Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Eaton i-on Series Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor i-on Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

i-on Series
Beveiligingssysteem
Beheerders- en
gebruikershandleiding
Voor i-on Compact, i-on30R+, i-on40H+, i-onG2SM, i-onG3MM
en i-onG3LM
Editie 4
Controlepaneel softwareversie 7.02.xx

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Eaton i-on Series

  • Pagina 1 Series Beveiligingssysteem Beheerders- en gebruikershandleiding Voor i-on Compact, i-on30R+, i-on40H+, i-onG2SM, i-onG3MM en i-onG3LM Editie 4 Controlepaneel softwareversie 7.02.xx...
  • Pagina 2: Conformiteitsverklaring

    DIT DOCUMENT MAAKT GEEN DEEL UIT VAN HET CONTRACT TUSSEN PARTIJEN EN WIJZIGT HET CONTRACT NIET. Eaton is in geen geval verantwoordelijk jegens de koper of de gebruiker op grond van het contract, een onrechtmatige daad (inclusief nalatigheid), strikte aansprakelijkheid of...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Conformiteitsverklaring ..............ii Hoofdstuk 1: Inleiding .............. 1 Over deze handleiding ............. 1 Andere publicaties ..............1 Over gebruikers ..............2 Gebruikerstypes ................2 Gebruikerstoegangscodes ..............5 Codeblokkeringen ................5 Installateurtoegang ................6 Over deelschakeling en partities ..........6 Deel inschakelen ................
  • Pagina 4 Gebruikersmenu-overzicht ............30 Gebruikersmenu openen en afsluiten ........32 Tekst invoeren ............... 32 Zones overbruggen ..............33 Shunt groepen gebruiken ............34 Over shunt groepen ................. 34 Shuntgroep activeren of deactiveren ..........35 Gebruikers beheren ..............35 Over gebruikers ................35 Over het Gebruikersmenu ..............
  • Pagina 5: Hoofdstuk 1: Inleiding

    Als u voor de eerste maal een i-on-alarmsysteem gebruikt, dient u eerst de volgende gebruiksaanwijzingen te lezen: • Gebruiksaanwijzing i-on Compact. • Gebruiksaanwijzing i-on Series (voor i-on30R+, i-on40H+, i-onG2SM en i-onG3MM). Deze bieden een introductie tot de belangrijkste concepten en onderdelen van het alarmsysteem en de uitvoering van de meest gebruikelijke dagelijkse taken.
  • Pagina 6: Over Gebruikers

    Inleiding Over gebruikers Een gebruiker is een persoon die een toegangscode op een bedieningspaneel kan invoeren om een actie uit te voeren zoals: • Het systeem in- of uitschakelen. • Alarmen bevestigen en stoppen. • Dwangalarmen activeren. • Krijg toegang tot het gebruikersmenu voor de uitvoering van taken zoals zones overbruggen, het logbestand bekijken, het systeem testen en uitgangen in- of uitschakelen.
  • Pagina 7 Inleiding Systeembeheerders kunnen het systeem in- of uitschakelen en hebben toegang tot de meeste opties in het gebruikersmenu (zie gebruikersmenuschema op pagina 30). Ze kunnen andere gebruikers toevoegen, verwijderen of bewerken (incl. systeembeheerders) die tot dezelfde partitie(s) behoren, maar geen hoofdgebruikers toevoegen, bewerken of verwijderen.
  • Pagina 8 Inleiding • Alleen inschakelen (niet beschikbaar voor i-on Compact) – Dit type gebruiker kan het systeem alleen inschakelen, maar niet uitschakelen. Een alleen-inschakelgebruiker heeft geen toegang tot het gebruikersmenu. In een gepartitioneerd systeem kan een alleen-inschakelgebruiker zijn toegewezen aan één of meer partities. Dit zijn de enige delen van het systeem die hij kan inschakelen.
  • Pagina 9: Gebruikerstoegangscodes

