Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Werkingscyclus Ontsteking Van Het Gas - Elco Klockner EK 06.120 GL-ZVT Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Ingebruikname
Controle van de werkingscyclus
Ontsteking van het gas
Controle van de werkingscyclus op
GAS
De brandstofventielen moeten dicht
zijn.
· Het manuele kwartslagventiel van de
brandstof openen en onmiddellijk
opnieuw sluiten.
· De brander onder spanning stellen.
· Op de TC van de brander de
manuele werking selecteren
S1/H10.1 - S29 y - S2 I - S4 gas.
· Het thermostatische circuit sluiten.
Voor de branders EK 06.160, 210 de
dichtheidscontroleur onder spanning
plaatsen. Na 30s, als de test
gevalideerd is, gaat de oranje lamp
branden. Een spanning voedt de
bedienings- en veiligheidskoffer. De
rode lamp van de koffer gaat
branden.
· De werking van de bedienings- en
veiligheidskoffer ontgrendelen en
controleren.
Het programma dient als volgt te
verlopen:
– volledig openen van de luchtklep,
– voorventilatie 30 s,
– terugkeer naar stand voor
ontsteking,
– ontsteking van de elektroden 6 s,
– openen van de ventielen.
– sluiten van de ventielen ten
hoogste 3 s na het openen
– stilstand van de brander wegens
gebrek van gasdruk en
vergrendeling van de bedienings-
en veiligheidskoffer door
verdwijnen van de vlam.
In geval van twijfel, de net
beschreven test herhalen.
Alleen na deze zeer belangrijke
controleoperatie van de werkingscyclus
is het mogelijk de ontsteking uit te
voeren.
24
Ontsteking
Waarschuwing:
Het ontsteken kan worden uitgevoerd
wanneer alle vermelde voorwaarden in
de voorgaande hoofdstukken in acht
genomen werden, met name de keuze
van de voorrangsbrandstof (stookolie).
· Een microamperemeter schaal 0 -
500 µA DC te polariseren op de
plaats van de meetbrug die onder
het TC is geplaatst.
· De brandstof stookolie sluiten.
· De brandstofventielen openen.
· Het thermostatisch circuit sluiten.
Voor de branders EK 06.160, 210 de
dichtheidscontroleur onder spanning
zetten. Op het einde van de test (30s),
wordt de koffer onder spanning
gesteld.
· De bedienings- en veiligheidskoffer
ontgrendelen.
De brander werkt.
· Controleren:
– de verbranding na verschijnen
van de vlam
– de globale dichtheid van de
gasverdeelpijp
Geen enkel lek mag worden
vastgesteld.
· De stroomsterkte van de cel aflezen
(waarde begrepen tussen 200 en
500mA)
· Het gasdebiet aan de teller meten
· Het vermogen verhogen tot een
nominaal debiet en inschakelen van
de drempels van schakelaar S3+ .
· De verbranding controleren.
De waarden van de rooktemperatuur
in acht nemen die door de
constructeur van de ketel wordt
aangeraden om het vereiste nuttige
rendement te bereiken.
Naargelang van de verbrandingstests,
terwijl de brander in werking is, op het
nominaal debiet inwerken, via de
schroef V van het ventiel MB VEF.
· Om de CO
-index te verhogen, de
2
verhouding vergroten, en
omgekeerd.
· De stroomsterkte van de cel uitlezen
(waarde begrepen tussen 200 en
500mA)
· Het gasdebiet aan de teller meten
· Het vermogen verhogen of verlagen
door de afgelezen waarde op de
gegradueerde cilinder van nok I te
verhogen of te verminderen.
· De brander stoppen, en opnieuw
starten.
· De verbranding controleren zodra de
vlam verschijnt.
Naargelang van de gemeten waarden,
op de brander inwerken, terwijl de
brander werkt, op de schroef N van
ventiel MB VEF.
· Indien nodig de waarde van nok III
bijregelen
0009 / 13 007 392B
· Het vermogen verhogen bij de
minimumwaarde van de regeling.
· De verbranding controleren
· Het debiet lucht/gas bijregelen door
in te werken op de nok V voor de
minimumregeling. Het proces voor
de instelling is identiek met die van
de nok I.
· Het vermogen opnieuw verhogen tot
het nominaal debiet en de
verbranding controleren.
Als de waarde veranderd is door in
te werken op de schroef N. De
verhouding V bijregelen in de
gewenste zin.
Niet inwerken op de instelling
van de maat Y als de brandstof
STOOKOLIE ingesteld werd. In
tegengesteld geval.
· Het resultaat van de verbranding
optimaliseren, door op de instelling
van de secundaire lucht maat Y in
te werken, volgens de procedure die
beschreven werd in hoofdstuk:
"instellingen van de
verbrandingsorganen en de
secundaire lucht"
· Verminderen van maat Y:
De index van de CO
verhoogt en
2
omgekeerd. Een wijziging van de maat
Y kan een wijziging vereisen van het
luchtdebiet.
· De verbranding controleren.
De werking beoordelen: bij de
ontsteking, bij verhoging en verlaging
van het vermogen.
· controleren, terwijl de brander in
werking is, en met behulp van een
schuimend product dat voor dit
gebruik aangepast is, de dichtheid
van de verbindingen van de
gasverdeelpijp.
Geen enkel lek mag worden
vastgesteld.
· De beveiligingen controleren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ek 160 gl-zvtEk 210 gl-zvtEk 06.160 gl-zvtEk 06.210 gl-zvt

Inhoudsopgave