BEPERKINGEN ASSISTENTIE
MIDDEN RIJSTROOK
Beperkingen bij Adaptieve Cruise Control
gelden ook voor Lane Centring, tenzij
anderszins vermeld of in tegenspraak met
beperkingen voor Lane Centring. Zie
Beperkingen Adaptieve Cruise Control
(bladzijde 239).
Lane Centring werkt wellicht niet correct
onder de volgende omstandigheden:
•
De rijstrook is te smal of te breed.
•
Het systeem detecteert niet minstens
één rijstrookmarkering of wanneer
rijstroken worden samengevoegd of
gesplitst.
•
Beperkt stuurdraaimoment wordt
toegepast.
•
Zones met constructiewerkzaamheden
of nieuwe infrastructuur.
•
Wanneer wijzigingen aan het
besturingssysteem zijn uitgevoerd.
•
Bij gebruik van een reservewiel.
•
Bij sterke wind.
N.B.: De hulp bij het stuurdraaimoment is
beperkt en volstaat wellicht niet in alle
rijsituaties, zoals bij rijden in scherpe
bochten of met hoge snelheid in bochten
rijden.
N.B.: In uitzonderlijke omstandigheden,
zoals slecht weer of direct zonlicht, kan het
systeem afwijken van de middellijn of kan
het worden geannuleerd.
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK IN- EN
UITSCHAKELEN
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
De bediening bevindt zich op het stuurwiel.
Druk op de knop.
E308131
Mustang Mach-E (CGW) Vehicles Built From: 17-09-2021, CG3920nlNLD nlNLD, Edition date: 202109, First-Printing
Adaptieve Cruise Control
247
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat branden.
Wanneer het systeem is ingeschakeld,
verandert het controlelampje van kleur om
de status van het systeem aan te geven.
U kunt het systeem op elk moment
onderdrukken door de auto te besturen.
N.B.: Vooraleer u het systeem kunt
inschakelen, moet aan de juiste
voorwaarden zijn voldaan. Zie Vereisten
assistentie midden rijstrook (bladzijde
246).
Lane Centring Assist in- en
uitschakelen
1.
Open het voertuigmenu op het
aanraakscherm.
2. Druk op INSTELLINGEN.
3. Druk op Bestuurdersassistentie.
4. Druk op Cruise Control.
5. Druk op Adaptieve Cruise Control.
6. Druk op Lane Centring Assist.
WAARSCHUWINGEN
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
Wanneer het systeem actief is en een tijd
geen stuuractiviteit detecteert,
waarschuwt het systeem u dat u de
handen op het stuurwiel moet houden. Als
u niet reageert op de waarschuwingen,
wordt het systeem geannuleerd en wordt
de auto afgeremd tot stationair toerental
terwijl de controle over het stuur wordt
behouden. Zie Assistentie midden
rijstrook automatisch annuleren
(bladzijde 248).