    Inleiding De niveau-4-gebruiker kan het systeem niet in- of uitschakelen en kan in het gebruikersmenu alleen de eigen naam en gebruikerscode wijzigen (voor toegang tot de webinterface). • In-/Uitschak. – Dit type gebruiker kan het systeem in- en uitschakelen, zijn eigen toegangscode veranderen, zijn eigen tag toevoegen en zijn eigen wachtwoord voor toegang op afstand veranderen (waarmee het virtuele bedieningspaneel gebruikt kan worden).
  • Pagina 10: Installateurtoegang

    Inleiding Installateurtoegang De installateur heeft zijn eigen toegangscode voor toegang tot de installateurmenu-opties voor systeemconfiguratie. Er is slechts één installateurtoegangscode. Hij kan niet worden gebruikt om het systeem in of uit te schakelen of voor toegang tot de gebruikersopties. Opmerking: De installateur kan op uw controlepaneel inbellen en haar op afstand programmeren (bijv.
  • Pagina 11 Inleiding De installateur kan één of meerdere zones aan elke partitie toewijzen en gebruikers kunnen elke partitie volledig onafhankelijk van alle anderen in- en uitschakelen. Eén of meerdere partities kunnen worden vrijgegeven voor individuele gebruikers. Als een gebruiker geen toegang tot een partitie heeft, kan hij of zij die partitie niet in- of uitschakelen.
  • Pagina 12: Over De Webinterface

    Inleiding Over de webinterface Deze handleiding beschrijft het beheer van het controlepaneel van op een bedieningspaneel. Als het controlepaneel echter op het LAN aangesloten is, kunnen de hoofdgebruikers bepaalde instellingen ook via de webinterface (Afbeelding 1) configureren, aangezien het controlepaneel een ingebouwde webserver heeft.
  • Pagina 13: Virtueel Bedieningspaneel

    De nieuwe gebruiker kan het wachtwoord veranderen via Gebr. Menu – Gebruiker – Wyz. gebrs. (als deze beschikbaar zijn voor de gebruiker). Het virtuele bedieningspaneel is ook toegankelijk via Eaton SecureConnect, zoals beschreven in de installateurhandleiding SecureConnect.
  • Pagina 14: Hoofdstuk 2: In- En Uitschakelen

    Hoofdstuk 2: In- en uitschakelen Inleiding Het systeem voorbereiden om een alarm te starten als een persoon in het beveiligde gebied komt, heet "het systeem inschakelen". Het deactiveren van het systeem zodat personen vrij kunnen bewegen, wordt "het systeem uitschakelen" genoemd. Afhankelijk van uw systeemconfiguratie kunt u uw systeem via verschillende methoden in- en uitschakelen.
  • Pagina 15 In- en uitschakelen Toets uw code: ) Afhankelijk van de systeemconfiguratie kan de onderste regel de eerste van enkele Inschak opties tonen: ↕ Inschak opties  A: Voll. inschak Druk op  of  gevolg door  om de gewenste optie te selecteren: Voll.
  • Pagina 16 In- en uitschakelen Opmerking: Als een partitie volledig is ingeschakeld, kunt u deze niet naar deel ingeschakeld wijzigen of omgekeerd. U moet de partitie eerst uitschakelen. Opmerking: Een zone is alleen geactiveerd als ALLE partities waartoe deze behoort ingeschakeld zijn (tenzij voor de zone één partitie-attribuut ingesteld is).
  • Pagina 17 In- en uitschakelen of  drukken om het inschakelen van het Opmerking: U kunt op systeem te stoppen voordat het is ingeschakeld. (De toets is niet beschikbaar voor i-on Compact.) Hoe weet ik of het systeem is ingeschakeld? Als het systeem inschakelt, toont het bedieningspaneel kort: Syst.
  • Pagina 18: Het Systeem Snel Inschakelen

    In- en uitschakelen Het systeem snel inschakelen Uw installateur kan snel inschakelen hebben geactiveerd, waardoor het niet nodig is om een toegangscode of een tag voor het inschakelen te gebruiken. Opmerking: Het kan zijn dat de installateur deze optie niet mag installeren omdat het systeem aan bepaalde regelgeving moet voldoen.
  • Pagina 19: Tweeweg Afstandsbediening Gebruiken

