9.
Trek langzaam aan het startkoord totdat u voelt dat de starter aangrijpt en trek dan snel aan het koord
om de motor te tornen. Laat het koord langzaam terugrollen. Herhaal dit tot de motor aanslaat.
10. Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet u de motor af en controleert u
of de koelwaterinlaat verstopt is. Geen verstopping kan betekenen dat de waterpomp defect is of het
koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door een
dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, kan de motor ernstige schade oplopen.
Schakelen
De buitenboordmotor heeft twee schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F) en Neutraal (N).
Zet de gasstand terug naar stationair.
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging in.
BEDIENING
19246
N
26
19172
F
19103
nld