3.
Sluit de achterklep.
• Zorg ervoor dat u de envelophendel omhoog tilt nadat u op enveloppen hebt afgedrukt.
• Als gedrukte enveloppen sterk gekreukeld uit de printer komen, plaatst u de enveloppen in
omgekeerde richting. Configureer het printerstuurprogramma ook zodanig dat het afdrukobject
180 graden wordt geroteerd.
Specificatie van enveloppen
• Gebruik geen vensterenveloppen.
• Enveloppen, in het bijzonder met lijm op de flappen, kunnen aan elkaar plakken. Waaier de
enveloppen uit voordat u ze plaatst. Als de enveloppen nog steeds aan elkaar plakken, plaats ze
dan één voor één. Voor de enveloptypen die voor deze printer gebruikt kunnen worden, zie
Pag. 38 "Specificaties papierformaat" en Pag. 41 "Specificaties papiertype".
• Foute invoer kan gebeuren, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.
• Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen
glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die de printer ingaan) van de enveloppen met
een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst.
De manier om enveloppen te plaatsen hangt af van de richting van de enveloppen. Zorg ervoor dat de
enveloppen in de juiste richting worden geplaatst.
CYN114
Enveloppen plaatsen
55