Gebruik
contacten aanzienlijk wordt verkort.
– Schakel de machine uit voordat u de batterijstek-
ker loskoppelt.
– Koppel de batterijstekker niet los als de machine
is ingeschakeld, behalve als er sprake is van een
noodgeval.
LET OP
Ongevallenrisico bij een nooduitschakeling van de
machine bij geheven last.
Bij een nooduitschakeling van de machine bij ge-
heven last, moet het vorkenbord eenmaal volledig
worden neergelaten en het schuifframe eenmaal
helemaal worden ingeschoven. Dit zorgt ervoor
dat de elektronische hulpsystemen die voorkomen
dat de machine bij geheven last kantelt, opnieuw
worden gekalibreerd.
– Laat de last helemaal zakken en schuif het
schuifframe helemaal in voordat u met de
machine verder rijdt.
Stilstaande machine in een noodgeval
uitschakelen
In een noodgeval kunnen alle functies van de
machine worden uitgeschakeld.
– Koppel de batterijstekker (1) los; zie het
hoofdstuk "Batterijstekker loskoppelen".
Geen van de machinefuncties is nu beschik-
baar.
Rijdende machine in een noodgeval
uitschakelen
In een noodgeval kunnen alle functies van de
machine worden uitgeschakeld.
– Zorg ervoor dat u een goede grip hebt op de
machine; houd met uw linkerhand het stuur
vast.
– Druk op de noodstopschakelaar (2).
De parkeerrem wordt ingeschakeld en de ma-
chine wordt afgeremd tot deze stilstaat. Geen
van de machinefuncties is nu beschikbaar.
51908078006 [NL]
Procedure in noodsituaties
5
2
199