Hier wordt beschreven hoe de laadklep moet worden bediend om na transport klaar te zijn voor gebruik. Omlaag Druk op de knop "Omlaag" (3) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snel- heid omlaag.
Pagina 51
Uitvoering 4.13.2 Bediening in werkstand Hier wordt beschreven hoe de laadklep in werkstand wordt bediend. Omhoog Druk op de knop "Omhoog" (1) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omhoog. Omhoog Omlaag Druk op de knop "Omlaag" (3) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omlaag.
Pagina 52
Uitvoering 4.13.3 Bediening van werk- naar transportstand Hier wordt beschreven hoe de laadklep moet worden bediend om na het laden/lossen voorbereid te worden voor transport. Breng de laadklep eerst Omhoog/Omlaag zodat het platform 5-10 cm van de ondergrond ver- wijderd is. Klap het platform op en bedien vervolgens de laadklep zoals hieronder beschreven. Slede in Druk op de knop "Slede in"...
Uitvoering 4.14 Werken met de bedieningseenheid met spiraalkabel (CD9) De bedieningseenheid wordt gebruikt wanneer de laadklep in werkstand staat voor de functies omhoog, omlaag en kantelen. De knoppen hebben een zogenaamde dodemansbe- diening, wat betekent dat wanneer de bedieningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep onmiddellijk stopt.
Pagina 54
Uitvoering 4.14.1 Bediening in werkstand Hier staat beschreven hoe de laadklep in werkstand wordt bediend met de spiraalkabeleen- heid (CD10). Omhoog Druk op de knop "Omhoog" (1) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omhoog. Omhoog Omlaag Druk op de knop "Omlaag"...
Pagina 55
Uitvoering Naar beneden kantelen Druk de knoppen "Kantelen" (2) en "Omlaag" (3) in die volgorde in en houd ze ingedrukt. Het platform wordt met gelijkmatige snelheid omlaag gekanteld. Kanteling omlaag Omhoog kantelen Druk de knoppen "Kantelen" (2) en "Omhoog" (1) in die volgorde in en houd ze ingedrukt. Het platform wordt met gelijkmatige snelheid omhoog gekanteld.
Uitvoering 4.15 Gebruik van de bedieningseenheid met spiraalkabel (CD10) De bedieningseenheid wordt gebruikt wanneer de laadklep in werkstand staat voor de func- ties omhoog en omlaag. De knoppen hebben een zogenaamde dodemansbediening, wat betekent dat wanneer de bedieningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep onmiddellijk stopt.
Pagina 57
Uitvoering 4.15.1 Bediening in werkstand Hier staat beschreven hoe de laadklep in werkstand wordt bediend met de spiraalkabeleen- heid (CD10). Omhoog Druk op de knop "Omhoog" (1) en houd deze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omhoog. Omhoog Omlaag Druk op de knop "Omlaag"...
Uitvoering 4.16 Bediening met voetbedieningseenheid (CD14) De bedieningseenheid wordt gebruikt wanneer de laadklep in werkstand staat voor de func- ties omhoog en omlaag. De knoppen hebben een zogenaamde dodemansbediening, wat betekent dat wanneer de bedieningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep onmiddellijk stopt.
Pagina 59
Uitvoering 4.16.1 Bediening in werkstand Hier staat beschreven hoe de laadklep in werkstand wordt bediend met de voetbediening- seenheid (CD14). Omhoog Druk de knoppen "Activeren" (3) en "Omhoog" (1) in die volgorde in en houd ze ingedrukt. Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omhoog. Omhoog Omlaag Druk de knoppen "Activeren"...
Uitvoering 4.17 Bediening met afstandsbediening (CD11) De bedieningseenheid wordt gebruikt wanneer de laadklep in werkstand staat voor de func- ties omhoog, omlaag en kantelen en daarnaast vergrendelen/ontgrendelen. De knoppen 1-3 hebben een zogenaamde dodemansbediening, wat betekent dat wanneer de bedie- ningsknop wordt losgelaten, de beweging van de laadklep onmiddellijk stopt.
Pagina 61
Uitvoering 4.17.2 Bediening in werkstand Hier staat beschreven hoe de laadklep in werkstand wordt bediend met de afstandsbedie- ning (CD11). Omhoog Druk op de knop "Omhoog" (1). Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omhoog. Omhoog Omlaag Druk op de knop "Omlaag" (3). Het platform gaat met gelijkmatige snelheid omlaag. Omlaag...