    In- en uitschakelen ↕ Partities  Partitie 1 PB Druk op  of  om de partitie te selecteren die u wilt inschakelen. Druk op  of  om de gewenste wijziging te selecteren: ↕ Partities  Partitie 1 PB>U “U>PB/C/D”...
  • Pagina 20: Knoppen Bedienen

    In- en uitschakelen Inschakelen Uitschakelen LED inschakelen LED uitschakelen LED deel opvragen inschakelen Opvragen Deel inschakelen (programmeerbare deelschakeling) Afbeelding 4. Tweeweg afstandsbedieningsknoppen In een gepartitioneerd systeem kan de afstandsbediening alleen worden gebruikt voor één partitie. Met de 2W Direct inschakelen optie kiest de installateur of de afstandsbediening direct moet inschakelen of een geconfigureerde uitloopstand (zoals een vertraagd inschakelen) moet volgen.
  • Pagina 21: Uitschakelen Met Een Tweeweg Afstandsbediening

    In- en uitschakelen Uitschakelen met een tweeweg afstandsbediening Opmerking: De mogelijkheid voor afstandsbedieningen om het systeem uit te schakelen kan worden gedeactiveerd (zie pagina 62). Het systeem uitschakelen: Loop naar binnen via de door de installateur ingestelde inlooproute. Afhankelijk van de systeemconfiguratie kan er een inlooptoon klinken. Als u de toon hoort, hebt u slechts beperkt tijd om het systeem uit te schakelen voordat het een alarm activeert.
  • Pagina 22: Eenweg Afstandsbediening Gebruiken

    In- en uitschakelen Eenweg afstandsbediening gebruiken De eenweg afstandsbediening heeft vier knoppen en een kleine LED die brandt als er een signaal wordt verzonden (zie afbeelding 5). De knoppen kunnen naar wens worden geprogrammeerd (zie pagina 59), maar standaard worden de knoppen gebruikt om het systeem in of uit te schakelen. Om te voorkomen dat de functie per ongeluk wordt geactiveerd moet de knop ten minste twee seconden worden ingedrukt om de opdracht te verzenden.
  • Pagina 23: Uitschakelen Met Een Eenweg Afstandsbediening

    In- en uitschakelen Als het systeem niet inschakelt Als een van de zones actief is wanneer u het systeem probeert in te schakelen, klinkt er geen uitloopwaarschuwingssignaal. In plaats daarvan klinkt een enkele piep. Druk opnieuw op A op uw afstandsbediening. Als het systeem daarvoor is geconfigureerd door de installateur, overbrugt het de actieve detector en schakelt het in.
  • Pagina 24: Inschakelen Vanaf Een Draadloos Bedieningspaneel I-Rk01

    In- en uitschakelen Het bedieningspaneel kan de systeemstatus niet weergeven. De linker LED "Verzenden" brandt alleen om te tonen dat het bedieningspaneel een commando naar het controlepaneel zendt. Inschakelen vanaf een draadloos bedieningspaneel i-RK01 Zorg dat het systeem in stand-by staat. Voer een geldige toegangscode in of houdt uw tag voor het bedieningspaneel.
  • Pagina 25: Inschakelen Vanaf Een Draadloos Bedieningspaneel Key-Ras

    In- en uitschakelen Het bedieningspaneel kan de huidige in- of uitschakelstatus van het systeem en tonen voor ingang, uitgang en alarm tonen. Afbeelding 7. Tweeweg draadloos bedieningspaneel KEY-RAS Inschakelen vanaf een draadloos bedieningspaneel KEY-RAS Zorg dat het systeem in stand-by staat. Toets uw toegangscode in of druk op de toets ? en toon uw tag.
  • Pagina 26: Uitschakelen Vanaf Een Draadloos Bedieningspaneel Key-Ras

