s y s t e e m b e s c h r i j v i n g
BEDIENING / INDICATOR
Aan-/uitschakelaar
8
Batterijladingindicator
9
Visuele alarmindicator
10
Perfusie-index
11
MAX Indicator
12
Alarm stilgelegd-indicator
13
Knop voor het stilleggen van
14
het alarm
Omhoog-knop
15
Omlaag-knop
16
Luidspreker
17
Pulstoonvolume
18
Display-helderheid
19
Handleiding voor de Rad-5/5v pulsoximeter met signaalextractie
BESCHRIJVING
Wordt gebruikt om de unit aan en uit te doen.
Vier LED's geven de staat van de batterij aan. Wanneer
de laatste indicator begint te knipperen, moeten de
batterijen vervangen worden.
Gaat branden wanneer er een alarmtoestand bestaat.
Deze indicator mag niet uitgezet of op andere wijze
opgeheven worden.
De perfusie-index geeft een aanduiding van het
percentage pulsatiesignalen t.o.v. niet-pulsatiesignalen.
Het balkje is het hoogst wanneer de kwaliteit van de
bloeddoorstroming het beste is.
Gaat branden wanneer de MAX-modus ingeschakeld is.
NB: Bij gebruik van de instelling Maximale gevoeligheid
kan de SENSOR OFF waarnemingsprestatie worden
aangetast.
Knippert om aan te geven dat het alarm tijdelijk is
stilgelegd (door één keer op de knop voor het stilleggen
van het alarm te drukken) of brandt voortdurend aan
aan te geven dat het alarm permanent is gedempt (door
tweemaal op de knop voor het stilleggen van het alarm
te drukken).
Druk hier één keer op om het alarm tijdelijk 120
seconden lang uit te zetten. Druk hier nogmaals op om
het alarm permanent te dempen (op te schorten). Als
hier voor de derde keer op wordt gedrukt, gaat de unit
terug naar de standaardalarmbewaking.
Gebruik deze knoppen tijdens het controleren van de
verzadiging om het volume van de pulspieptoon af te
stellen.
Binnen het menu/instelsysteem worden deze knoppen
gebruikt om waarden in elke menuoptie te kiezen.
Geeft een hoorbare indicatie van alarmtoestanden,
pulstoon en terugkoppeling bij het drukken op toetsen.
Zorg ervoor dat de luidspreker niet is afgedekt en dat de
unit niet met de voorkant op beddengoed of een ander
geluiddempend oppervlak wordt gelegd.
Verzorgt de regeling van het pulstoonvolume. Gaat door
drie volumeniveaus plus geluiddemping. Als bij het
luidste niveau op deze knop wordt gedrukt, wordt het
volume gedempt.
Verzorgt de regeling van de helderheid van de
indicatoren op het voorpaneel. Gaat door vier
helderheidsniveaus. Als bij het helderste niveau op deze
knop wordt gedrukt, gaat het display terug naar de
laagste helderheidinstelling.
2
2-3