6. DUIKEN
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruik van de duikcomputer en het aflezen
van de displays. U zult merken dat beide zeer eenvoudig zijn. In elk venster worden
alleen de gegevens weergegeven die van belang zijn voor de specifieke duikmodus.
6.1. Duiken in de modus AIR (DIVEair)
In deze paragraaf leest u hoe u de duikcomputer optimaal kunt benutten wanneer u
duikt met perslucht. Informatie over het activeren van de modus AIR vindt u in
Paragraaf 5.9.1, "De modus DIVE starten".
OPMERKING
DE DUIK IS NET GESTART,
WAARDOOR DE NULTIJD LANGER
IS DAN 99 MINUTEN EN DAAROM
NIET WORDT WEERGEGEVEN.
Op diepten tot 1,2 meter blijft de modus Surface (oppervlakte)
actief. Gaat u dieper dan 1,2 meter, dan schakelt het apparaat
automatisch over naar de modus DIVE (duiken). Het verdient
echter aanbeveling zelf de modus DIVE handmatig te activeren
voordat u het water ingaat om de vereiste controles voorafgaand
aan de duik uit te voeren.
55