Pagina 62
Uitvoering Omhoog kantelen Druk de knoppen "Kantelen" (2) en "Omhoog" (1) in die volgorde in en houd ze ingedrukt. Het platform wordt met gelijkmatige snelheid omhoog gekanteld. Kantelen omhoog Naar beneden kantelen Druk de knoppen "Kantelen" (2) en "Omlaag" (3) in die volgorde in en houd ze ingedrukt. Het platform wordt met gelijkmatige snelheid omlaag gekanteld.
De laadklep moet ook eenmaal per jaar worden nagekeken door een erkende werkplaats. In deze handleiding vindt u de aanbevelingen van ZEPRO voor controles, smering en ser- vice. 5.3 Dagelijkse controle 5.4 Wekelijkse controle...
Service en onderhoud Voor aanvang van de werkzaamheden BELANGRIJK Let op de volgende punten voordat u service of onderhoud of gaat uitvoeren: • Laat het platform zakken en kantelen tot het op de grond rust zodat de druk in het hydrauli- sche systeem minimaal is.
“3.10.4 Alarm voor open platform” op pagina 24 Controleer of het platform schoon is en er veilig op gelopen kan worden. Verwijder sneeuw, modder, vuil, vuil of gladde vloeistoffen. ZEPRO raadt aan om antislip-vei- ligheidsschoenen te gebruiken met een beschermende neus volgens EN ISO 20345.
Service en onderhoud Wekelijkse controle Voer de volgende controles uit. Test alle functies van de laadklep met alle bedieningseenheden. Neem contact op met een gekwalificeerde servicemonteur wanneer probleemoplossing of reparatie nodig is. Controleer slangen, koppelingen en cilinders op scheuren en lekken. Neem contact op met een gekwalificeerde servicemonteur wanneer probleemoplossing of reparatie nodig is. Controleer de balgen van de hydraulische op beschadigingen of ze vastzitten. Neem contact op met een gekwalificeerde servicemonteur wanneer probleemoplossing of reparatie nodig is.
Er moet ten minste om de 3 maanden worden gesmeerd. Er kunnen kortere intervallen nodig zijn als u in een agressieve omgeving rijdt of de lift regelmatig wast. Neem contact op met ZEPRO voor advies. 5.5.3 Voordat de gaat smeren Voordat u gaat smeren moet de lift worden gereinigd, vooral de smeerpunten en de smeer- nippels moeten goed schoon zijn.
Voor een geldige garantie, moet de service 1 keer per jaar worden uitgevoerd door een ZEPRO-erkende werkplaats. Voor informatie over de dichtstbijzijnde werkplaats kunt u kijken op de website van ZEPRO of u kunt contact opnemen met uw distributeur. Bij service of reparatie moeten serviceprotocollen ingevuld en ondertekend worden.
Markering Markering Hieronder vindt u een overzicht van de locatie van de verschillende markeringen. De afbeelding van de markering en aanvullende informatie zijn te vinden in de respectievelijke paragrafen op de volgende pagina's. www.hiab.co 2020-03-04 55057TL...
Markering Markering voor max. lading De markering geeft de maximale toelaatbare belasting op het platform aan. De laadklep mag nooit met een hoger gewicht worden belast dan wat op de markering staat. De max. toegestane belasting geldt alleen tot een bepaalde afstand vanaf de achterkant van de laadvloer van het voertuig (zwaartepuntafstand).
Markering Typeplaatje Het typeplaatje zit op de achterbalk van de laadklep en op de deurstijl van de cabine. Op het typeplaatje staat de volgende informatie: • Type laadklep • Maximaal toelaatbare belasting in kg • Fabricagenummer • Fabricagejaar • Adres en telefoonnummer van de fabrikant •...
Markering Sticker bedieningseenheid Bedieningsstickers worden naast of op de betreffende bedieningseenheid geplaatst, afhankelijk van het type bedieningseenheid. De stickers zijn er in standaard uitvoering en als optie in gespiegelde uitvoering voor montage aan de andere kant van het voertuig. Sticker bedieningseenheid CD 3 Sticker bedieningseenheid CD 9 Sticker bedieningseenheid CD 19 Sticker bedieningseenheid CD 10...
