5.3
De uitlaatzijde aansluiten
5.4
Netaansluiting tot stand brengen
Hoge druk in de uitlaatleiding!
Kans op schade aan de afdichtingen en barsten van de pomp.
Maximale toegestane druk van 1500 hPa (absoluut) in acht nemen, afsluitorganen
voor of gelijktijdig met de pompstart openen.
Onderdruk in de uitlaatleiding!
Onderdruk in de uitlaatleiding kan leiden tot functiestoringen en schade aan de pomp.
Dit is uitsluitend toegestaan bij pompen met magneetkoppeling.
Verzeker dat bij het afvoeren van gassen van de uitlaatdruk minstens 250 hPa hoger
is dan de aanzuigdruk.
Ontsnappen van giftige stoffen uit de afvoer!
Gevaar voor vergiftiging door uitgestoten gassen of dampen, die, bij overeenkomstige
toepassing, schadelijk voor de gezondheid en/of milieuverontreinigend kunnen zijn.
Toepasselijke voorschriften voor het hanteren van toxische stoffen opvolgen.
Voor het afscheiden van deze stoffen alleen plaatselijk goedgekeurde filterinstallaties
gebruiken.
De doorsnede van de uitlaatleiding moet minstens aan de grootte van de nominale
aansluitbreedte van de uitlaatflens voldoen.
Pijpleidingen voor de pomp ondersteunen of laten afhellen.
– Bij een verankerde vacuümpomp mogen geen krachten uit het pijpleidingsysteem
op de pomp worden uitgeoefend.
De pijpleidingen van de pomp afhellend installeren, zodat er geen condensaat terug-
loopt in de pomp; indien nodig een condensaat inbouwen.
– Wanneer er een hevelwerking in de leiding optreedt, moet op het diepste punt een
voorziening voor het aftappen van condensaat worden aangebracht.
Afhankelijk van elk pomptype zijn verschillende motoruitvoeringen of netspanningen mo-
gelijk:
● 1-fasemotor voor vaste spanning met ingebouwde thermische beveiligingsschake-
laar, netschakelaar en aansluitkabel.
● Eenfasemotor met omschakelbaar spanningsbereik,
– thermische beveiligingsschakelaar,
– netschakelaar en
– apparaatstekker
● Draaistroommotor (zonder schakelaar en netsnoer).
Spanningvoerende elementen
Levensgevaar door elektrische schokken.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door geschoolde en bevoegde elektro-
monteurs worden uitgevoerd.
Spanningvrije toestand herstellen en beveiligen tegen opnieuw starten.
Zorg dat het systeem voldoende is geaard.
VOORZICHTIG
LET OP
WAARSCHUWING
GEVAAR
Installatie
11