1
2
1
Uitbreekgat
2
Braam
3
Verpakkingsmateriaal
I
Gebruik een stroomdraadleiding voor de voedings-
draden.
I
Zorg ervoor dat buiten de unit de laagspannings-
draden (nl. die voor afstandsbediening, tussen de
units enz.) en de hoogspanningsdraden niet dichtbij
elkaar lopen, d.w.z. ten minste 50 mm van elkaar
verwijderd. Als ze te dicht bij elkaar liggen, kan
interferentie, storingen en breuk ontstaan.
I
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmen-
strook en klem deze vast zoals beschreven in
"10.4. Aansluiten van stroom- en transmissiekabels"
op pagina
19.
I
Bedrading tussen de units moet worden bevestigd
zoals beschreven in
transmissiekabels" op pagina
•
Bevestig de bedrading met klemmen zodat ze de
leidingen niet raakt.
•
Zorg
ervoor
elektriciteitsdoos niet boven de structuur uitsteken,
en sluit de afdekplaat stevig.
10.5. Normen voor het voedingscircuit en de kabels
Er moet een voedingscircuit (zie onderstaande tabel) worden
voorzien voor aansluiting van de unit. Dit circuit moet worden
beveiligd met behulp van de benodigde beveiligingen, met name een
hoofdschakelaar, een trage zekering op de fase en een
aardlekschakelaar.
RXYSQ_V1
Fase en
1~ 50 Hz
frequentie
Spanning
220-240 V
Aanbevolen
32 A
lokale zekering
Minimaal
opgenomen
27
vermogen in het
(*)
circuit (MCA)
Doorsnede
transmissiekabels
(†)
Draadtype
(*) De opgegeven waarden zijn maximumwaarden (zie elektrische data van
combinatie met binnenunits voor precieze waarden).
(†) Alleen voor beveiligde leidingen. H07RN-F gebruiken als geen beveiligde
leidingen worden gebruikt.
I
LET OP
Kies
de
desbetreffende lokale en nationale voorschriften.
I
De draaddikte moet in overeenstemming zijn met
de
geldende
voorschriften.
I
De specificaties voor de lokale bedrading,
netsnoer en aftakkingen zijn in overeenstemming
met IEC60245.
Montagehandleiding
20
3
"10.4. Aansluiten van stroom- en
19.
dat
de
bedrading
RXYSQ_Y1
3N~ 50 Hz
380-415 V
16 A
13,5
2
0,75~1,25 mm
H05VV
voedingskabel
op
basis
plaatselijke
en
nationale
I
Let er bij de installatie van de aardlekschakelaar op dat hij
compatibel is met de inverter (bestand tegen elektrische ruis
met hoge frequenties) om ongewenst activeren van de
aardlekschakelaar te voorkomen.
I
Wanneer u de stroomkabel op de voedingsklemmenstrook
aansluit, moet u de kabel goed bevestigen zoals afgebeeld in
afbeelding
Controleer na het uitvoeren van de elektriciteit of elk elek-
trisch onderdeel en elke klem in de elektriciteitskast goed
is bevestigd.
Alleen voor V1: Apparatuur conform met EN/IEC 61000-3-12
Voorzorgsmaatregelen
stroomdraden
Gebruik ronde drukklemmen voor aansluiting op het
klemmenbord van de voeding.
Volg de onderstaande instructies als geen ronde klemmen
beschikbaar zijn.
I
I
1
en
de
I
I
I
I
M5 (Voedingsklemmenstrook/aardingskabel)
van
de
(1) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aan-
gesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom
>16 A en ≤75 A per fase.
12.
bij
het
Sluit geen draden van een verschillende dikten aan
op de voedingsklemmenstrook. (Loszittende stroom-
draden kunnen abnormale warmte veroorzaken.)
Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte
te werk als volgt.
1
Ronde drukklem
2
Stroomdraad
2
Gebruik voor bedrading de aangegeven stroomdraad
en sluit stevig aan; maak dan vast om druk van
buitenuit op de klemmenstrook te voorkomen.
Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt
degelijk vastzetten onmogelijk.
Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel
van de klemschroeven.
Aanhaalkoppel (N•m)
M4 (Afgeschermde aarding)
M3,5 (Besturingsbedradingsstrook)
(1)
aanleggen
van
2,39~2,92
1,18~1,44
0,79~0,97
RXYSQ4~6P8V1B+Y1B
VRVIII-S-systeem airconditioner
4PW68122-1A – 2014.12