Markering 6.5.1 Extra sticker voor Autotilt Op laadkleppen met Autotilt zit er een extra sticker naast de sticker van de bedieningseenheid. De stickers zijn er in standaard uitvoering en als optie in gespiegelde uitvoering voor montage aan de andere kant van het voertuig. Extra sticker voor Autotilt bij CD 3 Extra sticker voor Autotilt bij CD 9 Extra sticker voor Autotilt bij CD 19...
Markering Gevarenzone De sticker is aan de binnenkant van de op- bouw gemonteerd, naast de handbediening als die aanwezig is. De sticker geeft informa- tie over de gevarenzone tussen laadvloer en platform waar het risico op beknelling extra hoog is bij het bedienen van de laadklep. www.hiab.com 55061TL 2020-05-14...
Probleemoplossing Probleemoplossing De onderstaande tabel bevat informatie over de meest voorkomende problemen en sug- gesties voor maatregelen om ze op te lossen. Als deze eenvoudige handleiding niet helpt of als u twijfelt, neem dan contact op met een gekwalificeerde servicetechnicus. Waarschijnlijke Probleem Maatregel oorzaak Zet de cabineschakelaas en/of hoofd- Cabineschakelaar en/ schakelaar in de stand Aan.
Technische specificaties Technische specificaties Geluidsemissie Gemiddeld emissiegeluidsdrukniveau is niet hoger dan 70 dB Richtlijn geluidsemissie 2000/14/EG Geluidsmeting volgens EN ISO 11200-11204 De meting werd uitgevoerd volgens EN ISO 3741-3746 Klasse II...
Afvoeren van het product Afvoeren van het product Algemeen Het demonteren van de laadklep moet worden uitgevoerd door personeel met de benodig- de kennis en ervaring om ervoor te zorgen dat er geen gevaarlijke incidenten of milieueffec- ten plaatsvinden als gevolg van onwetendheid. Geldende richtlijnen en wetgeving Bij demontage/recycling moeten lokale en nationale regels en richtlijnen worden gevolgd.
Afvoeren van het product 9.2.2 Demonteren Demonteer bij voorkeur in onderstaande volgorde: Platform Hydraulische cilinders en slangen Hydraulisch aggregaat Hijsarmen Achterbalk incl. bevestigingen VOORZICHTIG! Gebruik altijd tilhulpmiddelen en wees voorzichtig bij het tillen van zware voorwerpen. Zorg dat zware onderdelen volledig tegen de ondergrond rusten of door een hefmiddel worden vast- gehouden voordat u schroeven, assen of andere bevestigingsmiddelen verwijdert.
Als er een opmerking is over een van de servicepunten, noteer dan hieronder de genomen actie(s): Servicecontrole (Noteer in de onderstaande tabel of er acties zijn uitgevoerd voor het respectievelijke servicepunt. Service- Opmerking/maatregel punt Controles en acties zijn uitgevoerd: ...........................
Jaar 2 Serviceprotocol L-Service (jaarlijks) Klant: Voertuig: Kenteken: Laadklepmodel: Fabricagenummer: C=Controle V=Vervangen S=Smering * indien het platform deze uitrusting heeft Zie instructie voor Servicepunten Informatie resp. laadklep- Opmerking model Mechanisch (visuele inspectie op eventuele scheuren en/of beschadigingen) IE-0110 Ev. scheurvorming, beschadiging, aantrek- IE-0105 / IE-0104 1.1 Framebevestiging koppels...
Pagina 82
Als er een opmerking is over een van de servicepunten, noteer dan hieronder de genomen actie(s): Servicecontrole (Noteer in de onderstaande tabel of er acties zijn uitgevoerd voor het respectievelijke servicepunt. Service- Opmerking/maatregel punt Controles en acties zijn uitgevoerd: ...........................
Pagina 83
Jaar 3 Serviceprotocol XL-Service Incl. vervanging onderdelen in Servicekit N.B. Klant: Voertuig: ten, Kenteken: Servi Laadklepmodel: Fabricagenummer: (aanv C=Controle V=Vervangen S=Smering * indien het platform deze uitrusting heeft, ** indien de servicekit dit onderdeel bevat Serv Zie instructie voor Servicepunten Informatie resp.
