5
5.1
5.2
5.3
0311707_BFC_28-120_III_BENL_V2.2, 2022-10-17
Inleiding
Informatie over de boiler
De BFC-boiler is bedoeld om water te verwarmen voor sanitaire doeleinden.
De BFC werkt op gas en is een condenserend voorraadtoestel met een ventilator in de
luchttoevoer. De verbrandingsgassen brengen de warmte over op het water via een
efficiënte warmtewisselaar. De boiler heeft een concentrische luchttoevoer- en
rookgasafvoer aansluiting en kan zowel als open of gesloten boiler worden gebruikt.
Opwarmcyclus van het toestel
De opwarmcyclus van het toestel wordt actief op het moment dat de gemeten
watertemperatuur (T
) beneden de drempelwaarde (T
1
afhankelijk van de gekozen toestand van het toestel. Staat het toestel bijvoorbeeld in de
OFF-mode (vorstbeveiliging) dan is deze waarde 5°C. Staat het toestel bijvoorbeeld in de
ON-mode dan is de drempelwaarde instelbaar, bijvoorbeeld op 65°C.
De opwarmcyclus doorloopt achtereenvolgens de toestanden:
•
WARMTEVRAAG;
•
VOORSPOELEN;
•
DRUKSCHAKELAAR;
•
VOORGLOEIEN;
•
ONTSTEKEN;
•
IN BEDRIJF;
•
NASPOELEN.
Werkingsprincipe
Het toestel is uitgerust met een modulerend premix brandersysteem met 1:1 gas-
luchtverhoudingsregeling. De lucht die nodig is voor de verbranding wordt aangezogen
door de ventilator (18). Het gas wordt via het gasblok (16) en de venturi (30) toegevoerd
aan de zuigzijde van de ventilator. Door de 1:1 gas-luchtkoppeling wordt altijd een
optimale verhouding van het gas-luchtmengsel gewaarborgd.
Bij dit toestel wordt het koude water, onderaan de tank, ingevoerd bij de koudwaterinlaat
(14). Het, door de branderkamer (8) en warmtewisselaar (11), opgewarmde tapwater
verlaat de tank bij de warmwateruitlaat (2). Als het toestel volledig met water gevuld is,
staat het voortdurend onder waterleidingdruk. Bij het tappen van warm water uit het
toestel wordt er direct weer koud water toegevoegd.
Door de speciale constructie van de warmtewisselaar (11) worden de rookgassen via de
branderkamer eerst naar beneden en vervolgens via de warmtewisselaar naar boven, en
weer naar beneden langs het water geleid. Hierbij koelen de rookgassen geleidelijk af.
Omdat de afgekoelde rookgassen op het laatst ook nog langs het koude water onderin de
tank geleid worden, gaan de rookgassen condenseren. Bij condenseren komt energie
(warmte) vrij die ook aan het water overgedragen wordt, hierdoor verbetert het
rendement. Het condenswater dat bij deze verwarming ontstaat wordt afgevoerd via het
sifon (23).
) komt. Deze drempelwaarde is
set
41