Decompressieplafond, -zone, -ondergrens en -bereik
Wanneer u een decompressieduik maakt, is het van groot belang dat u bekend bent
met
de
begrippen
decompressiebereik.
Het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke u tijdens de decompressie
•
mag opstijgen. Alle decompressiestops moet op of onder deze diepte worden
gemaakt.
De decompressiezone is het optimale gebied voor een decompressiestop. Dit is
•
het gebied tussen het decompressieplafond en 1,2 meter daaronder.
De decompressieondergrens is de grootste diepte waarop decompressie kan
•
plaatsvinden. De decompressie begint wanneer u deze diepte tijdens het opstijgen
passeert.
Het decompressiebereik is het gebied tussen het decompressieplafond en de
•
decompressieondergrens. Binnen dit bereik vindt de decompressie plaats. Houd
er rekening mee dat de decompressie aan of nabij de decompressieondergrens
zeer traag verloopt.
60
decompressieplafond,
decompressieondergrens
en