    In- en uitschakelen Uitschakelen vanaf een draadloos bedieningspaneel KEY-RAS Loop naar binnen via de door de installateur ingestelde inlooproute. Afhankelijk van de systeemconfiguratie kan er een inlooptoon klinken. Ga direct naar het bedieningspaneel als u de toon hoort omdat u slechts beperkt tijd hebt om het systeem uit te schakelen voordat het een alarm activeert.
  • Pagina 27: Hoofdstuk 3: Alarmmeldingen Beheren

    Hoofdstuk 3: Alarmmeldingen beheren Alarmtypen en -geluiden Een alarm kan om verschillende redenen optreden. Bijvoorbeeld: • Een zone wordt geactiveerd als het systeem is ingeschakeld (inbraakalarm). • Het deksel van het controlepaneel of andere randapparatuur is geopend zonder dat de installateur is ingelogd (sabotage-alarm). •...
  • Pagina 28 Alarmmeldingen beheren Overval Luid vibrerende toon PA-zone of draadloze overvalzender van sirenes en interne op welk moment ook geactiveerd. zoemers. ingedrukt op bedieningspaneel. De installateur moet deze functie activeren. Sabotage Luid vibrerende toon Een deel van het alarmsysteem is van sirenes en interne geopend (gesaboteerd).
  • Pagina 29: Overige Alarmacties

    Alarmmeldingen beheren Overige alarmacties Behalve interne zoemers en externe sirenes/flitsers kan het systeem (afhankelijk van de configuratie) andere acties uitvoeren, bijv. om: • Uitvoerapparatuur zoals verlichting besturen. • Opgenomen camerabeelden opslaan. • Alarmmeldingen versturen naar een meldkamer waar de politie of een andere veiligheidsservice op de hoogte kan worden gebracht om het alarm te onderzoeken.
  • Pagina 30: Alarmen Uitzetten, Bevestigen En Resetten

    Alarmmeldingen beheren Opmerking: Als een ontvanger antwoordt op een spraakbericht, is er een zes seconden lange vertraging voordat de besturingseenheid het bericht start. Alarmen uitzetten, bevestigen en resetten Bij een alarm moet u het geluid van de sirenes en zoemers uitschakelen, de oorzaak van het alarm bevestigen en het systeem resetten.
  • Pagina 31: Installateurresets

    Alarmmeldingen beheren Druk op  om het alarmbericht te bevestigen. Het systeem keert terug naar stand-by en is klaar om opnieuw te worden ingeschakeld. Als in de alarmmelding staat "Reset vereist" (zie boven), dan wordt bij het bevestigen van het alarm ook het systeem gereset en krijgt de navigatie weer zijn normale status (groen).
  • Pagina 32: Onbedoelde Alarmen

    Alarmmeldingen beheren Als dat overeenkomt met uw ID, geeft de alarmcentrale u een resetcode. Doorloop de procedure om het alarm opnieuw te bevestigen en voer in bovenstaande opdracht de resetcode in om het alarm te resetten. Onbedoelde alarmen Uw systeem kan zo zijn geconfigureerd dat als u onbedoeld een alarm activeert, u een Tijd afbreken (standaard 120 seconden) hebt waarin u het alarm kunt annuleren.
  • Pagina 33 Alarmmeldingen beheren De onderste regel kan wisselen tussen weergave van zonenummer en naam (indien van toepassing). Druk op  om te bevestigen en reset, indien van toepassing, het alarm. Herhaal deze stap voor andere actieve waarschuwingen. Als u een boodschap ziet die lijkt op het volgende, betekent dit dat de waarschuwing is veroorzaakt door een technisch alarmzonetype en dat de detector nog steeds actief is: HERSTEL FOUTEN...
  • Pagina 34: Hoofdstuk 4: Gebruikersmenu-Opties

