Inhoudsopgave
Advertenties
VEILIGHEIDSINFORMATIE, WAARSCHUWINGEN, VERMANINGEN EN OPMERKINGEN
Bij het ontwerp van de draagbare Rad-5/pulsoximeter zijn technische ontwerpprocessen, risicoanalyse
en softwarevalidatie toegepast om de kans op gevaren veroorzaakt door fouten in het softwareprogramma
tot een minimum te beperken.
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
ii
Ontploffingsgevaar. De pulsoximeter niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbare narcotica of
andere brandbare stoffen in combinatie met lucht, met zuurstof verrijkte omgevingen of lachgas.
De pulsoximeter is NIET bestemd voor apneubewaking.
Een pulsoximeter dient te worden beschouwd als een apparaat voor vroegtijdige
waarschuwing. Wanneer bij de patiënt een neiging tot hypoxemie wordt aangegeven, dienen
bloedmonsters te worden geanalyseerd met laboratoriuminstrumenten om een volledig
inzicht in de toestand van de patiënt te krijgen.
De pulsoximeter mag uitsluitend door bevoegd personeel worden gebruikt. Deze
handleiding, de gebruiksaanwijzingen van de accessoires, alle voorzorgsmaatregelen en
specificaties dienen vóór het gebruik te worden gelezen.
Gevaar van elektrische schokken. De deksel van de pulsoximeter niet opendoen behalve
om de batterijen te vervangen. De specifiek in deze handleiding beschreven
onderhoudsprocedures mogen uitsluitend door een bevoegde operator worden uitgevoerd.
Laat onderhoud en reparaties aan deze apparatuur door Masimo uitvoeren.
Net als met alle medische apparatuur dienen de patiëntkabels zodanig te worden gelegd
dat er weinig kans bestaat dat de patiënt er in verstrikt raakt of erdoor gewurgd wordt.
De pulsoximeter en accessoires niet zodanig neerzetten dat deze op de patiënt zouden
kunnen vallen. Til de pulsoximeter niet bij de patiëntkabel op.
Storende stoffen: Carboxihemoglobine kan foutieve hogere metingen veroorzaken. De
stijging is ongeveer gelijk aan het aanwezige carboxihemoglobinegehalte. Kleurstoffen of
substanties die kleurstoffen bevatten die de normale bloedpigmentatie veranderen, kunnen foutieve
metingen veroorzaken.
Ernstige anemie kan foutieve SpO
De pulsoximeter of oximetriesensors niet gebruiken tijdens kernspintomografie (MRI). De
inductiestroom kan brandwonden veroorzaken. De pulsoximeter kan het MRI-beeld
beïnvloeden en de MRI-unit kan de nauwkeurigheid van de oximetriemetingen beïnvloeden.
Bij gebruik van de pulsoximeter tijdens volledige lichaamsbestraling, dient u de sensor
buiten het stralingsveld te houden. Als de sensor wordt blootgesteld aan de straling, kan de
meting onnauwkeurig zijn of de unit nul aflezen tijdens de actieve stralingsperiode.
De sensor altijd bij de patiënt verwijderen en de patiënt volledig loskoppelen van de
pulsoximeter alvorens de patiënt te wassen.
De pulsoximeter niet ergens zetten waar de patiënt de bedieningen kan veranderen.
De pulsoximeter niet met de voorkant tegen een oppervlak leggen. Hierdoor wordt het
alarmsignaal gedempt.
De pulsoximeter niet op elektrische apparatuur plaatsen die de pulsoximeter kan
beïnvloeden, waardoor wordt voorkomen dat deze naar behoren werkt.
De pulsoximeter niet blootstellen aan bovenmatig vochtige omstandigheden zoals
bijvoorbeeld regen. In bovenmatig vochtige omstandigheden is het mogelijk dat de
pulsoximeter niet nauwkeurig of helemaal niet werkt.
Handleiding voor de Rad-5/5v pulsoximeter met signaalextractie
metingen veroorzaken.
2
Advertenties
Inhoudsopgave
