Reiniging en onderhoud
Het koelapparaat voorbereiden
voor de reiniging
Schakel het koelapparaat uit.
Neem de levensmiddelen uit het koel-
apparaat en bewaar ze op een koele
plaats.
Haal alle onderdelen uit het apparaat
die kunnen worden verwijderd, zodat
u ze kunt reinigen.
De binnenruimte reinigen
Reinig het koelapparaat regelmatig
(minstens één keer per maand) en
reinig de diepvrieszone na elke ont-
dooiing.
Als vervuilingen langer inwerken,
kunt u ze soms niet meer verwijde-
ren.
De oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen.
Verwijder verontreinigingen bij voor-
keur meteen.
Reinig de binnenruimte met een
schoon sponsdoekje, lauw water en
wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser.
Reinig de diepvrieszone iedere keer
nadat u deze heeft ontdooid.
Neem alles na de reiniging met
schoon water af en droog het met
een schoonmaakdoekje.
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater vaker met
een stokje of iets dergelijks, zodat het
dooiwater ongehinderd kan wegstro-
men.
52
Laat de deur van het koelapparaat
nog even openstaan om het koelap-
paraat voldoende te luchten en geur-
tjes te voorkomen.
Accessoires voor de reiniging
verwijderen en demonteren
Deurvak/flessenvak demonteren
Om de sierlijst te verwijderen, gaat u als
volgt te werk:
Plaats het deurvak/flessenvak op het
werkblad.
Pak de sierlijst aan één kant vast en
trek de lijst van het plateau af.
Bevestig de sierlijst na de reiniging
weer aan het deurvak/flessenvak.