    Hoofdstuk 4: Gebruikersmenu-opties Gebruikersmenu-overzicht Dit hoofdstuk toont alle opties in het gebruikersmenu en de beschikbaarheid afhankelijk van het gebruikerstype. Afhankelijk van de geïnstalleerde hardware kunnen sommige opties verborgen zijn. Opmerking: de gebruikerstypes aangeduid met * zijn niet beschikbaar voor i-on Compact. MENU-optie ...
  • Pagina 35 Gebruikersmenu-opties Luidsprekers   (niet i-on Compact) Ingebouwde Sirene   (i-on Compact) Bekab bed pan   (niet i-on Compact) KEY-RKPZ   KEY-RAS   Interne sirs   Bekab bed pan (niet i-on Compact)   Looptest Deurbel ...
  • Pagina 36: Gebruikersmenu Openen En Afsluiten

    Gebruikersmenu-opties        Uitg. Aan/Uit       Centrale   Over Cloud   Uitbreidingen (niet i-on Compact)   Bedieningspan (niet i-on Compact)   Comms   Pair app ...
  • Pagina 37: Zones Overbruggen

    Gebruikersmenu-opties Druk op  om de letters links van de cursor te verwijderen. Druk op  op een spatie in te voegen. A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Spatie 0...
  • Pagina 38: Shunt Groepen Gebruiken

    Gebruikersmenu-opties  als u een fout hebt gemaakt en de zone in de beveiligde zone wilt opnemen. Herhaal deze stap voor alle andere zones die u wilt overbruggen (of wilt opnemen). Druk op  om de wijzigingen op te slaan. Shunt groepen gebruiken (Niet beschikbaar voor i-on Compact.) Over shunt groepen...
  • Pagina 39: Shuntgroep Activeren Of Deactiveren

    Gebruikersmenu-opties Als een gebruiker probeert het systeem of een partitie in te schakelen waarbij zones zijn geshunt, toont het display "Shunt actief, bevestig". Als de gebruiker drukt op  gaat het systeem verder met inschakelen. Shuntgroep activeren of deactiveren Een hoofdgebruiker of een systeembeheerder kan op een bedieningspaneel een shunt groep als volgt activeren of deactiveren: Selecteer Shuntgroepen.
  • Pagina 40: Gebruikers Toevoegen

    Gebruikersmenu-opties Als u geen hoofdgebruiker of een systeembeheerder bent, bevat het menu Gebruikers niet de opties Gebruiker toevoegen, Wijz. gebrs en Verwijder gebr. In plaats daarvan kan het, afhankelijk van uw gebruikerstype, opties bevatten uit het menu Wijz. gebrs. waarmee u uw eigen gegevens kunt wijzigen, zoals uw toegangscode.
  • Pagina 41 Gebruikersmenu-opties Het standaard gebruikerstype wordt getoond (normale gebruiker): Gebruiker 004 Norm gebruiker Druk op  of  om het gebruikerstype te selecteren (zie pagina 2 voor een beschrijving van elk gebruikerstype). Druk op  om verder te gaan. Als u een gepartitioneerd systeem gebruikt en andere gebruiker dan een hoofdgebruiker, een shuntcode-gebruiker of een BMS-gebruiker toevoegt, moet u de partities van de gebruiker specificeren: GEBRUIKER 004...
  • Pagina 42 Gebruikersmenu-opties wijzen. De afstandsbediening mag nog niet aan een andere gebruiker zijn toegewezen. Als u geen afstandsbediening wilt toewijzen, druk dan op  bij de bovenstaande prompt. Opmerking: Als u een afstandsbediening hebt die reeds is toegewezen, kunt achterhalen van wie deze is met Test – Afstandsbediening (pagina 43).
  • Pagina 43: Gebruikers Bewerken

