12. Schakel de maaikoppelingshendel op het dashboard in.
Meet de afstand tussen de uiteinden van de haak van de
veer (Fig. 46). Stel de contramoeren in totdat de afstand
150 mm bedraagt (Fig. 46).
1
2
Figuur 46
1. Maaikoppelingskabel
2. Veer
13. Draai de moeren stevig vast, monteer de rubberen
wisser en schakel de aftakas uit.
14. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "D" om de
montage van de veer van de maaihoogte-instelling te
vergemakkelijken.
15. Haak de veer van de maaihoogteverstelling aan de bout
(Fig. 38), met behulp van de veertrekker die bij de
tractor geleverd is.
16. Controleer of de maaimessen horizontaal staan; Zie De
maaieenheid horizontaal stellen, blz. 38.
3
4
m–2385
3. Contramoer
4. 150 mm, ingeschakeld
Drijfriem van maaimes
vervangen
Drijfriem van maaimes verwijderen
1. Verwijder de maaieenheid, zie Verwijderen van de
maaieenheid, blz. 34.
2. Verwijder de bevestigingsschroeven en de kappen van
beide mespoelies (Fig. 47).
3. Draai de bevestigingsbout en -moer van de spanpoelie
en de riemgeleider los, zonder deze echter te
verwijderen (Fig. 47).
4. De riem van de poelies verwijderen.
Drijfriem van het maaimes monteren
1. Leg de nieuwe riem om de mespoelies heen en onder de
riemgeleider van de spanpoelie door.
2. Plaats de riemgeleider van de spanpoelie zo dat die naar
links wijst, in een hoek van 90 t.o.v. de arm van de
spanpoelie (Fig. 47). Draai de bevestingsbout en -moer
van de spanpoelie en de riemgeleider vast.
3. Monteer de kappen op de linker- en rechterpoelie met
behulp van de schroeven (Fig. 47).
4. Monteer de maaieenheid, zie Monteren van de
maaieenheid, blz. 36.
3
1
2
Figuur 47
Bovenaanzicht
1. Poeliekap
2. Positie riemgeleider van
spanpoelie
37
90
3. Drijfriem van maaieenheid
1
1890