Diepte-instelling
In werkpositie draagt de pakker het gewicht van
de machine.
De horizontale positie van de machine wordt
vooraan op de topstang ingesteld.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels
Zorgen dat zich tijdens de instelling en aanstu-
¾
ring van de werkdiepte niemand in de gevaren-
zone bevindt.
Manuele diepte-instelling
De werkdiepte wordt via de koppelstangen bij
het pakkerframe ingesteld. Om de werkdiepte
aan te passen, worden aluminium clips aan de
koppelstangen ingestoken of weggehaald, zie
hoofdstuk Aluminium clips.
De clips kunnen alleen weggenomen resp.
geplaatst worden als de desbetreffende kant
ontlast is. Daartoe moet de machine neergela-
ten of opgetild worden.
Koppelstangen met aluminium clips
Op beide koppelstangen hetzelfde aantal clips
¾
van dezelfde kleur steken.
Instelzones (1) en (2) zo volledig mogelijk met
¾
clips vullen.
Onnodige clips in zone (3) plaatsen.
¾
1
2
3
Overbrengingsverhouding van ca. 1: 2.
¾
Voorbeeld:
Om de werkdiepte met 4 cm te veranderen,
clips van in totaal 2 cm dikte insteken of ver-
wijderen. Zie hoofdstuk Aluminium clips.
Bij volledig uitgeschoven koppelstangen (zone
(2) zonder clips) bevinden de scharen zich ca.
3-4 cm boven de bodem.
Werkdiepte vergroten:
Machine iets uitheffen.
¾
Clips uit zone (1) halen.
¾
Machine neerlaten.
¾
De clips weer in zone (2) plaatsen.
¾
Werkdiepte verminderen:
Machine neerlaten.
¾
Clips uit zone (2) halen.
¾
Machine uitheffen.
¾
De clips weer in zone (1) plaatsen.
¾
33