    Gebruikersmenu-opties Als u wilt dat de gebruiker toegang heeft tot de webinterface (zie pagina 8) of als u een BMS-gebruiker definieert, voer dan een wachtwoord voor toegang op afstand in van zes of meer tekens, of druk op  als u er geen wilt toekennen. Als u een wachtwoord instelt, kan de gebruiker dat veranderen door in te loggen in het gebruikersmenu (als dat voor hem beschikbaar is), Wyz.
  • Pagina 44 Gebruikersmenu-opties door uw gebruikersnaam te selecteren in het menu Gebruikers, Gebr. bewerken. Als u geen hoofdgebruiker of een systeembeheerder bent, is het menu Gebruikers, Gebr. bewerken niet beschikbaar, maar kan het menu Gebruikers (afhankelijk van uw gebruikerstype) opties bevatten om uw eigen gegevens te bewerken.
  • Pagina 45 Gebruikersmenu-opties partities toebehoren. Elke gebruiker moet aan ten minste één partitie toebehoren. Code Uw toegangscode wijzigen. Uw eigen tag toevoegen of verwijderen. Afstandsbed Om uw eigen afstandsbediening toe te voegen of te verwijderen. Als u een gepartitioneerd systeem gebruikt en een tweeweg afstandsbediening, kunt u ook met de Afstandsbediening partitie optie de partitie specificeren die de afstandsbediening...
  • Pagina 46: Gebruikers Verwijderen

    Gebruikersmenu-opties Gebruikers verwijderen Als u een hoofdgebruiker of een systeembeheerder bent, kunt u met Gebruikers – Verwijder gebr. gebruikers verwijderen. Als u een gebruiker hebt verwijderd, reageert het systeem niet op zijn toegangscode. Het controlepaneel wist ook de identiteit van elke tag, afstandsbediening, overvalalarmapparaat, medische of zorgzender die aan de gebruiker is toegewezen.
  • Pagina 47: Systeem Testen

    Gebruikersmenu-opties Druk op  om het logboek af te sluiten. Systeem testen Een hoofdgebruiker of een systeembeheerder kan met de Test optie verschillende componenten van het systeem testen en de actuele eigenaar van een tag, afstandsbediening, overvalalarmapparaat, medische of zorgzender controleren. Sirenes en zoemers testen Test uitvoeren: Selecteer Test –...
  • Pagina 48: Bekabeld Bedieningspaneel Testen

    Gebruikersmenu-opties Test uitvoeren: Selecteer Test – Bekab bed pan. De onderste regel van het display toont de bedieningspaneelnaam en het busadres. Bijvoorbeeld: Druk op toets: KP 51 :Bedieningspanl K1-51 Alle vier ABCD LED's en de LED's rondom de navigatietoetsen moeten rood branden. Druk op , , ...
  • Pagina 49: Looptest Uitvoeren

    Gebruikersmenu-opties Looptest uitvoeren Hoofdgebruikers en systeembeheerders kunnen met Test – Looptest detectoren testen zonder ze te starten. Door een bewegingsdetector lopen moet voldoende zijn om deze te activeren. Als u detectoren hebt aangesloten op deuren of ramen, moet u deze openen om de detectoren te activeren. Als de detector tijdens de test werkt, produceert het controlepaneel een bevestigingstoon en geeft aan dat de detector de test heeft doorstaan.
  • Pagina 50: Uitgangen Testen

    Gebruikersmenu-opties De bovenste regel toont hoeveel detectoren nog moeten worden getest. De onderste regel geeft een lijst van alle detectoren die gereed zijn voor de test (druk op  of  om door de zones te scrollen): 10 Zone(s) testn Zone 040...
  • Pagina 51: Afstandsbedieningentesten

    Gebruikersmenu-opties hebben. De onderste regel toont de naam van de uitgang (die kan hetzelfde zijn als het adres) en of de uitgang actueel aan of uit is. Druk op  of op  om de uitgang te selecteren. Druk op  om de uitgang in te schakelen en op  om deze weer uit te schakelen.
  • Pagina 52: Overvalzenders Testen

    Gebruikersmenu-opties Selecteer Test – Persoonl. zndr. Druk op knop om de zender te identificeren Druk op de knop op het apparaat dat u wilt testen. Het controlepaneel produceert twee piepen ter bevestiging en u ziet de resultaten van de test: Gebruiker: Gebruiker 002...
  • Pagina 53: Tags Testen

