Kies aan de hand van Tabel 5.6, "Instelling persoonlijke correctiefactor" de juiste
instelling voor de persoonlijke correctiefactor om de decompressieberekening zonodig
behoudender te maken. Onder ideale omstandigheden kunt u gebruikmaken van de
standaardinstelling P0. Kies programma P1, of het nog behoudender programma P2,
als een van de bovengenoemde factoren meespelen of wanneer de omstandigheden
minder ideaal zijn. De duikcomputer past dan het decompressiemodel aan de
ingevoerde persoonlijke correctiefactor aan, waardoor de nultijden korter worden (zie
Paragraaf 10.2.2, "Nultijdlimieten", Tabel 10.1, "Nultijdlimieten voor verschillende
diepten (m)" en Tabel 10.2, "Nultijdlimieten voor verschillende diepten (ft) ").
Tabel 5.6. Instelling persoonlijke correctiefactor
Persoonlijke
correctiefactor
P0
P1
P2
Omstandigheden
Ideale omstandigheden
Risicofactoren van
toepassing/omstandigheden niet
ideaal
Meer risicofactoren van
toepassing/omstandigheden verre
van ideaal
Gewenste tabellen
Standaard
Behoudender
49