De maaieenheid horizontaal
stellen
De maaimessen moeten in dwarsrichting horizontaal staan.
Controleer de horizontale stand van de maaimachine
telkens wanneer u de maaieenheid monteert, of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Alvorens de maaimachine
horizontaal te stellen, moet u ervoor zorgen dat de voor- en
achterbanden de aanbevolen spanning hebben; zie
Bandenspanning controleren, blz. 29.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact.
2. Trek de kabel van de bougie.
3. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "C".
4. Draai het maaimes (de maaimessen) voorzichtig
evenwijdig (Fig. 48). Meet de afstand tussen de
buitenste snijranden en de vlakke ondergrond (Fig. 48).
Als beide afstanden meer dan 5 mm bedragen, is
afstelling nodig. Zie stappen 5 en 6.
2
3
Figuur 48
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
1
2
3
1891
3. Hier meten
38
5. Verwijder de pen en de ring uit de stelbeugel (Fig. 49).
Om de mes(en) te stellen, moet u de stelbeugel in een
ander gat plaatsen en de ring en de pen monteren.
(Fig. 49). Met een gat aan de voorkant zet u het mes
lager en met een gat aan de achterkant zet u het mes
hoger. Herhaal dit aan de andere kant van de
maaimachine.
2
4
Figuur 49
1. Pen en ring
2. Lange stang
3. Stelbeugel
6. Schuinstand van de maaimachine controleren; zie
Schuinstand van de maaimachine (lengterichting),
blz. 39.
1
1
3
1805
4. Bevestigingsbeugel van
maaieenheid