Het is voor de houdbaarheid van de le-
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De tempera-
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe la-
ger de temperatuur, des te langer het
duurt voordat de levensmiddelen be-
derven.
Wanneer u voor het bewaren van le-
vensmiddelen de juiste temperatuur in-
stelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
De temperatuur in de koelkast wordt
hoger, naarmate
– de deuren van het apparaat vaker
worden geopend en de deuren
langer geopend blijven;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
– de omgevingstemperatuur hoger is.
De koelkast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli-
maatklasse is een temperatuurbe-
reik, waarbinnen de kamertempera-
tuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag lig-
gen.
De juiste temperatuur
. . . in de koelzone en in de
MasterFresh-laden
Voor het midden van de koelzone advi-
seren wij een koeltemperatuur van 4 °C.
In de MasterFresh-laden wordt de tem-
peratuur automatisch geregeld en ligt
bij 1,5°C.
Automatische temperatuurver-
deling (DynaCool)
Altijd wanneer u de koelzone inscha-
kelt, schakelt het apparaat automatisch
de ventilator in.
Daarmee wordt de koude in de koelzo-
ne gelijkmatig verdeeld, zodat de le-
vensmiddelen die in de koelzone zijn
opgeslagen met ongeveer dezelfde
temperatuur worden gekoeld.
Het instellen van de tempera-
tuur in de koelzone
^ Tip de instaptoets aan, waarna deze
geel oplicht.
^ Tip nu de sensortoets van de koelzo-
ne aan, waarna deze geel oplicht.
^ Stel nu met de temperatuurtoetsen
naast de temperatuuraanduiding de
temperatuur in.
19