Probleem
De motor verliest vermogen.
De motor raakt oververhit.
De machine trilt abnormaal.
Het mes (de messen) draait
(
(draaien) niet
)
De machine drijft niet aan.
De maaimachine maait
ongelijkmatig.
g j
g
Mogelijke oorzaken
5. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
6. De ventilatieopening in de
brandstoftankdop is verstopt.
7. Er zit vuil in het brandstoffilter.
8. Vuil, water of oude benzine in
het brandstofsysteem.
1. De motor is te zwaar belast.
2. Het oliepeil in het carter is te
laag.
3. De koelribben en luchtkanalen
onder het ventilatorhuis van de
motor zijn verstopt.
1. Het maaimes (de maaimessen)
is (zijn) verbogen of niet in
balans.
2. De bevestigingsbout van het
maaimes zit los.
3. De bevestigingsbouten van de
motor zitten los.
4. Een motorpoelie, spanpoelie of
mespoelie zit los.
5. De motorpoelie is beschadigd.
1. De drijfriem van het maaimes is
versleten, los of stuk.
2. De drijfriem van het maaimes
zit niet op de poelie.
1. De bediening van de
aandrijving staat in de
Duwen-stand.
2. De tractieriem is versleten, los
of stuk.
3. De tractieriem zit niet op de
poelie.
1. De bandenspanning is niet
correct.
2. De maaimachine staat niet
horizontaal.
3. De onderkant van de
maaimachine is vuil.
44
Remedie
5. Plaats een nieuwe bougie met
een correct afgestelde
elektrodenafstand.
6. Brandstoftankdop reinigen of
vervangen.
7. Brandstoffilter vervangen.
8. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
1. Verminder de rijsnelheid.
2. Vul het carter bij met olie.
3. Ontstop de koelribben en
luchtkanalen.
1. Monteer nieuw maaimes(sen).
2. Draai de bevestigingsbout van
het maaimes vast.
3. Draai de bevestigingsbouten
van de motor vast.
4. Desbetreffende poelie
vastzetten.
5. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
1. Monteer een nieuwe drijfriem
voor het maaimes.
2. Monteer de drijfriem van het
maaimes en controleer of de
spanpoelie en de riemgeleiders
de juiste positie hebben.
1. Zet de aandrijfstang in de stand
In Werking.
2. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
3. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
1. Zorg dat de banden de correcte
spanning hebben.
2. Stel de maaimachine
horizontaal en in de correcte
schuinstand.
3. Onderkant van maaimachine
schoonmaken.