4.
Open de handbediende ontluchtingsschroef van de brandstoftank.
5.
Zet de brandstofkraan open.
6.
Bevestig het noodstopschakelaarkoord aan de stopschakelaar. Zie Algemene informatie –
dodemansschakelaar.
NB: De motor start niet als het dodemanskoord niet met de stopschakelaar verbonden is.
BEDIENING
a
a -
stopschakelaar
b -
dodemanskoord
b
19104
24
47370
52331
nld