Invacare® Action® Ampla™
Van de stoeprand af rijden
1. Rijd de rolstoel naar de stoeprand en houd de hoepels
vast.
2. De begeleider moet de duwstang vasthouden en de
rolstoel achterover kantelen zodat de zwenkwielen van
de grond komen.
3. De begeleider moet de rolstoel vervolgens in deze stand
vasthouden en hem voorzichtig de stoep af duwen
en hem daarna weer voorover kantelen totdat de
zwenkwielen weer op de grond staan.
De stoeprand op rijden
WAARSCHUWING!
Kans op ernstige letsels
Vaak de stoep op en af rijden kan leiden tot een
eerder dan verwachte breuk door metaalmoeheid
van de rugleuning van de rolstoel. De gebruiker
kan uit de rolstoel vallen.
1. Rijd de rolstoel naar achteren tot de achterwielen de
stoeprand raken.
2. De begeleider moet de rolstoel kantelen met behulp van
beide duwhandgrepen zodat de zwenkwielen van de
grond komen, de achterwielen vervolgens de stoep op
trekken totdat de zwenkwielen de grond weer mogen
raken.
34
6.6 Hellingen op en af rijden
WAARSCHUWING!
Risico's als gevolg van een onbestuurbare
rolstoel
Bij het op en afrijden van hellingen of heuvels
kan uw rolstoel achterover, voorover of zijwaarts
kantelen.
– Zorg dat er altijd een begeleider achter de
rolstoel loopt voordat u hoge hellingen op
moet.
– Vermijd zijwaartse hellingen.
– Vermijd hellingen van meer dan 7°.
– Voorkom schokken als u van richting verandert
op een helling.
LET OP!
Uw rolstoel kan zelfs op een licht hellend vlak
stuurloos worden als u de hoepels niet goed
gebruikt.
– Gebruik de parkeerremmen als uw rolstoel
stilstaat op een hellend vlak.
De helling op
Om een helling op te gaan, moet u snelheid maken en
houden, en tegelijkertijd de richting aansturen.
1662643-C