    Gebruikersmenu-opties Tags testen Hoofdgebruikers en systeembeheerders kunnen met Test – Tags de tags testen. Test uitvoeren: Selecteer Test – Tags. De volgende melding verschijnt: Test Tags Presenteer tag Houd de tag tegen de tagsensor op het bedieningspaneel. Het bedieningspaneel produceert twee piepen ter bevestiging en u ziet de resultaten van de test: Test Tags...
  • Pagina 54: Systeemconfiguratie

    Gebruikersmenu-opties Start tst oprp ...  Het bedieningspaneel toont de voortgang van de oproep. Controleer bij de meldkamer of de testoproep is ontvangen. Als de oproep mislukt, toont het display "Oproep mislukt", gevolgd door de reden. Systeemconfiguratie In het menu Systeemconfig. kunt u enkele delen van het systeem aanpassen aan uw eigen behoeften.
  • Pagina 55: Datum En Tijd Instellen

    Gebruikersmenu-opties De niveau 4-gebruiker kan geen andere taken uitvoeren, zoals het systeem in- of uitschakelen, zones overbruggen, enz. Activ. contr Door deze instelling op On in te stellen wordt zorgalarmactivteit gecontroleerd. De installateur kan de op activiteit te controleren zones, de controleperiode en de minimumperiode tussen de activeringen opgeven.
  • Pagina 56 Gebruikersmenu-opties definieert periodes zoals vakanties wanneer u niet wilt dat er gebeurtenissen plaatsvinden. Het aantal gebeurtenissen en uitzonderingen dat de besturingseenheid kan opslaan is afhankelijk van het model besturingseenheid. Tip: stel eerst uitzonderingen in, en vervolgens de gebeurtenissen. Opmerking: • U mag een gebeurtenis niet programmeren om het systeem/de partitie rechtstreeks te veranderen via deelschakelingniveaus onderling.
  • Pagina 57 Gebruikersmenu-opties Voer max. 12 karakters in of druk op  om de Gebeurt naam standaardnaam te behouden. Zie pagina 32 voor informatie over het bewerken van tekst. Gebeurt tijd Specificeer het tijdstip waarop de gebeurtenis moet plaatsvinden, druk dan op  om de volgende prompt weer te geven.
  • Pagina 58 Gebruikersmenu-opties Het waarsch signaal klinkt op de bedieningspanelen en de luidsprekers toegewezen aan de partitie(s) gespecificeerd in de gebeurtenis. Aan het begin van de waarschuwingsperiode activeert het controlepaneel uitgangen van het type AS waarschuwing. Aan het einde van de periode stopt het controlepaneel het waarsch signaal, schakelt ze de betrokken partitie(s) onmiddellijk in en deactiveert ze de uitgangen van het type AS waarschuwing.
  • Pagina 59 Gebruikersmenu-opties Uitzndr bgndag Specificeer de datum waarop u wilt dat de uitzondering start (bijvoorbeeld 31/12 of 31 december). Uitzndr endtyd Specificeer het tijdstip waarop u wilt dat de uitzondering eindigt. Uitzndr enddag Specificeer de datum waarop u wilt dat de uitzondering eindigt.
  • Pagina 60: Contacten Definiëren

    Gebruikersmenu-opties Inschakelfouten Als er een fout is die normaal zou voorkomen dat het systeem inschakelt, zal een gebeurtenis van kalenderinstll ook mislukken. Vóór het tijdstip van een inschakelgebeurtenis start het controlepaneel een waarsch signaal van de kalenderinstll zoals gebruikelijk, maar op het tijdstip van het inschakelen zal het controlepaneel het systeem niet inschakelen.
  • Pagina 61: Uitgangen Bewerken

    Gebruikersmenu-opties Opmerking: De instellingen voor e-mail en het IP-adres worden niet gebruikt, aangezien e-mailadressen (voor ge-e-mailde alarmmeldingen) en IP-adressen (voor meldkmrmelding via het internet) worden geconfigureerd en gebruikt door SecureConnect. Druk op  als u klaar bent met het bewerken van de instelling. Selecteer indien nodig nog een andere instelling om te bewerken.
  • Pagina 62: Afstandsbedieningen Beheren

