Storingen
9.1
Opheffen van storingen
30
Storing
Mogelijke oorzaken
Pomp start niet
Geen netspanning of de netspan-
ning komt niet overeen met de mo-
torgegevens
De pomptemperatuur is te laag
De thermische beveiligingsscha-
kelaar is ingeschakeld
Het pompsysteem is vervuild
Het pompsysteem is beschadigd
Motor defect
De pomp schakelt na
De thermische beveiligingsscha-
het starten na enige
kelaar van de motor is ingescha-
tijd uit
keld
De stroomonderbreker is door
overbelasting (b.v. koude start) in
werking gesteld
De uitlaatdruk is te hoog
De pomp bereikt de
Meetresultaat vervalst
einddruk niet
De pomp of het aangesloten toe-
behoren is vervuild
De bedrijfsvloeistof is vervuild
Lek in het systeem
Het bedrijfsvloeistofniveau is te
laag
De pomp is beschadigd
Het zuigvermogen van
Verkeerde afmetingen van de
de pomp is te laag
zuigleiding
De uitlaatdruk is te hoog
Verlies van bedrijfs-
De kapafdichting is lek
vloeistof
Bedrijfsgerelateerd verlies van be-
drijfsvloeistof
Ongebruikelijk be-
De geluidsdemper is vervuild
drijfslawaai
Beschadiging van het pompsys-
teem
Motorlager defect
Servicewerkzaamheden uitsluitend laten uitvoeren door een geschoolde vakman!
Pfeiffer Vacuum is niet aansprakelijk voor schade aan de pomp, die is ontstaan door on-
deskundig uitgevoerde werkzaamheden.
Maak gebruik van onze aanbiedingen voor service-training; verdere informatie ook
op www.pfeiffer-vacuum.com.
Bij bestelling van vervangingsonderdelen dient u alle gegevens van het typeplaatje
van de pomp op te geven.
Verhelpen van storingen
Netspanning en stroomonderbrekers con-
troleren; motorschakelaar controleren.
De pomp laten warmdraaien
Oorzaak zoeken en verhelpen; indien nodig
pomp laten afkoelen
De pomp reinigen; indien nodig Pfeiffer
Vacuum-Service op de hoogte stellen
De pomp reinigen en reviseren; indien nodig
Pfeiffer Vacuum-Service op de hoogte stel-
len
Motor vervangen
Oorzaak van de oververhitting zoeken en
verhelpen; indien nodig de motor laten af-
koelen
De pomp laten warmdraaien
De doorvoeropening van de uitlaatleiding en
het toebehoren aan de uitlaatzijde controle-
ren
Het meetinstrument controleren, de eind-
druk zonder aangesloten installatie controle-
ren
De pomp reinigen en de onderdelen op ver-
vuiling controleren
De pomp gedurende langere tijd met een
geopende gasballastklep laten draaien of de
bedrijfsvloeistof verversen
Lek verhelpen
De bedrijfsvloeistof bijvullen
Pfeiffer Vacuum-Service op de hoogte stel-
len
De kortst mogelijke verbindingen en juiste
diameters in acht nemen
De doorvoeropening van de uitlaatleiding en
het toebehoren aan de uitlaatzijde controle-
ren
De lekdichtheid controleren; indien nodig de
pakking vervangen
Indien nodig olienevelafscheider en oliere-
tourleiding installeren
De geluidsdemper reinigen of vervangen;
(zie p. 27, 7.4)
De pomp reinigen en reviseren; indien nodig
Pfeiffer Vacuum-Service op de hoogte stel-
len
Motor vervangen; indien nodig Pfeiffer
Vacuum-Service op de hoogte stellen
LET OP