Inhoudsopgave
Advertenties
Ingebruikname
Programma van de koffer LFL 1.333
Programma van de bedienings- en
veiligheidsautomaat LFL 1.333 (AGP)
t1
: voorventilatietijd
t2
: 1e beveiligingstijd
t3
: voorontstekingstijd
-
beveiligingstijd bij
verdwijnen van de vlam
Werking van de branderautomaat
Voor meer duidelijkheid geeft het
principediagramma niet alle elektrische
elementen weer.
Het veronderstelt dat:
de elektrische voeding conform is.
–
de voorregeling van de
–
pressostaten en de nokken van de
servomotor correct werden
uitgevoerd.
Signalen voor
bediening van de koffer
Benodigde
ingangssignalen
De nummers van de klemmen zijn die
die op de basis van de bedienings- en
beveiligingskoffer zijn opgegeven.
Iedere programmasstap is aangeduid
met een leesbaar symbool dat zich op
een draaiende schijf bevindt dichtbij de
heerlaadknop
Afloop van de stappen van het
programma:
30s
Onder spanning stellen van de
3s
motor (klem 6) wanneer:
6s
–
de spanning van het net wordt
< 1s
toegepast op klem1
–
de luchtklep is gesloten: de
spanning op de klem 11 wordt
toegepast op klem 8.
–
de luchtpressostaat bevindt zich in
ruststand: de spanning van klem
12 wordt toegepast op klem 4.
–
de thermostaten (begrenzer en
beveiliging) en de
gaspressostaat min zijn
gesloten: de spanning op klem
4 wordt toegepast op klem 5
Besturing van de servomotor (nok
L
I) in stand met grote opening
(klem 9) met bevestiging (klem 8):
aanvang van de voorventilatie.
Aanvang van de permanente
luchtcontrole via de pressostaat en
bevestiging op klem 14: het circuit
tussen klemmen 4 en 13 is
onderbroken.
Bediening van de servomotor (nok
M
III) in onstekingsstand (klem 10)
met bevestiging van stand (klem
8).
Aanvang van de voorontsteking
(klem 16)
Gelijktijdig openen van het
veiligheidsventiel en het
hoofdventiel (klem 18): begin van
de beveiligingstijd.
Aanvang van de permanente
controle van aanwezigheid van de
vlam.
0009 / 13 007 392B
Stilstand van de
ontstekingstransformator en een
beetje later, Einde van de
beveiligingstijd.
Toestemming van de regeling van
het vermogen (klem 20).
Stilstand van de brander door
onderbreken van de
beperkingsthermostaat en
vervolgens van de bediening van
de servomotor (nok II) in gesloten
toestand.
Volstrekt noodzakelijk: in
continuwerking, iedere 24 uren een
stilstand veroorzaken.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
