Tips voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal
De kans op problemen bij het afdrukken neemt af wanneer u het juiste papier of ander afdrukmateriaal kiest. Voor optimale
afdrukkwaliteit is het raadzaam een proefafdruk te maken op het papier of het afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat
u grote hoeveelheden van het papier of afdrukmateriaal aanschaft.
Opmerking: op bepaalde papiersoorten kan niet op de hoogste snelheid worden afgedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het optimale afdrukmateriaal voor uw configuratie de Card Stock & Label Guide
(alleen Engelstalig) op de website van Lexmark op dit adres: www.lexmark.com/publications.
Papier
•
Gebruik langlopend kopieerpapier van 75 g/m
De printer kan automatisch langlopend papier met een gewicht van 60 - 90 g/m
2
dan 60 g/m
is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen
optreden. Papier dat zwaarder is dan 90 g/m
•
Tijdens het afdrukproces van de laserprinter wordt het papier verwarmd tot een temperatuur van 210 °C . Gebruik
alleen papier dat dergelijke temperaturen kan verdragen zonder te verkleuren, uit te lopen of gevaarlijke stoffen af
te scheiden. Vraag de fabrikant of verkoper of het papier dat u hebt gekozen, geschikt is voor laserprinters.
•
De duplexeenheid ondersteunt alleen afdrukmateriaal van bepaalde formaten en bepaalde soorten. U kunt alleen
papier van het formaat A4, Letter, Legal en Folio gebruiken voor dubbelzijdig afdrukken. De printer biedt geen
ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken op andere soorten afdrukmateriaal.
Papierkenmerken
De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer.
Wij bevelen u aan deze richtlijnen te volgen wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie. U vindt deze publicatie op de website
van Lexmark op www.lexmark.com/publications.
Gewicht
De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 90 g/m
geïntegreerde en de optionele laden, en papier met een gewicht van 60 tot 163 g/m
handmatige invoer. Papier dat lichter is dan 60 g/m
papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met papier van 75 g/m
papier wilt gebruiken dat smaller is dan 182 x 257 mm, moet het gewicht hiervan ten minste 90 g/m
Krullen
Krullen is de neiging van afdrukmateriaal om aan de randen om te buigen. Als afdrukmateriaal te veel krult, kan dat
problemen opleveren bij het invoeren. Papier kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld
aan hoge temperaturen. Als u papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden
bewaart, kan het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Toner wordt niet goed gefixeerd op ruw papier,
hetgeen leidt tot een slechte afdrukkwaliteit. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit
veroorzaken. Het papier moet een zachtheid hebben van 150 tot 300 Sheffield; een zachtheid tussen 100 en 250 Sheffield
levert echter de beste afdrukkwaliteit op.
Richtlijnen voor afdrukmateriaal
2
voor afdrukken van optimale kwaliteit.
2
dient via de handmatige invoer te worden ingevoerd.
2
is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor
Tips voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal
13
2
invoeren. Papier dat lichter is
2
(vezel in de lengterichting) invoeren vanuit de
2
(vezel in de lengterichting) vanuit de
2
met de vezel in de lengterichting. Als u
2
zijn.