Bevestiging van de luchtkanalen in de
wanddoorvoer
1.
Trek de bijgeleverde roldichting over een uiteinde
van een luchtkanaal.
2.
Schuif het luchtkanaal met dit uiteinde in de wand-
doorvoer.
1 Wanddoorvoer
2 Luchtkanaal
3 Roldichting
4 Zwelband (pas na montage van de
apparaataansluitings-bevestiging aanbrengen)
AANWIJZING
Als het andere uiteinde van het luchtkanaal
aan de warmtepomp is bevestigd, dient de
nog bestaande opening tussen de wanddoor-
voer en het luchtkanaal te worden afgesloten,
door de bijgeleverde zwelband aan te bren-
gen.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600bNL | ait-deutschland GmbH
Bevestiging van de luchtkanalen aan de
warmtepomp
1.
De montagelijst vastklikken en met specia-
le schroeven bevestigen op de daarvoor aan het
luchtkanaal voor de luchtinlaatzijde bedoelde
plaatsen.
2.
Het bijgeleverde aansluitframe op de kant van het
luchtkanaal plakken.
3.
Het luchtkanaal aan de betreffende luchtopening
van de luchtinlaatzijde positioneren.
4.
Aan de luchtinlaatzijde van de warmtepomp 4 van
de bijgeleverde spanveren in de daarvoor bedoel-
de gaten bevestigen.
5.
De spanveren in de op het luchtkanaal vastge-
schroefde montagelijst haken.
6.
De beschermkappen op de montagelijst bevesti-
gen.
7.
De stappen 1 – 6 aan de luchtuitlaatzijde herha-
len.
AANWIJZING
Niet vergeten:
Als de luchtkanalen aan de warmtepomp be-
vestigd zijn, dient de nog bestaande opening
tussen de wanddoorvoer en het luchtkanaal
te worden afgesloten, door de bijgeleverde
zwelband aan te brengen.
AANWIJZING
Bevestig de luchtkanalen met geschikte
maatregelen aan het plafond.
15