Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
~
Hoe meer koelmiddel een koelappa-
raat bevat, des te groter moet het ver-
trek zijn waarin dit apparaat wordt ge-
plaatst.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
3
minstens 1 m
groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel van dit ap-
paraat staat op het typeplaatje in de
binnenkant van het apparaat.
~
Deze koelkast moet precies volgens
de gebruiksaanwijzing worden gemon-
teerd en aangesloten.
~
Vergelijk vòòrdat u de koelkast aan-
sluit de aansluitgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met die
van het elektriciteitsnet.
Deze gegevens moeten beslist over-
eenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
Deze koelkast mag niet op het elek-
triciteitsnet worden aangesloten via
meervoudige stopcontacten of via ver-
lengsnoeren die daarvoor niet geschikt
zijn.
Gebeurt dat wel, dan bestaat er gevaar
voor oververhitting.
~
Wanneer de aansluitkabel is be-
schadigd, moet deze door een erkend
vakman / vakvrouw worden vervangen.
10
~
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd als
dit wordt aangesloten op een aardings-
systeem dat volgens de geldende vei-
ligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een erkend vakman / vakvrouw inspec-
teren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt ver-
oorzaakt door een ontbrekende of be-
schadigde aarddraad (bijv. een elektri-
sche schok).
~
Installatie-, onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden mogen alleen door
een erkend vakman / vakvrouw worden
uitgevoerd.
Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker
risico's lopen waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk is.
~
Reparaties mogen tijdens de garan-
tieperiode alleen door een technicus
van Miele worden uitgevoerd.
Gebeurt dat niet, dan vervalt de garan-
tie.
~
Bij installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden mag er geen elek-
trische spanning op het apparaat
staan.
Dat is het geval als aan één van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Daarbij mag alleen aan de stekker en
niet aan de aansluitkabel worden ge-
trokken.