Normale gebruiker – Een normale gebruiker kan het systeem in-
of uitschakelen, maar heeft slechts toegang tot een beperkt aantal
gebruikeropties. Een normale gebruiker kan bijv. zones overbruggen,
zijn toegangscode wijzigen, zijn tag toevoegen, het logboek bekijken
en uitgangen beheren, maar geen gebruikers toevoegen of
verwijderen.
In een gepartitioneerd systeem is een normale gebruiker toegewezen
aan één of meer partities. Dit zijn de enige delen van het systeem die
hij kan in- of uitschakelen.
Partitiegebruiker (alleen gepartitioneerd systeem) – Een partitiege-
bruiker is vergelijkbaar met een normale gebruiker, maar met de extra
beperking dat hij de hem toegewezen partities moet in- en uit-
schakelen vanaf bedieningspanelen die ook aan die partities zijn
toegewezen.
Dwangcode – Een dwangcodegebruiker kan het systeem in- of
uitschakelen, maar als de toegangscode wordt gebruikt, informeert de
besturingseenheid de meldkamer (ARC).
Een dwangcodegebruiker heeft geen toegang tot het gebruikermenu
en kan geen afstandsbediening of tag hebben.
Opmerking: De installateur moet uw systeem voor deze functie
programmeren en u moet met uw alarminstallateur en de meldkamer
(ARC) instemmen welke actie de ARC moet uitvoeren als een
dwangbericht wordt ontvangen.
Surveillant – Een surveillantgebruiker kan alleen het systeem
uitschakelen in een alarmtoestand en het dan opnieuw inschakelen.
Een surveillantgebruiker heeft geen toegang tot het gebruikermenu.
In een gepartitioneerd systeem kan een surveillantgebruiker zijn
toegewezen aan één of meer partities. Dit zijn de enige delen van het
systeem die hij kan in- of uitschakelen.
Alleen inschakelen – Dit type gebruiker kan het systeem alleen
inschakelen, maar niet uitschakelen. Een alleen-inschakelgebruiker
heeft geen toegang tot het gebruikermenu.
In een gepartitioneerd systeem kan een alleen-inschakelgebruiker zijn
toegewezen aan één of meer partities. Dit zijn de enige delen van het
systeem die hij kan inschakelen.
Inleiding
Pagina 11