2. Papier plaatsen
In dit hoofdstuk worden de beschikbare lades voor ieder papierformaat en -type beschreven en er
wordt uitgelegd hoe u papier in de papierlades kunt plaatsen.
Procedure voor het plaatsen van papier
Om het gewenste afdrukresultaat te bereiken, is het belangrijk dat u de juiste invoerlade selecteert voor
het formaat, type en gewicht van het papier dat u wilt gebruiken. U moet ook het papierformaat en type
correct invoeren op het bedieningspaneel of Web Image Monitor en/of de papierselectieknop op de
lade.
Volg onderstaande procedure voor het plaatsen van papier.
1.
Controleer de papierlade die beschikbaar is op formaat, type en gewicht van het papier
dat u wilt gebruiken.
Voor meer informatie over beschikbare lades voor ieder papierformaat en -type, zie Pag. 38
"Specificaties papierformaat" en Pag. 41 "Specificaties papiertype".
2.
Wijzig het papierformaat en de type-instellingen voor de lade die u geselecteerd hebt.
Gebruik het bedieningspaneel van de printer of Web Image Monitor om het papierformaat en -
type te wijzigen.
Als u papier plaatst in de lades 1 tot 3, pas dan het papierformaat met de papierformaatknop op
de lade aan.
Voor meer informatie over het wijzigen van papierinstellingen via het bedieningspaneel, zie
Pag. 60 "Papierinstellingen".
3.
Leg een nieuwe stapel papier in de lade.
Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Pag. 45 "Papier in papierlades plaatsen"
of Pag. 50 "Papier in de handinvoer plaatsen".
Voor informatie over het plaatsen van enveloppen raadpleegt u Pag. 54 "Enveloppen plaatsen".
37