1. Berekening van de minimale ballastering
voor bij aanbouwtoestel achter
G
• (c + d) - T
A
G
=
a + b
V min
Het resultaat in de tabel noteren.
2. Berekening van de minimale ballastering
achter bij aanbouwtoestel voor
G
• a - T
• b + x • T
V
A
G
=
b + c + d
A min
Het resultaat in de tabel noteren.
3. Berekening van de werkelijke belasting
van de vooras
G
• (a + b) + T
V
T
=
v werk
Het resultaat van de werkelijke belasting van de
vooras en de toegelaten belasting van de vooras
uit de gebruiksaanwijzing van de trekker in de
tabel noteren.
Tabel
De berekende waarden mogen niet groter zijn dan de toegelaten waarden.
Minimale ballastering
voor (bij aanbouwtoe-
stel achter)
Minimale ballastering
achter (bij aanbouw-
toestel voor)
Totaal gewicht
Belasting vooras
Belasting achteras
• b + 0,2 • T
• b
V
L
• b
L
• b - G
•(c + d)
V
A
b
Werkelijke waarde
volgens berekening
G
=
kg
V min
G
=
kg
A min
G
=
kg
werk
T
=
kg
V werk
T
=
kg
A werk
4. Berekening van het werkelijke totale gewicht
G
+ T
+ G
G
=
V
L
werk
Het resultaat het berekende totale gewicht en
de toegestane maximummassa uit de gebruiks-
aanwijzing van de trekker in de tabel noteren.
5. Berekening van de werkelijke belasting
van de achteras
G
- T
T
=
A werk
werk
V werk
Het resultaat van de berekende werkelijke belas-
ting van de achteras en de toegelaten belasting
van de achteras uit de gebruiksaanwijzing van
de trekker in de tabel noteren.
Berekeningen controleren
De berekende waarden bovendien controleren
door te wegen:
bij de hele trekker (met aanbouwtoestel en
ballastering) de belasting van de vooras en
van de achteras wegen. De gemeten waarden
vergelijken met de toegelaten waarden:
toegestane maximummassa
•
maximale belasting van de voor- en achteras
•
minimale belasting van de vooras (20 % van
•
het leeggewicht van de trekker)
Toegelaten waarde
volgens gebruiks-
aanwijzing
<
kg
<
kg
<
kg
A
Dubbele toegelaten
draagvermogen van
de banden
<
<
kg
kg
23