Keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen
S1S ........................ Keuzeschakelaar
verwarmen)
S2S ........................ Keuzeschakelaar (koelen – verwarmen)
Aansluitstekker van optie-adapter
X37A ...................... Aansluitstekker (optie-adapter voeding)
* ............................. Alleen voor RXYSQ4~6P8V1B
#............................. Alleen voor RXYSQ4~6P8Y1B
Opmerkingen
1
Dit bedradingsschema geldt alleen voor de buitenunit.
4
Zie de montagehandleiding wanneer u de optionele adapter
gebruikt.
5
Zie de sticker met het bedradingsschema (op de achterkant
van de frontplaat) voor instructies over het gebruik van de
BS1~BS5 DS1-1, DS1-2 schakelaars.
6
Sluit de beveiliging S1PH niet kort om de unit te laten
functioneren.
8
Alleen voor Sky Air of kamerairconditioner binnenunits:
Zie de montagehandleiding voor de aansluitbedrading naar
BP-unit-buitenunit transmissie F1-F2.
9
Alleen voor VRV-binnenunits:
Zie de montagehandleiding voor de aansluitbedrading naar
binnenunit-buitenunit transmissie F1-F2.
10 Sluit buitenunit-buitenunit transmissie F1-F2 aan wanneer het
centrale besturingssysteem wordt gebruikt.
10.2. Voorzorgsmaatregelen bij werk aan de
elektrische bedrading
I
Alle voedingscircuits moeten zijn onderbroken voordat u aan de
klemmen begint te werken.
I
Werk alleen met koperdraad.
I
Schakel de hoofdschakelaar niet in alvorens de bedrading is
voltooid.
Zorg dat de contactverbreking van alle polen van de hoofd-
schakelaar minstens 3 mm bedraagt.
I
Gebundelde kabels nooit in een unit persen.
I
Bevestig de kabels zo, dat ze de leidingen niet aanraken (met
name aan de hogedrukkant).
I
Bevestig de elektrische bedrading met klemmateriaal zoals
aangegeven in
afbeelding 12
komt met de leidingen, vooral aan de hogedrukzijde.
Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de
klemaansluitingen.
I
Let er bij de installatie van de aardlekschakelaar op dat hij com-
patibel is met de inverter (bestand tegen elektrische ruis met
hoge frequenties) om ongewenst activeren van de aardlek-
schakelaar te voorkomen.
I
Aangezien deze unit is uitgerust met een inverter kan de
montage van een blindvermogencondensator niet alleen de
vergroting van de energiefactor belemmeren maar ook
abnormaal hoge temperaturen veroorzaken in de condensator
als gevolg van hogefrequentiegolven. Daarom mag u nooit een
blindvermogencondensator monteren.
I
Houd u bij de aanleg aan het elektrische bedradingsschema.
I
De draden moeten altijd worden geaard. (Overeenkomstig de
nationale voorschriften van het desbetreffende land).
I
Sluit de aardleiding niet aan op een gasleiding, riolering,
bliksemafleiders of een telefoonaarding.
•
Gasleidingen: kunnen ontploffen of vuur vatten in geval van
gaslekken.
•
Rioleringsbuizen: in geval van plastic buizen is er helemaal
geen sprake van aarding.
•
Telefoonaardingen en bliksemafleiders: gevaarlijk bij bliksem-
inslag omwille van abnormale stijging van elektrisch
potentiaal in de aarding.
RXYSQ4~6P8V1B+Y1B
VRVIII-S-systeem airconditioner
4PW68122-1A – 2014.12
(ventilator/koelen
zodat de bedrading niet in contact
I
Deze unit bevat een inverter en produceert dus ruis, die zal
moeten worden verminderd om interferentie met andere
–
apparaten te voorkomen. De externe behuizing van het product
kan een elektrische lading krijgen als gevolg van een elektrische
lekstroom, die via de aarding moet worden afgeleid.
I
Alleen voor Y1: Sluit voedingskabels in normale fase aan. Als
voedingskabels in omgekeerde fase worden aangesloten, geeft
de afstandsbediening van de binnenunit "U1" aan en werkt de
apparatuur niet. Verwissel twee van de drie voedingskabels
(L1, L2 en L3) zodat ze in de juiste fase zijn aangesloten.
10.3. Aansluitvoorbeeld van totale systeembedrading
Alleen voor Sky Air of kamerairconditioner binnenunits: zie
afbeelding 9
1
Stroom
2
Aardlekschakelaar
3
Overstroomschakelaar aftakkingschakelaar (zekering)
4
Aarding
5
BP-unit
Alleen voor VRV-binnenunits: zie
1
Stroom
2
Aardlekschakelaar
3
Overstroomschakelaar aftakkingschakelaar (zekering)
4
Aarding
5
Afstandsbediening
10.4. Aansluiten van stroom- en transmissiekabels
I
Voer de stroomkabel (inclusief de aardingskabel) doorheen de
voedingsuitlaatpoort aan de voorkant, zijkant of achterkant van
de buitenunit.
I
Voer de transmissiekabels doorheen de kabeluitlaatpoort of de
leidingsuitlaatpoort, of maak een gat in de voorkant, de zijkant of
de achterkant van de buitenunit.
A
Naar de achterkant
B
Naar de zijkant
C
Naar de voorkant
1
Voedingsklemmenstrook (X1M)
2
Besturingsbedrading tussen units
3
Stroomkabel met aardingskabel. (Houd voldoende afstand tussen
de stroomkabel en de besturingsbedrading).
4
Klem (lokale levering)
5
Afsluiter montageplaat
6
Stroomkabel
7
Aardingskabel (geel/groen). Zorg ervoor dat de aardingskabel
langer is dan de voedingskabel. Wanneer u aan de kabels trekt,
mag de aardingskabel nl. niet eerst loskomen.
8
Bevestig de besturingsbedrading met de klem
9
Besturingsklemmenstrook (X2M)
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de breekplaten
I
Het uitslaan van een breekplaat gebeurt met een hamer.
I
Na het uitslaan van de breekplaten brengt u best wat
reparatieverf aan op de randen en omgeving om roestvorming te
voorkomen.
I
Verwijder eventuele bramen van de uitbreekopeningen en
omwikkel de bedrading met beschermtape om beschadiging
ervan bij het doorvoeren te voorkomen.
I
Stop de uitbreekgaten dicht met verpakkingsmateriaal (ter
plaatse klaarmaken) als de mogelijkheid bestaat dat kleine
dieren via de gaten binnendringen in het systeem.
afbeelding 10
(Zie afbeelding
12).
Montagehandleiding
19