    Gebruikersmenu-opties of volgens een schema als u Tijd aan, Tijd uit en Dagen specificeert (zie hieronder). Tijd aan/Tijd uit/Dagen Als Continu is ingesteld op Nee, gebruik dan Tijd aan om het aantal seconden te specificeren gedurende welke u wilt dat de uitgang actief blijft. Als u nul seconden specificeert, zal de uitgang niet werken.
  • Pagina 63: Afstbed Bewrkn

    Gebruikersmenu-opties Deze opties worden hieronder beschreven. Programmering van de knoppen bewerken U kunt met Systeemconfig. – Afstandsbed. – Bewerken de knoppen A, B of * op een eenweg afstandsbediening of de “*” knop op een tweeweg afstandsbediening herprogrammeren nadat de apparaten zijn toegewezen aan een gebruiker.
  • Pagina 64 Gebruikersmenu-opties OF (als u de afstandsbediening niet hebt): Druk op  bij de opdracht “Drukknopafstbd”. Gebruik  of  gevolgd door  om de afstandsbediening te selecteren die u wilt herprogrammeren. Het display toont de eerste knop op de afstandsbediening: RM002:Gebruiker 002...
  • Pagina 65 Gebruikersmenu-opties • Uitschakelen, Partities (systeem met partities) – Schakelt geselecteerde partities uit waaraan de gebruiker is toegewezen. Druk na het selecteren van deze optie op  of op  om door de partities te scrollen en druk op  of op  om te selecteren of de partitie door de knop moet worden uitgeschakeld.
  • Pagina 66 Gebruikersmenu-opties afstandsbediening eerst verwijderen voordat u deze aan een andere gebruiker kunt toewijzen. Het Systeemconfig. – Afstandsbed. menu bevat twee opties voor het verwijderen van afstandsbedieningen: Hiermee kunt u een specifieke afstandsbediening verwijderen (zie onder). Alles wissen Hiermee verwijdert u alle afstandsbedieningen die het systeem kent.
  • Pagina 67: Verbinding Maken Met Een Wifi-Netwerk

    Gebruikersmenu-opties Opmerking: De installateur moet deze functie eerst activeren door de "Basis" bevestigingsstand te configureren. Hierdoor voldoet het systeem niet aan BS8243 of DD243. Gebruik na selectie van PA functie  of  om Aan of Uit te selecteren, gevolgd door . Zie pagina 17 voor informatie over het genereren van een PA met een tweeweg afstandsbediening.
  • Pagina 68: Uitgangen In-/Uitschakelen

    Gebruikersmenu-opties Uitgangen in-/uitschakelen Hoofdgebruikers en systeembeheerders kunnen met Uitg. Aan/Uit als volgt uitgangen in- en uitschakelen: Selecteer Uitg. Aan/Uit. Het display toont de eerste in een lijst van uitgangen die zijn toegewezen voor uw gebruik. Bijvoorbeeld: O/P PAN>01 W PORTAALVERLICHTING Uit...
  • Pagina 69: Koppelen Met De Secureconnect-App

    Gebruikersmenu-opties Bedieningspan (Niet beschikbaar voor i-on Compact.) Van elk bedieningspaneel wordt het adres en de versie van de geïnstalleerde software (firmware) vermeld. Comm module Geeft informatie over geïnstalleerde opsteek communicatiemodules en over de Ethernetverbinding van de besturingseenheid. Vraag indien nodig bij uw installateur na over de getoonde informatie (zoals beschreven in de Configuratiehandleiding).
  • Pagina 70 SecureConnect is een handelsmerk van Eaton. www.myscantronic.com Productsupport (VK) tel: +44 (0) 1594 541978 Beschikbaar tussen: 08:30 en 17:00 uur van maandag tot vrijdag. e-mail: tsnl@eaton.com Artikelnr. 14203658 24 januari 2022 Pagina 66...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

I-on compactI-on30r+I-on40h+I-ong2smI-ong3mmI-ong3lm

Inhoudsopgave