Pagina 84
Als er een opmerking is over een van de servicepunten, noteer dan hieronder de genomen actie(s): Servicecontrole (Noteer in de onderstaande tabel of er acties zijn uitgevoerd voor het respectievelijke servicepunt. Service- Opmerking/maatregel punt Controles en acties zijn uitgevoerd: ...........................
Pagina 85
Jaar 4 Serviceprotocol L-Service (jaarlijks) Klant: Voertuig: Kenteken: Laadklepmodel: Fabricagenummer: C=Controle V=Vervangen S=Smering * indien het platform deze uitrusting heeft Zie instructie voor Servicepunten Informatie resp. laadklep- Opmerking model Mechanisch (visuele inspectie op eventuele scheuren en/of beschadigingen) IE-0110 Ev. scheurvorming, beschadiging, aantrek- IE-0105 / IE-0104 1.1 Framebevestiging koppels...
Pagina 86
Als er een opmerking is over een van de servicepunten, noteer dan hieronder de genomen actie(s): Servicecontrole (Noteer in de onderstaande tabel of er acties zijn uitgevoerd voor het respectievelijke servicepunt. Service- Opmerking/maatregel punt Controles en acties zijn uitgevoerd: ...........................
Pagina 87
Jaar 5 Serviceprotocol L-Service (jaarlijks) Klant: Voertuig: Kenteken: Laadklepmodel: Fabricagenummer: C=Controle V=Vervangen S=Smering * indien het platform deze uitrusting heeft Zie instructie voor Servicepunten Informatie resp. laadklep- Opmerking model Mechanisch (visuele inspectie op eventuele scheuren en/of beschadigingen) IE-0110 Ev. scheurvorming, beschadiging, aantrek- IE-0105 / IE-0104 1.1 Framebevestiging koppels...
Pagina 88
Als er een opmerking is over een van de servicepunten, noteer dan hieronder de genomen actie(s): Servicecontrole (Noteer in de onderstaande tabel of er acties zijn uitgevoerd voor het respectievelijke servicepunt. Service- Opmerking/maatregel punt Controles en acties zijn uitgevoerd: ...........................
Pagina 89
Jaar 6 Serviceprotocol XL-Service Incl. vervanging onderdelen in Servicekit Klant: Voertuig: Kenteken: Serv Laadklepmodel: Fabricagenummer: (aan C=Controle V=Vervangen S=Smering * indien het platform deze uitrusting heeft, ** indien de servicekit dit onderdeel bevat Zie instructie voor Servicepunten Informatie resp. laadklep- Opmerking model Mechanisch (visuele inspectie op eventuele scheuren en/of beschadigingen)
Pagina 90
Als er een opmerking is over een van de servicepunten, noteer dan hieronder de genomen actie(s): Servicecontrole (Noteer in de onderstaande tabel of er acties zijn uitgevoerd voor het respectievelijke servicepunt. Service- Opmerking/maatregel punt Controles en acties zijn uitgevoerd: ...........................
Eigen notities ..............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Pagina 92
..............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Productgoedkeuring Productgoedkeuring EG-verklaring van overeenstemming van de machine. ZEPRO, Z-Lyften Produktion AB Allévägen 4, 844 41 Bispgården ZWEDEN verzekert hierbij dat de laadkleppen: ZS MK2, ZT MK2, ZD 15/20, ZD 150/200 met productienummer 380000 en hoger, vervaardigd zijn in overeenkomstig de volgende EG-richtlijnen: •...
Er is ook rekening gehouden met de instructies van de voertuigfabrikant voor de opbouw. Aangezien de installatie-instructies van ZEPRO zijn gevolgd en eventuele wijzigingen door ZEPRO zijn goedgekeurd, is dit document een bevestiging dat zowel de laadklep als de montage voldoen aan de volgende richtlijnen.
Pagina 96
BUILT TO PERFORM ZEPRO, Del en Waltco zijn handelsmerken voor laadplatformen van Hiab. Hiab is een wereldleidende leverancier van uitrusting, intelligente diensten en digitale oplossingen voor hantering van lading tijdens transport op de weg. Als pionier in de branche zetten wij ons in voor een verbeterde efficiëntie binnen de bedrijven van onze klanten en ge-...