Dubbele frequentie (DF)
Met de optie Dubbele frequentie kan de unit zowel op
50 Hz als op 60 Hz werken bij constante belasting. De
frequentie wordt geselecteerd met schakelaar S12.
P4
V
500
400
A
300
200
20
100
0
0
S12
S12
Qc 1002
145
R12
R12
R12 ..... Spanningsregeling
Laat toe de uitgangsspanning te regelen.
S12 ..... Frequentie-keuzeschakelaar (50 Hz/
60 Hz)
Laat
u
toe
de
frequentie
uitgangsspanning te kiezen: 50 Hz of 60 Hz.
De uitgangsfrequentie veranderen is
!
enkel toegelaten na het stilleggen
van de generator.
Nadat de uitgangsfrequentie werd
veranderd,
uitgangsspanning worden afgesteld
op
de
vereiste
potentiometer R12.
Lage spanning (LV)
De optie Lage spanning maakt het mogelijk de
generator te gebruiken op lage spanning (= hoge
stroom).
!
H0
P3
80
40
S20
F10
Q1
X1
Q1 ....... Stroomonderbreker voor lage
van
de
moet
de
waarde
met
Alle kabels die gebruikt worden
moeten geschikt zijn voor hoge
stroom.
N13
Q1
Reset
On
Fault
Test
X1
L1
L2
L3
N
PE
spanning, hoge stroom
Onderbreekt
laagspanningsstroomtoevoer
naar
wanneer er zich een kortsluiting voordoet
aan de zijde van de belasting of wanneer de
overstroombeveiliging (QAS 14: 60 Hz-
40 A, QAS 20: 60 Hz-63 A) in werking
treedt. Hij dient met de hand te worden
teruggesteld zodra het probleem verholpen
is.
- 56 -
Eénfase (1 PH)
De
optie
Eénfase
uitgangsspanning (bijv. 230 V).
N13
Q1
Reset
On
Fault
Test
Q1
X1
L1
X1 ....... Netvoeding (230 V AC)
Klemmen L1, L2 en PE (= aarding),
bevinden zich achter de deur van het
controlepaneel
doorzichtige deur.
Q1 ....... Stroomonderbreker voor éénfasige
werking
de
Onderbreekt de fasen L1 en L2 naar X1 als
X1,
er zich een kortsluiting voordoet aan de zijde
van
de
belasting
overstroombeveiliging (QAS 14: 50/60 Hz-
40 A, QAS 20: 50/60 Hz-80 A) in werking
treedt. Hij dient met de hand te worden
teruggesteld zodra het probleem verholpen
is.
levert
een
éénfasige
X1
L2
PE
en
achter
een
kleine
of
als
de