1. Snel aan de slag
1
2
3
4
5
6
7
1. Display
Geeft de functietoetsen, apparaatstatus en meldingen weer. Zie Pag. 19 "De namen en functies van het
display".
2. Lichtsensor
Met deze sensor wordt het niveau van het omgevingslicht gemeten wanneer de functie ECO Night Sensor
ingeschakeld is.
3. [Home]-knop
Druk hierop om het [Home]-scherm weer te geven. Voor meer informatie, zie Pag. 21 "Het [Home]-scherm
gebruiken".
4. [Suspend]-knop
Druk op deze knop als u een afdruktaak wilt onderbreken. De knop licht op zolang het printen onderbroken
is.
5. [Check Status]-knop
Druk op deze knop om de systeemstatus van de printer, de bedieningsstatus van elke functie en de huidige
taken te bekijken. U kunt hier ook de taakgeschiedenis en de onderhoudsinformatie van de printer bekijken.
6. Indicatielampje Inkomende gegevens
Knippert wanneer de printer afdrukopdrachten van een computer ontvangt. Het indicatielampje gaat branden
als er gegevens afgedrukt moeten worden.
7. Indicatielampje Check Status
Gaat branden of knipperen wanneer er een printerfout optreedt.
Brandt rood: afdrukken is niet mogelijk.
Knippert geel: de printer heeft binnenkort onderhoud nodig of er moet een verbruiksartikel (bijv. een
tonercartridge) worden vervangen. Afdrukken is mogelijk, maar een goede afdrukkwaliteit is niet
gegarandeerd.
Volg de instructies op die op het display verschijnen.
18
8
9
10
11
12
13
14
CYN040