Transaxle-vloeistof controleren
Controleer het vloeistofniveau om de 100 bedrijfsuren of
elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. Het vloeistofpeil moet altijd tot aan de
Vol-markering op de peilstok staan als de transaxle koud is.
Opmerking: De transaxle is in de fabriek afgedicht zodat u
de olie niet hoeft te verversen.
Type vloeistof: SAE 20W-50 motorolie
(API-onderhoudsclassificatie SH/CD aanbevolen)
Vloeistofpeil controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking, zet
de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Reinig de omgeving van de vulplug (Fig. 30) zodat er
geen vuil in het reservoir kan komen wanneer u
vloeistof moet bijvullen.
1
m–4983
Figuur 30
1. Vulplug
3. Verwijder de vulplug en controleer het vloeistofpeil.
Het peil mag maximaal 32 mm onder de bovenkant van
de vulopening komen (Fig. 30). Zonodig olie bijvullen.
4. Monteer de vulplug.
Onderhoud van de zekering
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een
zekering is doorgebrand, moet de bedrading op kortsluiting
worden gecontroleerd. Om een zekering te vervangen, trekt
u de zekering omhoog (Fig. 31) om deze uit de houder te
verwijderen. Zekering plaatsen door deze omlaag in de
houder te drukken.
Zekering: 10 Amp, mes-type.
32 mm
1. Zekering (uitgenomen)
31
Figuur 31
2. Zekeringhouder
1
2
1672