Zijafvoer of fijnmaken van gras
Gevaar
Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter
of complete grasopvangbak kunnen u of anderen
in aanraking met het maaimes of uitgeworpen
voorwerpen komen. Contact met draaiende
maaimes(sen) en uitgeworpen voorwerpen kan
lichamelijk letsel of de dood veroorzaken.
Verwijder de grasgeleider nooit van de maai-
machine omdat hiermee het maaisel wordt
afgevoerd naar het gazon. Als de grasgeleider is
beschadigd, moet u deze onmiddellijk
vervangen.
Kom nooit met uw handen of voeten onder de
maaimachine.
Probeer nooit de afvoerzone of de maaimessen
te reinigen zonder de aftakas eerst uit te
schakelen en het contactsleuteltje op Uit te
draaien. Verwijder tevens het sleuteltje en trek
de kabel van de bougie(s).
De maaimachine is uitgerust met een scharnierende
grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar de
grond afvoert.
Om gemaaid gras fijn te maken, moet u eerst de
afvoerafsluiter plaatsen (niet op alle modellen standaard
meegeleverd) in de opening aan de zijkant van de
maaimachine; zie Afvoerafsluiter plaatsen, blz. 19.
Afvoerafsluiter plaatsen
Om een maaimachine met zijafvoer gemaaid gras fijn te
laten maken, plaatst u de afvoerafsluiter in de opening aan
de zijkant van de maaimachine.
1. Zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
2. Til de grasgeleider op en schuif de lippen boven op de
afsluiter onder de bevestigingsstang van de grasgeleider
door. Draai de afvoerafsluiter naar beneden op de
opening en op de onderste lip van de maaimachine
(Fig. 15).
3. Zet de afvoerafsluiter vast aan de onderste lip van de
maaimachine met bouten en moeren (Fig. 15).
Opmerking: Draai de moeren niet te strak aan. Hierdoor
kan de afsluiter vervormen en in aanraking met de messen
komen.
6
5
3
Figuur 15
1. Grasgeleider
2. Lippen onder stang
3. Afvoerafsluiter
4. Om de zijafvoer weer te gebruiken, verwijdert u de
afvoerafsluiter en laat u de grasgeleider over de
afvoeropening zakken.
19
1
2
6
5
4
1883
4. Onderste lip
5. Bout
6. Moer